Bangkok

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Bangkok image

"You like my fwiend?"

Bangkok
Thailand
Annettoz

"You like my fwiend?"

Ik zit in de common room van het Soi 1 Guesthouse. Terug in Bangkok. Ik herinner me hoe ik de eerste dagen hier vaak ongemerkt naar het trapgat zat te staren. In mijn verbeelding zag ik een herhaling van het hostel in Perth, waar Kisse vanuit het niets in de deuropening verscheen met zijn armen wijd open en een brede glimlach op zijn gezicht omdat hij me weer zag.

Terwijl ik in gedachten verzonken naar het lege trapgat zit te staren, klopt een haast vergeten droevenis bij me aan de deur. Om de een of andere reden laat ik deze oude bekende altijd weer binnen. Het is net een Trojaans paard. Op het moment dat je opendoet denk je nog dat het geen kwaad kan, maar al snel merk je dat je er ingetrapt bent. Ik voel hoe het verlangen groeit om het overbekende gezicht met de bruine ogen in de ingang te zien verschijnen. Mijn verbeelding wordt verstoord als niet een paar bruine ogen, maar felblauwe ogen tevoorschijn komt en me aankijkt. “Ga je mee?” Tobi staat stil naast de trap en trekt zijn verkreukeld t-shirt tevergeefs recht en schudt zijn hoofd een paar keer om zijn krullen uit zijn ogen te jagen. Ook zijn vriend Frank komt erbij staan. “We willen een pak laten maken bij de tailorshop.” In een flits gaat het Trojaanse paard in gallop ervandoor en loop ik blij met de twee komische vikingen mee naar buiten.

Als we de receptie van het hostel passeren, stopt Jimbo de Australier die daar werkt me. “Er waren hier afgelopen week twee mensen naar jou op zoek. Een heel schattig Nederlands stel”. (Zie je hoe je onderdeel van het verhaal wordt, Paul?) Blij verrast door het bezoek en lichtelijk teleurgesteld dat ik ze net gemist heb, lopen we verder richting de drukte van Sukhumvit.

Ik heb deze straat zeker al honderd keer gelopen, maar het blijft me elke keer verrassen met een nieuw beeld. Dit keer is het een Thais mannetje dat druk bezig is met plastic zakjes vast te knopen aan een lange stok. Hij heeft de stok bijna vol geknoopt en vanuit de gebolde zakjes kijken honderd wijd opengesperde ogen me aan. Wanneer ik dichterbij kom zie ik dat in elk zakje een klein goudvisje zwemt. Af en toe zit er tussen alle oranje gekleurde zakjes een groen zakje, waar een schildpadje in rond spartelt. Ik laat de stok met de honderd ogen voor wat het is en loop verder richting de Turkse/Indische wijk. Hier stikt het van de tailorshops. We lopen een zaak met de Duitse naam “Hermann” binnen, waar een Nepalees de glazen deur voor ons openhoudt.

Binnen zijn de wanden tot aan het plafond gevuld met rollen stof waarvan de kleuren perfect in elkaar overlopen. Een man met een gigantische tulband legt in perfect Engels uit dat hij elk jaar naar Duitsland reist om daar kostuums te verkopen. De jongens zijn hier dus in goede handen, meent hij. In een mum van tijd zijn de jongens behangen met lappen stof en wordt er een beroep gedaan op mijn vrouw zijn. De twee blonde krullenkoppen kijken me wanhopig aan en smeken me, “welke print moeten we kiezen? Welke kleur past het beste bij me? Hoe kom ik zakelijk over, maar zie ik er toch jong en sportief uit?” Dit zeggen ze niet met zoveel woorden, maar ik kan het lezen in hun ogen en zien aan de manier waarop ze ongemakkelijk de lappen stof heen en weer schuiven. Ruim een uur later hebben we een prachtige kleurencombinatie gekozen en kunnen we de pakken de volgende dag ophalen!

Om onze aankopen te vieren besluiten we die avond naar de Nederlandse bar te gaan. Terwijl Frank in gesprek raakt met een meisje uit ons hostel, praten Tobi en ik met elkaar. Ik merk dat ik hem kan laten blozen, wanneer ik op een bepaalde manier lach. Dat moet iets betekenen, toch? Ik ben er niet zo zeker van, alhoewel iedereen uit ons hostel daar anders over denkt. “Wanneer gebeurt er nou eens wat? Jullie draaien al dagen om elkaar heen!” Soortgelijke opmerkingen heb ik de laatste dagen veel gehoord, maar ja Disney heeft mij geleerd dat de man altijd het initiatief neemt. En met de wijsheid van Disney in mijn broekzak, wacht ik geduldig af.

Net wanneer we iets dichter naar elkaar toe draaien, komt de barmeid Far tussen ons instaan. Ze is ervan overtuigd dat ik een celebrity ben van de Thaise televisie. “Hey my fwiend”, zegt ze terwijl ze me een stevige omhelzing geeft. Dan kijkt ze Tobi onbeschaamd van top tot teen aan en geeft mij een vette knipoog die hij helaas ook ziet. Ze legt haar armen om ons heen en vraagt Tobi; “You like my fwiend?” Tobi loopt rood aan en draait zijn gezicht weg. Far moet lachen en pakt zijn hand en mijn hand. Met verrassend veel kracht dwingt ze ons om elkaars handen vast te houden. Het is grappig hoe iemands hand vasthouden enorm onschuldig en betekenisloos is met welke vreemde dan ook, maar zodra er meer aan de hand is lijkt het wel een enorm beladen iets te zijn. Ongemakkelijk proberen we onze handen los te trekken uit haar houtgreep. Weer vraagt ze Tobi; “You like my fwiend?” Dit keer zegt Tobi dat ze hem verlegen maakt en met nog een dikke knipoog en een luide lach loopt ze eindelijk bij ons vandaan. Tobi en ik kijken elkaar niet aan en terwijl we vijf minuten geleden nog druk in gesprek waren, weten we opeens niets meer te zeggen. Een dronken gozer maakt van de stilte gebruik en begint tegen me aan te praten. Zo kort maar beleefd mogelijk geef ik antwoord, terwijl ik vanuit mijn ooghoeken zie dat Tobi stilletjes opstaat en naar buiten verdwijnt met Frank. Vijf minuten later komt Frank aankondigen dat ze teruggaan en of ik mee ga of hier wil blijven. Bedankt Far, “fwiend”. De directe Thaise manier werkt niet bij iedereen!

Foto's

fcdd5.jpg
fcdd5.jpg
Annettoz
3d015.jpg
3d015.jpg
Annettoz