Ria reist Columbus achterna in Vietnam.
Ria reist Columbus achterna in Vietnam.
Ria reist Columbus achterna in Vietnam.
Vorig jaar 2019, maakten we plannen om voor de derde keer naar het Noorden van Vietnam te reizen, maar nu een route helemaal volgens onszelf. Toen kwam Columbus van maart, april (nr. 80) in de bus en die beschreef heel herkenbaar voor ons de Happy Road, met een artikel erin dat over Mevrouw May ging. Mevr. May vangt vrouwen op, die aan chinezen verkocht werden of gekidnapt zijn door chinezen en ze werden misbruikt op allerlei manieren. Mevr. May heeft een bedrijfje dat de originele kleding maakt van de Mong minderheid, vanaf de plant, spinnen, weven, verven,(indigo) borduren en naaien en het eindresultaat verkopen ze in een klein winkeltje en de opbrengst wordt verdeeld, zodat die vrouwen weer een menswaardig bestaan hebben. Ze had ook een gehavend exemplaar van het blad Forbes , in deze Columbus stond ze in alle pracht in haar mooie Mong-kleding. Wat zou er mooier zijn als we haar het mooie exemplaar van Columbus zouden brengen. Ik heb de redactie geschreven wat we van plan waren en dat ik mijn blad graag wilde houden en ja, er werd een extra blad toegezonden.
In september op naar Vietnam en Hop Tien was ingepland. Toen we daar in de buurt waren gingen we op zoek naar het klein plaatsje, maar gemakkelijk was het niet. We gingen almaar hoger de berg op en de weg werd smaller en smaller. Passeren was haast niet mogelijk en oei, daar kwam een vrachtwagen. Met pijn en moeite langs elkaar heen en we moesten terug. De weg was afgesloten doordat er rotsen van de berg waren gerold en de weg versperden en de auto moest keren. Ik ben niet zo gauw bang, maar dit keer ben ik de auto uitgegaan tot hij gekeerd was, want de afgrond was wel een beetje erg diep. Na een lange omrit kwamen we in Hop Tien aan bij Mevr. May. Wat was ze trots dat ze de Columbus zag en zij er in volle glorie in stond. De Columbus liet ze aan iedereen zien en ook wij kregen de verfomfaaide Fortbes te zien. Ik had mijn Columbus ook meegenomen en met de twee bladen in haar handen moest ze natuurlijk op de foto en ik heb mijn exemplaar niet teruggekregen. Ze hield ze stevig vast. Ook had ze voor haar goed werk Awards gekregen en die toonde ze ook met veel trots. Als dank mochten we de mooie Mong-kleding aan en nadat Mevr. May zich verkleed had(ze had haar werkkleding aan) gingen we met haar op de foto. Wat was ze blij en trots en ze moest telkens mijn hand vasthouden. Het was een geweldige ontmoeting en een heel warm afscheid van een vrouw met een gouden hart. Het was een van de hoogtepunten van die reis en vaak moet ik nog aan haar terug. Dit alles kwam ook tot stand door onze Vietnamese gids, die alles voor ons vertaalde.
Toen we thuis waren heb ik foto’s naar de redactie opgestuurd en het verhaal verteld en heb ik alsnog weer de Columbus nr. 80 gekregen.
Toen kwam het nummer 86 in de bus en tot mijn grote verbazing stonden we erin met mevr. May in de door haar vervaardigde Mong-kleding, maar die Columbus kunnen we haar niet brengen, maar wat zou ze weer trots geweest zijn. Die reis had dus een heel leuk staartje.