Een traan van Chiang Mai
Een traan van Chiang Mai
Zo snel als we kunnen racen Aom en ik met de scooter weg van het busstation in Chaing Mai. Op naar het muzikale stadscentrum om nog een allerlaatste keer te genieten van een overheerlijke 'green curry, fried rice with coconut milk' bij de Riverside Bar en om afscheid te nemen van mijn lieve vrienden op de kunstmarkt en in de reggaebar. Terwijl we door een donker straatje langs de auto's zigzaggen, ziet Aom een bekende staan bij een barretje waar drie Thai op kleine krukjes buiten zitten te drinken. 'Even hallo zeggen', roept ze terwijl ze haar scooter parkeert en naar binnen huppelt waar ze binnen no-time omringd is door een groepje mensen. Na veel aandringen weet de bareigenaar Aom te overtuigen dat ze een nummer voor hen zingt. Met veel mimiek swingt ze haar hart eruit, maar ik zie dat haar ogen moe en droevig staan.
Zodra ze klaar is met optreden probeert ze zo beleefd mogelijk weg te komen uit de bar. Weg van al die graaiende handen die proberen haar weer naar binnen te trekken. Een paar minuten later sjezen we weer door de koele avondlucht en ik voel hoe ze op het zadel voor me zwaarmoedig uitademt. Wat een verschillende levens leiden we toch. Even oud, maar opgegroeid aan de andere kant van de wereld. Alletwee hebben we een 14-jarig zusje, maar ik heb mijn beide ouders nog die voor ons zorgen, terwijl Aom tot diep in de nacht moet optreden om de kost te verdienen voor haar bejaarde oma en haar kleine zusje. En dat terwijl ze twee jaar geleden afscheid heeft moeten nemen van haar geliefde moeder, weggerukt uit het leven door een kapotvretende kanker en haar vader die al jaren zijn eigen leven leidt in Myanmar. Beiden dromen we van liefde en reizen. Terwijl zij de liefde heeft gevonden in een Amerikaanse drummer, reis ik zielsalleen de wereld rond. Zo hebben we beiden een droom uit zien komen.
De lange rij lantarenpalen op de brug, worden in het inktzwarte water van de rivier weerkaatst als oneindige stroken licht en terwijl Aom geduldig wacht tot het verkeerslicht op groen springt, verzinkt mijn staar in het water naast ons. Ik wil hier niet weg. Hier voel ik me thuis en ben ik omringd door lieve en creatieve mensen. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik zou prima in een houten bamboehutje in de natuur kunnen leven, waar ik in alle rust kan schrijven. Er zitten her en der genoeg Westerlingen verstopt die houden van het vrije leven en zich in de Thaise dorpen genesteld hebben. Met een lichte schok trekt de scooter op en rijden we verder langs het water, terwijl de avondmarkt en de omliggende barretjes steeds beter zichtbaar worden.
Na een overheerlijke maaltijd bij de Riverside, rijden we snel door naar de reggaestraat waar Por al flink bezweet staat de zingen in een overvolle bar waar een feest gegeven wordt ter ere van de eigenaar die jarig is. Zijn gezicht vervormt tot een grote glimlach wanneer hij ons binnen ziet lopen. We hebben elkaar al bijna een week niet meer gezien, sinds het uitstapje naar Pai, maar trouw kreeg ik elke dag een smsje van de iele ex-monnik waarin hij hoopte dat Aom en ik een geweldige tijd hebben en dat hij ons snel weer wil zien. Terwijl Por zijn laatste nummers zingt, schuiven we aan bij de houten tafel waar Jack Sparrow het hoogste woord voert. Ook de kunstenaars van de avondmarkt zitten bij ons aan tafel en tot mijn verbazing weet iedereen dat dit mijn laatste avond is. Enkele doorzichtige flessen rum worden uit iemands mouw geschud en de glazen worden rijkelijk gevuld. Jack Sparrow slaat zijn arm om me heen en laat zijn hoofd rusten op mijn schouder. Zijn engels is nooit erg goed geweest, dus vraagt hij Aom om te vertalen wat hij zegt. 'Je bent een erg bijzonder en goed persoon en ik ga je erg missen', begint hij tot mijn grote verrassing, want zo'n goede band hebben we in mijn beleving niet opgebouwd. 'Daarom wil ik je deze geven zodat je altijd aan ons blijft denken.' Hij trekt zijn zelfgebreide reggaemuts van zijn rastakapsel en trekt het veel te grote geval over mijn hoofd. Leuk, denk ik. Felgroen, felgeel en felrood zijn absoluut niet mijn kleuren, maar zodra Aom me verzekert dat dit de lievelingsmuts van Sparrow is en dat hij die zelfs nooit liet aanraken door een ander, kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om hem weer af te doen. Niet zolang hij in de buurt is. Inmiddels is Por bij ons aangeschoven, wat voor Jack Sparrow het teken is om zich naar het podium te begeven. In gebrekkig engels roept hij door de microfoon naar mij 'this is for you' en de band begint Stir it up, van Bob Marley te spelen. Binnen no-time staan we allemaal uitbundig te dansen alsof het de allerlaatse avond van de zomer is.
Wanneer Aom me de volgende middag naar het vliegveld brengt en me afzet voor de genadeloze schuifdeuren, valt er een dikke druppel uit de lucht naar beneden die vlak tussen onze voeten valt. Beiden kijken we naar de bewolkte hemel boven ons. 'Chaing Mai huilt om je vertrek', glimlacht Aom terwijl zowel haar ogen als mijn ogen glinsteren. 'Soms laat ze een traan vallen wanneer iemand voor lange tijd vertrekt. Kom snel weer terug, dan kun je haar ook horen lachen' voegt ze er aantoe en geeft me een stevige omhelzing. Wanneer we elkaar weer loslaten, hijs ik met mijn laatste restje moed mijn rugzak op mijn rug en stap op mijn slippers de ijskoude vertrekhal van het vliegveld binnen. Terwijl de schuifdeuren zich achter mij sluiten als een gigantische, tandenloze mond zie ik Aom op haar scooter zitten. Voordat ze voorgoed wegrijdt, zwaait ze nog een laatste keer. De regen komt inmiddels met dikke plonsen uit de hemel vallen. Vaarwel mijn lieve vriendin, hopelijk zie ik je ooit nog eens.