De kermis genaamd Khao San Road
De kermis genaamd Khao San Road
Terwijl het vliegtuig de landing inzet, kijk ik uit het kleine raampje naar de stad die ik de komende drie maanden mijn thuis zal gaan noemen. Een nieuw hoofdstuk in een al halfgeschreven verhaal, of wordt het misschien een compleet nieuw boek met een heel nieuw begin misschien? Het is mij om het even. Beiden betekent een verbetering van de huidige situatie en een verbetering is iets wat ik hard nodig heb. Sinds “the break-up” heb ik een paar zware maanden achter de rug, die mij eerder deden overleven dan leven met volle teugen. Met een langzame verstikking van alles wat ik ben en ooit ben geweest tot gevolg.
Terwijl ik afscheid neem van mijn nerveuze tien uur lange buurman, raak ik het koele ijzer van mijn ijzeren long even aan als bedankje voor de veilige landing en stap de sluis in. Op zoek naar mijn rugzak bij de aankomsthal. Een half uur later loop ik volledig in evenwicht met mij backpack op mijn rug en mijn kleine rugzak op mijn buik richting de uitgang van het vliegveld. Kleine Thaise vrouwtjes wachten de verse toeristen op met tasjes fruit als welkomstgeschenk. Een beetje zoals het vroeger moest zijn gegaan toen onze werelden elkaar voor het eerst ontmoetten. “Welkom vreemdeling. Hier heb je een takje fruit, laad nu je schepen vol rijkdom maar uit.” Er is misschien een hoop verandert in die paar honderd jaar, maar de essentie is nog steeds hetzelfde. Dat beeld wordt meteen versterkt op het moment dat ik de vele oude Europese mannen het vliegveld zie verlaten met een jong Thais meisje aan de arm. En ik maar denken dat ze op zakenreis zijn!
Na de vele verhalen over Thailand, neem ik het welkomstgeschenk argwanend aan. Na drie keer na te vragen of het echt gratis is, hang ik het tasje om mijn arm en ga op zoek naar mijn weg. Op aanraden van een aantal backpackers besluit ik richting het beruchte Khao San Road te vertrekken. Een keuze die ik al snel zou bespijten. Na een vrij langdurige taxi-rit wordt ik bij een straatje eruit gezet. De straat is aan beiden kanten volgepropt met marktjes, barretjes, hostels en restaurants. Of nee, beter gezegd; Amerikaanse fastfoodketens. Daarnaast is 90% van het rondwandelend publiek overduidelijk Europees. Terwijl ik mijn tassen weer op mijn lichaam hijs, vraag ik het eerst normaal uitziende meisje dat voorbijloopt om een goed hostel. Ze wijst me wat onwillig de weg naar “Mom's Guesthouse”. Zo'n huiselijke naam moet wel staan voor een gezellig hostel! Bij de aardige vrouw achter de balie check ik in. Helaas hebben ze alleen maar tweepersoonskamers, dus krijg ik er een voor mijzelf toegewezen. Als ik eindelijk mijn zware spullen op het bed heb gegooid en mezelf heb opgefrist besluit ik op onderzoek uit te gaan. Ik wil vooral mensen ontmoeten! Tot mijn teleurstelling heeft het hostel geen gezamelijke ruimte, dus kan ik alleen maar op mijn stille kamer rondhangen waar alleen mijn dagboek op me wacht. Na een halve, eenzame dag raak ik eindelijk aan de praat met een Brits meisje op de wc. Een geweldige plek om mensen te ontmoeten! Ze vraagt of ik met haar vriend en haarzelf wat ga drinken die avond. Zo gezegd, zo gedaan.
Terwijl we uit een felgekleurde emmer een Thaise alcohol mix drinken, vertellen ze me over hun eerdere reis naar India en wat een schokkende dingen ze daar gezien hebben. Mensen gingen letterlijk dood op straat, terwijl voorbijgangers er onverschillig overheen stapten. Een ervaring die ze heel wat dankbaarder maakt voor het Britse systeem. Ik hoor de schokkende verhalen aan, neem de kermisomgeving in me op, zie hoe een man zonder benen zijn weg baant door de toeristen, hoor drie verschillende liedjes uit omringende barretjes schallen wanneer een klein handje mijn bovenarm aanraakt. Als ik me omdraai kijk ik in het gezicht van een twaalfjarig Thais meisje. “Wil je een roos kopen?” Ik kijk naar haar armen vol rozen. Verderop zie ik een even jong meisje bij twee dronken Westerse jongens op schoot zitten terwijl ze al flirtend haar bloemen probeert te verkopen. Ik raak aan de praat met haar en vraag me af waarom ze niet in bed ligt op deze doordeweekse dag. Ze wil geld verdienen om een computer te kunnen kopen, zodat ze kan studeren. Als ze weer verder gaat met haar verkoop, besef ik opeens hoe deze kinderen beroofd worden van hun kindzijn. Het leren bespelen van mensen, dronken jongens, verlegenheid aan de kant zetten, in het midden van de nacht de ergste straat van Bangkok in...Wat vreselijk!
Nog moe van de vlucht besluit ik naar bed te gaan. Wanneer ik de tweede verdieping van het hostel oploop, boort een vreselijke lucht mijn neus in. Ik ga bijna over mijn nek van de penetrante lucht. Ik zie een man tegen de deurpost van de wc leunen, terwijl twee Thaise vrouwtjes hard aan het boenen zijn. De man heeft de halve gang ondergescheten, inclusief zichzelf! Ik vlucht snel mijn kamer in en tape het liefste elke kier dicht om die stank buiten te houden. Een uur later lig ik nog wakker dankzij een paar overgevende, dronken backpackers en de bonkende beat van een bar naast de deur. Uiteindelijk overwint de slaap het van alle prikkels.
De volgende ochtend zit ik enorm brak aan het ontbijt bij een bar naast de deur. Het is tien uur 's ochtends en vlak voor me staan twee Engelse jongens met een biertje in de hand overdreven te dansen op de muziek, terwijl een straatverkoper me vraagt of ik een belachelijk grote aansteker wil kopen. Na een nacht weet ik het al; Khao San Road stopt nooit. Hier vind ik niet wat ik zoek. Wegwezen dus!