Eerste hulp bij spierpijn
Eerste hulp bij spierpijn
Met Thura, onze gids die ons een aantal dagen mee de bergen in neemt voor een trektocht, lopen we terug naar het lager gelegen deel van een dorpje van de Palaung stam. We zijn net bij een basisschooltje geweest en voelen ons helemaal geliefd en gezegend. Geliefd, omdat de kinderen, die nog bijna geen toeristen of helemaal geen toeristen hebben gezien, ontzettend enthousiast reageerden op onze verschijning. Ze waren door het dolle heen als we een foto van ze maakten en ze die vervolgens lieten zien. Ze sprongen om ons heen, keken vol verwondering naar onze blonde haren en witte huidjes en schepten tegen elkaar op als ze ons een handje of knuffel hadden gegeven. En gezegend, omdat we deze armoe niet kennen, omdat school in Nederland mogelijkheden biedt en omdat er vroeger bij ons op school glas tussen de kozijnen zat, verwarming was en iedereen zijn eigen tafeltje had.
Met onze hoofden nog bij de lieve kinders passeren we een echtpaar in hun tuin. Thura vraagt ze of we mogen kijken naar wat ze aan het doen zijn geloof ik, want hij neemt ons mee de tuin in en begint uit te leggen. De man voert een behandeling tegen spierpijn uit bij zijn vrouw. De mensen hier hebben vaak hele erge spierpijn doordat ze hard moeten werken in de velden. De Palaung geloven dat deze behandeling, een Chinese traditie, het beste ‘medicijn’ is tegen spierpijn.
Met ogen zo groot als schoteltjes kijken we naar de vrouw, die helemaal onder de rode plekken zit. De man smeert wat olie op haar huid en schraapt er vervolgens met de onderkant van een blikje overheen. Vlak daarna zien we haar huid op die plaats donkerrood worden. We kunnen zien dat ze pijn heeft en maken ons zorgen over haar huid.
Thura gaat verder met zijn uitleg en zegt dat het schrapen niet de oorzaak is van de rode huid. ‘If her muscles hadn’t hurt, her skin would not have turned red.’ We herhalen vragend wat hij ons zojuist heeft wijsgemaakt en hij knikt vol overtuiging. Als we elkaar vragend aan blijven kijken, zegt Thura dat we het zelf mogen proberen, mits we geen medicijnen slikken, want de combinatie van deze behandeling en medicijnen schijnt dodelijk te zijn.
Vol belangstelling loop ik naar de man toe. Hij smeert wat olie op mijn arm en begint te wrijven. Ik heb geen spierpijn, dus ik ben benieuwd of mijn huid net zo rood wordt als die van de vrouw. De man schraapt het blikje, in afwachting van mijn gezichtsuitdrukking, steeds iets krachtiger over mijn arm.
Na een ruime minuut concludeert hij dat ik geen spierpijn heb. Vol ongeloof staar ik naar mijn arm die nog niet het kleinste beetje verkleurd is! Nu concludeert ook Thura stralend dat ik geen spierpijn heb. Ik denk dat hij een van de weinige mensen uit de Birmaanse bergen is die begrijpt hoe vreemd dit moet zijn voor westerlingen en het maakt hem vrolijk. Het maakt ons vrolijk dat we iets hebben gezien wat onze logica tegen gaat en we beseffen hoe belangrijk reizen voor ons is geworden.