Centraal laagland
Verborgen Khmer ruïnes
Phimai, 6 december 2013
Na onze jungle trektocht zijn we terug gelift naar de ingang van het park en hebben we ons leuke rode guesthuisje weer opgezocht. De volgende ochtend hebben we uit Pak Chong de bus genomen naar het gigantische busstation van provinciehoofdstad Korat. Hier moesten we overstappen om in onze huidige verblijfplaats te komen: Phimai. Dit stadje heeft één van de best bewaarde Khmer ruines van Thailand en heeft veel gelijkenissen met de beroemde Ankor Wat in Cambodia. Volgens het lokale museum is de Prasat Phimai zelfs het voorbeeld voor dit wereldwonder. Klinkt niet verkeerd toch?
We zijn nu enkele dagen in Phimai, eigenlijk langer dan onze bedoeling was. We hadden vanochtend willen vertrekken naar Ban Prasat, een klein dorpje 45 km verderop. Begin jaren '90 zijn hier grote opgravingen gedaan en heeft men resten gevonden van een 3000 jaar oude beschaving. Het dorp heeft nu een leuk museum en ook de excavation pits zijn nog steeds te bekijken. Het plan was om 's avonds in Ban Prasat te overnachten in één van de vele homestays (Het dorp heeft een heel uitgebreid en prijswinnend homestay programma) om iets van het lokale leven op te snuiven. Helaas is Gerald gisteren behoorlijk ziek geworden, mogelijk iets van voedselvergiftiging. Na een avond en nacht niks anders doen dan overgeven gaat het nu beter, maar onze homestay komt er niet meer van.
Gelukkig hebben we wel de ruïnes van Phimai kunnen bekijken. Het oude tempelcomplex heeft een dubbele basis: het is half boeddhistisch en half hindoeïstisch. Prasat Phimai was ooit een belangrijke tussenstop in de routes door het Khmer-rijk, vele pelgrims hebben hier hun rust genomen. De overgebleven delen van de tempel zijn nog steeds enorm imposant en door hun strakke verticale bouw doen ze nog steeds wat de bedoeling was; een connectie tussen hemel en aarde symboliseren.
Ook zijn we nog in de gelegenheid om onder de Sai Ngam door te lopen, Thailands grootste Banyan boom. Van tevoren hadden we geen idee wat we hiervan moesten verwachten, maar indrukwekkend was het zeker. De boom lijkt op een soort moerasbos, met honderden bomen. Dit zijn echter wortelscheuten, die vanuit de takken naar het water groeien. Inderdaad, lastig om uit te leggen. De foto's doen het waarschijnlijk beter.
Morgen proberen we toch nog even langs Ban Prasat te gaan, om het museum en de opgravingen te bekijken. Daarna nemen we aan het eind van de middag de bus naar het Noorden, om nog meer oude culturele kennis op te snuiven.