Vader/moeder en zoon/dochter doopvontschelp
Oostkust Thailand,
Thailand
Dit paartje doopvontschelpen gezien tijdens het duiken bij Koh Tao. De doopvontschelp is het grootste thans levende tweekleppige weekdier. De lengte van de schelp is meer dan anderhalve meter en het dier kan rond de 250 kilo zwaar worden. De schelp is vrij bol en heeft zowel lichte groeven in de breedte als een sterk golvende schelprand. Zoals veel weekdieren zijn doopvontschelpen hermafrodiet. Dat betekent dat de dieren zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen hebben.
De geribbelde witte doopvontschelp werd vaak gebruikt in kerken als bak voor het doopwater (een doopvont). Hoewel de doopvontschelp zeewater filtert, komt hij voor het grootste deel op een andere manier aan zijn voedsel. In zijn vlezige mantel leven microscopisch kleine algjes. Overdag stulpt de schelp zijn kleurige mantel zo ver mogelijk uit zodat de algen zonlicht kunnen opvangen. De algen groeien en vermenigvuldigen zich binnen het weefsel van het schelpdier. Een deel wordt door de doopvontschelp gebruikt als voedsel, maar de relatie tussen de alg en de schelp mogen we toch wel een geval van symbiose noemen. De doopvontschelp is gewild om zijn vlees en schelpen. Vooral grote exemplaren zijn daardoor op veel plaatsen verdwenen. Doordat de schelp doorgaans tussen het koraal zit ingegroeid, brengt het verzamelen ook veel schade aan het rif toe. Dat doopvontschelpen gevaarlijk zijn voor duikers die vast zouden grijpen is een misverstand. Dank aan meerdere internetbronnen ;-)