Noord Syrië

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Het unieke Rasafeh

Noord Syrië,
Syrië


Een weinig bezochte, maar volstrekt unieke bezienswaardigheid ligt aan de rand van de woestijn 25 km ten zuiden van Mansura, een plaats aan de weg van Aleppo naar Deir Ez-Zor. Plotseling verschijnen ‘in the middle of nowhere’ aan de horizon lange vestingmuren. Het is het spectaculaire Rasafeh, een volledig ommuurde stad van zo’n 1.500 jaar geleden.
De oorsprong van Rasafeh ligt in de 3e eeuw van onze jaartelling toen de Romeinse keizer Diocletianus een verstrekte karavanserai liet bouwen langs de antieke handelsroute van Damascus via Palmyra naar de Eufraat. De plaats werd pas echt beroemd na het martelaarschap van Sergius, een tot het Christendom bekeerde Romeinse soldaat die weigerde aan Jupiter te offeren. Sergius werd al gauw als heilige vereerd en naar zijn graf reisden grote aantallen pelgrims. Rond het eind van de 4e/begin 5e eeuw was hij zo bekend dat de plaats Sergiopolis werd genoemd. Er werden nieuwe verdedigingsmuren gebouwd samen met een basiliek en grote watercisternen. Onder keizer Justinianus (527-565) werd in Sergiopolis een groot garnizoen gelegerd. Hij liet de verdedigingsmuren op een veel grotere schaal van steen in plaats van tichels herbouwen. Maar uiteindelijk werd Rasafeh in de 7e eeuw toch door de Sassaniden uit Perzië verwoest. De Omayyaden kalief Hisham zorgde voor herstel. Buiten de muren liet hij een mooi paleis bouwen. Ondanks een zware aardbeving aan het einde van de 8e eeuw bleef de plaats zelfs tot eind 12e eeuw een bedevaartsoord.
Het is werkelijk verbazingwekkend om op deze eenzame plek in het lege woestijnlandschap een compleet ommuurde stad aan te treffen van maar liefst 500 x 400 meter. Binnen de redelijk bewaard gebleven muren die op sommige plekken beklommen kunnen worden, liggen de resten van vroegbyzantijnse kerken. De interessante architectuur is gedurfd met mooie decoraties. In het zuidoosten staat de ruïne van de kerk van St Sergius die voorbeeldig gerestaureerd is. Maar het meest ongelooflijk zijn de enorme gewelven van de ondergrondse watercisternen in het zuidwesten die 15 eeuwen ongeschonden hebben doorstaan. De grootste zijn maar liefst 13 m diep en 58 m lang. Zij kunnen van binnen bekeken worden via een reeks ongelijke, smalle treden steil omlaag naar de bodem.
Aan de oostzijde ligt buiten de muren een cafetaria. Neem een hoofddeksel en voldoende water mee en reken voor de bezichtiging op twee uur. Je zult tot een van de weinigen behoren die van deze hoogst indrukwekkende plek in alle rust genoten hebben.