Thailand
An overnight trip to the lake at Khao Sok National Park
Khao Sok National Park, ik wilde er al naartoe sinds ik er afbeeldingen van zag in de Lonely Planet. Dit houdt eigenlijk in dat ik pas sinds een maand of drie enige kennis heb van het bestaan van deze omgeving, maar wel besef dat het een niet te missen bestemming zal zijn tijdens onze rondreis door het zuiden van Thailand.
Op het terras bij de receptie en restaurant van ons resort maken we op aangename wijze mee wat deze omgeving ons te bieden heeft. Naast de neushoornvogel, wat eekhoorntjes en een grote spin komt er rond een uur of 4 's middags een bende Makaken kijken of er iets te schooien valt. Net als wij grijpen alle nieuwkomers direct naar hun camera's om dit (vooralsnog) unieke moment vast te leggen. De interesse van de apen gaat echter voornamelijk uit naar wat er in de keuken gebeurt en ze verdwijnen dan ook weer snel die kant op.
In de nabije omgeving valt er aardig wat te beleven. We kunnen op de rug van een olifant door het park, zelf wandelen door het park, in een rubberen band de rivier afzakken, kajakken, een nachtsafari doen, of... een tocht naar het Chiaw Lan Lake. Deze tocht met overnachting in een drijvend hutje is de duurste attractie, maar naar onze smaak wel het mooiste wat we hier kunnen beleven. Wil deze tocht doorgaan dan dienen er vier reserveringen te zijn. Gelukkig delen twee Duitse jongens die dezelfde dag zijn aangekomen onze interesse dus de trip gaat door.
De volgende ochtend zitten we achter in een pick-up met Robert, Christian en Chai, onze gids voor de komende anderhalve dag. Het meer blijkt verder te zijn dan ik had verwacht, pas na ruim een uur komen we aan bij de entrée. Naast de vele Thai en bijbehorende voedseltentjes kijken we uit over het landschap wat we per longtailboot zullen gaan betreden. Onderweg reden we natuurlijk al langs de grote kalkstenen rotsen, maar hier torenen ze prachtig uit boven de gigantische watermassa die is ontstaan door de aanleg van de Ratchapraphadam.
Tijd om te gaan, de boot raast over het water en brengt ons in drie kwartier naar onze uitvalsbasis. Dit is werkelijk een geweldige plek. Tussen twee eilandjes in (voordat het meer ontstond waren dit bergen) drijven een dertigtal aan een loopplank verbonden huisjes met in het midden een grotere gelegenheid die dienst doet als ontvangstruimte en restaurant. Om ons heen is er alleen water waar zo nu en dan een afgestorven boom uitsteekt, af en toe een eilandje en verderop het berglandschap. Het is een omgeving waar je bijna verwacht een dinosaurus te zien, alsof je je waant in een scène uit Jurassic Park.
Na onze spullen in ons hutje te hebben gelegd, wat te hebben gezwommen en met een aantal Thaise toeristen op de foto te zijn gegaan (tot mijn verbazing blijk ik kennelijk een ongewone verschijning), krijgen we een overheerlijke lunch. Inmiddels mag wel gezegd worden dat de Thai op iedere plek, hoe ongewoon deze soms ook lijkt, briljante keukenmeesters kunnen zijn. Het is overigens druk en Chai verteld ons dat veel Thai zelf ook graag naar deze plek gaan. En het is zondag, dus een prima gelegenheid hiervoor. Gelukkig zijn het nagenoeg allemaal dagjesmensen en blijft er 's avonds een vrij kleine groep over.
In de loop van de middag pakken we wederom de boot. We gaan op een van de eilanden een stukje wandelen en Chai wilt ons graag Tarantulas laten zien. Herhaaldelijk probeert hij met een afgebroken twijgje een spin uit zijn hol te lokken, helaas zonder succes. Verder zien we verschillende apen, hagedissen en het pad zorgt door de modder soms ook voor een komisch tafereel. Na een kilometer of twee vertrekken we met een boot van bamboe naar een grot.
Het leuke van het bezoeken van een grot alhier is dat het niet verlicht is. Met eigen verlichting is het natuurlijk een stuk spannender, alsof je zelf op ontdekkingstocht bent. Zo zien we prachtige monumenten van druipsteen, grote spinnen (nog steeds geen tarantula) en een slang van ongeveer anderhalve meter. Op de weg terug doet Chai nog verwoede pogingen om een tarantula tevoorschijn te toveren maar tevergeefs. Ondanks dat is hij een geweldige gids en weet alles over de natuur hier te vertellen.
's Avonds genieten we wederom van een geweldige maaltijd en vermaken ons vervolgens prima met Christian, Robert, Chai, nog een andere overdadig aanwezige gids, en Lien, een Belgische uit een andere groep. Uiteraard hebben we het over de plekken die we hebben bezocht en waar we nog naartoe zullen gaan. Christian en Robert zijn net afgestudeerd en maken een grote reis waarin ze in elk geval samen een hoop Aziatische landen zullen bezoeken. Vervolgens zullen ze apart van elkaar naar Australië en de Verenigde Staten gaan. Zowel Lien als wij zullen deze reis enkel Thailand bezoeken. We zijn wel een beetje jaloers op de plannen van de Duitsers, reizen als deze smaken immers naar meer en het liefst zo snel mogelijk.
Hoewel de omgeving meer dan prachtig is in Khao Sok beleven we het meest overweldigende moment als we deze niet zien. Om 11.00 uur 's avonds stopt de generator die de huisjes van licht voorziet en wordt het donker. Het is bewolkt en dat brengt een nietig gevoel met zich mee. Zittend op de veranda van het huisje kijken we voor ons uit en zien, afgezien van het stille water waarop we drijven, helemaal niets. We zitten midden in een gigantische zwarte leegte en horen in de verte af en toe wat dierengeluiden... Helemaal geweldig...
(wordt vervolgd)