River Kwai

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

River Kwai image

Over moed en een nachtmerriescenario

River Kwai
Thailand
Yves

Over moed en een nachtmerriescenario

Aan het begin van de dag kon ik niet vermoeden dat ik zoiets engs zou gaan meemaken, dat ik zou rillen en trillen en (bijna) gillen en zelfs mijn tranen niet zou kunnen bedwingen.
En toen het eenmaal zover was kon ik me alleen maar met héél veel moeite voorstellen dat ik mij slechts enkele uren later vol verrukking in een nieuwe accommodatie zou installeren – alle leed alweer geleden (en haast vergeten). Het duurde dus maar heel even, toch was het de engste ervaring van de hele vakantie – en misschien wel van alle vakanties daarvoor.

We zijn begonnen aan een treinreisje, de setting spreekt tot de verbeelding. We gaan namelijk over de beruchte ‘death railway’ rijden, aangelegd door krijgsgevangenen in WO II en bij het grote publiek bekend door de film “Bridge over the River Kwai”. Een gruwelijke geschiedenis, maar geen gruwelijk heden. We zijn op een lieflijk stationnetje in the middle of nowhere opgestapt en genieten nu van een oogverblindend groen uitzicht zoals we dat nog nooit gezien hebben. We zitten in een toeristencoupé, wat inhoudt dat de banken weliswaar nog steeds van hout maar in ieder geval vrij zijn (iets dat op zich weinig meerwaarde blijkt te hebben, want we hebben nog niet heel veel locals gespot). Verder hebben we met de upgrade van ons ticket – zonder het te weten overigens – allerlei privileges gekocht. We krijgen drinken, lekkers en als klap op de vuurpijl een heus certificaat waarop wij worden geprezen om onze moed dat wij deze plek bezoeken, net als de honderdduizenden die ons voor gingen. Een wat twijfelachtige eer, maar hij kan thuis in de collectie waar we reeds een soortgelijk exemplaar van de Chinese Muur bewaren. De bedenker van dit certificaat had natuurlijk geen flauw idee dat er nog eens een dag zou komen waarop toeristen écht moed aan de dag moesten leggen, hier in de River Kwai-jungle.

De trein stopt. Dat vinden we niet erg; er is genoeg te kijken en we verwachten geen vlekkeloos ritje. We zijn immers in Thailand.
Dat denken we nog steeds als we horen dat iets kapot is en we allerhande personeel in de berm voorbij zien lopen. Het houten gevaarte is dan wel antiek, maar rijdt dagelijks voor mensen zoals wij op en neer, reparateurs zullen vast aan boord zijn.
Dan lopen er ineens wel héél veel mensen in de berm voorbij, ook monniken en Japanners op teenslippers. Binnen is het nog rustiger dan het al was, de trein is zichzelf aan het legen. Wij vragen om verduidelijking en krijgen die. De trein is écht kapot, we moeten naar het volgende station lopen. Nee, dit komt normaal nóóit voor.

En daar lopen we de hitte in. Ik stap over de bielzen en denk aan de krijgsgevangenen (voor iedere biels viel er één, zo zegt men). Bruut word ik echter terug in het heden geworpen als de bielzen plots verdergaan als brug. Ik heb enorme hoogtevrees, geen háár op mijn hoofd die er aan denkt te voet een brug als deze over te gaan..!
Opgelucht haal ik dan ook adem als blijkt dat we ook al klauterend beneden langs kunnen. Ik ben er niet op gekleed, maar ik trotseer de klim graag.

Eenmaal boven kan de voettocht weer vervolgd worden, zo ver kan het niet zijn. Ik loop en lach; een bizar gezicht die stoet mensen die zich in een sliert over de rails voortbeweegt. Maar het lachen vergaat mij snel. Een tweede brug!! Daar is helemaal niks grappigs aan.
Ik maak me klaar voor een tweede klauterpartij, totdat ik zie dat dat niet zal gaan… De River Kwai stroomt woest onder deze brug door, diep beneden ons... HELP!

De paniek die zich van me meester maakt is enorm. Daar begint het rillen en trillen. Ik doe een stapje, maar mijn lichaam weigert de volgende. De brug is smal, van hout en héél erg open. Totaal niet gemaakt voor voetgangers. Nu begin ik onwillekeurig te huilen. Verschillende passanten staren me aan. Wat ze ook denken, ze stappen in ieder geval die vreselijke brug op. Zij wel. Ik probeer het nog eens, maar mijn hart klopt wild en ik ben banger dan ooit. Ik wend me tot mijn vriend en huil: “Ik durf écht niet!”. Hij zucht, maar kent mijn hoogtevrees en weet dat het menens is. Alleen, wat doe je eraan middenin de jungle?!

Een passerend gezin, Nederlands, biedt uitkomst. Ze zijn bij ons komen staan en de moeder bedenkt kordaat een plan om mij aan de overkant te krijgen. Ik lever me over en luister. Het plan is als volgt: vriendlief gaat voorop en krijgt mijn handen stevig op zijn schouders. Het gezin, vooraan de vrouw, loopt achter mij en spreekt mij bemoedigend toe. En zo gaan we stapje voor stapje. Ik luister dankbaar naar de vrouw achter me die het presteert om grapjes te maken, ik knijp mijn vriend’s schouders blauw en negeer mijn eigen trilbenen. Het bepalen van de blikrichting is het moeilijkste, want beneden zie ik het water door de gaten in het hout, en als ik om me heen kijk zie ik de weidse natuur die op dit moment maar één scenario voor me in petto lijkt te hebben: mij opslokken als ik te pletter val. Dus kijk ik naar de nek van vriendlief, met af en toe een snelle controleblik naar beneden als de boel vervaarlijk kraakt…

Het lijkt een eeuwigheid te duren, maar in werkelijkheid zal dat wel meegevallen zijn. Angst vertekent, en zo angstig was ik zelden! Nu we eenmaal veilig aan de overkant zijn hoor ik van iedereen hoe spannend zij het vonden. Ik heb gefungeerd als afleidobject, hetgeen klinkt als een win-winsituatie.

Ach, een reis is niet compleet zonder een ervaring in de categorie: alleen leuk voor later. En zo komt het dat ik nog geen twee uur later alweer helemaal vol verrukking ben van ons nieuwe huisje – aan dezelfde rivier die ik eerder die dag trotseerde.
Met ‘externe’ moed weliswaar, toch heeft het certificaat een andere betekenis gekregen!