Khao Yai NP
Khao Yai NP, wat een park!
Khao Yai National Park, 5 december 2013 (Vervolg op "Op de camping in de wildernis... toch?")
Opgekruld in een dikke laag kleding zijn we in ons tentje in slaap gevallen. Het was een zware nacht, aangezien we maar één slaapmatje hebben gehuurd om de kosten binnen het aanzienlijke te houden. Ons oorspronkelijke plan was om twee nachten in het park te kamperen, maar op zo'n camping tegen zulke prijzen is één nacht voor ons genoeg. In alle vroegte hebben we ons kamp opgebroken en zijn we gestart met de wandeling terug naar het visitor center. Misschien dat het vandaag zou lukken om iets van het park te zien en mee te gaan met een tour. In de verte hoorden we gibbons zingen en gillen, en al snel kwamen we wel heel verse olifantensporen tegen. Er lag een lading verse poep op de weg en zelfs het asfalt was nog nat van een grote plas. Heel ver konden ze dus niet zijn, maar helaas hebben we geen olifanten gezien. Dankzij een lift van een zeer vriendelijke chauffeur stonden we eerder dan verwacht op de stoep van het visitor center en hadden zo nog tijd voor het ontbijt.
In Khao Yai National Park zijn een zestal treks uitgezet, waarvan je de twee kortste - en minst interessante - alleen kunt doen. Voor alle andere tochten heb je een gids nodig, die je kunt huren voor een vast bedrag per tocht. Na enig beraad hebben we gekozen voor tocht vijf, de op een na langste. Deze trail gaat langs een observatiepost en biedt volgens de folder de meeste kans om wildlife te spotten. Bij de balie echter werd ons in vriendelijk Thai-Engels (meer Thai dan Engels) duidelijk gemaakt dat er voor vandaag geen gids meer geboekt kon worden, en er dus ook geen tour gedaan kon worden. We dachten dat we vroeg waren, maar schijnbaar toch niet vroeg genoeg. Verslagen wilden we beginnen aan één van de korte, zelfstandige wandelingen totdat er uit het niets een paar Duitse meiden opdoken die ons meevroegen voor een tour. Zij konden wel een gids krijgen en met meer mensen is het immers goedkoper. In overleg met hen en een Frans stel dat ook mee zou gaan hebben we besloten om voor de langste tour te gaan: acht kilometer door de dichte jungle, op weg naar een waterval. En inderdaad, plots hadden we een gids en gingen we diep de jungle in.
Onze gids was een klein, energiek Thais mannetje van een jaar of 60. Een erg eigenaardig figuur, maar wel erg grappig. Hij sprak slechts drie woorden Engels (bear, elephant & tiger) en probeerde daarmee alle gevonden sporen uit te leggen. Zo wees hij ons op afdrukken van berenklauwen in een boom door te wijzen, 'bear, bear' te roepen en er gevaarlijk bij te brommen. Duidelijker kan niet toch? Easy Life. Door zijn verhalen over beren begonnen we ons af te vragen wat dat kleine fragiele mannetje zou doen als er plots een beer uit de bossen zou springen. Op een antwoord hoefden we niet lang te wachten: de Duitse meiden wilden net naast hem gaan staan voor een foto toen hij zijn jas open gooide en een fikse revolver tevoorschijn haalde vanachter een riem volledig gevuld met patronen - om mee te poseren natuurlijk. Na de shoot kregen we onder luid gelach van de gids een fotoboekje te zien waarin hij met revolver, mes en kogels poseert met allerlei reizigers, altijd in dezelfde houding. De foto's van deze gimmick bestrijken een periode van zeker dertig jaar, dus onze held is iemand die niet van ophouden weet. Dit zagen we overigens ook gedurende de rest van de dag: bij elke foto ging de revolver weer in de lucht en volgde een lachbui. Ook in een ander opzicht weet de gids van geen ophouden, want hij hield het tempo er stevig in. Of het er mee te maken had dat wij deze lange tocht zo laat wilden starten en hij graag op tijd thuis wilde zijn? Wij weten het niet. We stapten flink door, maar al snel hielden we halt. In de bomen recht boven ons zat een Withand Gibbon. Wij observeerden hem en hij observeerde ons. Prachtig om zo'n bijzonder dier in het wild te kunnen spotten! Nadat de gibbon ons bijna onder piste (ja serieus!) en wij hem vervolgens met luid gelach verjoegen, begon het stevige stappen weer. De paden waren dichtbegroeid, dan extreem steil omhoog en dan weer kronkelend omlaag. We volgden olifantensporen, zagen hun schuurplekken op de bomen zitten en vonden verse olifantenpoep. Na een laatste afdaling en klim kwamen we aan het eind van de middag uit bij een enorme waterval, die onder meer te zien is in de film 'The Beach'. Onze gids nam hier plots afscheid en ineens waren we alleen, zonder vervoer, acht kilometer verwijderd van het Visitor center. In zo'n situatie zijn er volgens de park rangers twee dingen die je kunt doen: lopen of liften. Wij kozen voor het laatste en dit ging eenvoudiger dan verwacht. We zijn nu terug in ons oude vertrouwde guesthouse - die van twee nachten geleden - en blikken terug op weer een vreemde dag. In de ochtend hadden we de hoop al opgegeven dat we nog iets van de jungle zouden zien, en vervolgens zijn we er toch in sneltreinvaart doorheen gestapt. Het kan raar lopen in het universum.