Goa
Whatever happens…GET on that train!
We staan op het perron van het grote spoorwegstation van Margao. Over 10 minuten moet de sneltrein uit Mumbai arriveren. We zijn enkele dagen daarvoor in Goa aangekomen. Lekker op het strand was het idee, even niets, gewoon genieten. Maar na een dag of twee, het was te voorspellen, begon het toch weer te kriebelen. Buurstaat Karnataka, dat leek ons wel wat om te verkennen. Als je maar zegt waar je heen wilt of wat je wilt, is het in India niet moeilijk iemand te vinden, die dat voor je kan en zal regelen. Een gids/chauffeur was snel gevonden.
Hij leek ons betrouwbaar en zo staan we hier in de vroege ochtend te wachten op de trein naar Udupi, 6 uur sporen verderop, in de staat Karnataka. Ik kijk eens rond. Wat een immens spoorwegstation, terwijl hier maar een spoorlijn loopt, die van het noorden naar het zuiden, van Mumbai naar Kerala. Veel treinen stoppen hier niet. Het perron is volkomen leeg. Geen mens te bekennen. Complete rust.
“Whatever happens…..GET on that train” zegt onze gids ineens. Niet begrijpend proberen we de betekenis van deze woorden tot ons te nemen. GET on that train? Daarvoor staan we hier toch? Lang tijd om deze voor ons cryptische uitspraak te doorgronden hebben we niet. Daar komt de sneltrein al aan en piepend en knarsend komt het gevaarte tot stilstand. Wat er de volgende twee, drie minuten gebeurt is nauwelijks te beschrijven.
Je ziet in films wel eens een tornado op een eenzame boerderij in de prairie afkomen. De bewoners denken nog: rennen naar de schuilkelder, maar voordat er een stap is gezet komt alles en iedereen in een spiraal van alles wat ronddraait. Stof, zwart, vliegende voorwerpen, een centrifuge waar niets meer te onderscheiden valt en alles steeds sneller lijkt te gaan draaien. Daar lijkt het nog het meeste op. Armen, benen, knieën, vuisten, schelden, schreeuwen. We worden overal geraakt en platgewalst. Kinderen worden over ons hoofd heen de trein ingegooid, pakketten worden tegen ons aangesmeten, het lijkt wel of de hele stad op het perron staat en tegelijk de trein in wil. En dan hebben we het nog niet over wat er allemaal uit wil. Ik krijg trappen, stompen, duwen, porren. En hoewel ik vreedzaam ben aangelegd snap ik al gauw dat de enige kans om dit te overleven is om gewoon terug te meppen. Heerlijk anoniem gelegitimeerd meppen.
Met de stroom mee worden we, ondanks de sterke tegenstroom, toch langzaam de trein ingedrukt. Het lukt ons met veel moeite, en met een ongekend hoog adrenalinepeil in ons, om onze gereserveerde zitplaatsen te bereiken. Die zijn natuurlijk bezet. Dit zelf regelen heeft geen zin. Het enige dat in India telt is gezag en dat heeft vaak een snor. Zo ook onze conducteur, die dit inderdaad snel en adequaat regelt. We zitten! Nog geen minuut later zit iedereen rustig en relaxed op zijn plek. Er zijn zelfs nog plekken over. Waarom die kleine oorlog van zojuist, denk ik. Iedereen heeft een heerlijke plek! Ik loop de trein door om te zien of in de andere wagons misschien toevallig niet de mensen zijn opgestapeld, maar nee. Iedereen zit en nog ruim ook. De reis verloopt rustig en na 6 uur komen we in Udupi aan. Karnataka, here we come.
Op de laatste avond van dit tourtje kamperen we in de Karnatakaanse wildernis. Tentje, houtvuurtje aan. Onze zeer vriendelijke gids/chauffeur heeft enkele locals uit het naburige dorp geregeld. Zij zullen ter verhoging van de feestvreugde van de gasten uit Europa enkele eeuwenoude liederen ten gehore brengen. Liederen die ongetwijfeld gaan over de moedige en heldhaftige daden van hun voorouders, over verboden liefdes of over het afslaan van een aanval door tijgers.
Het wordt een lange zit. Alle liederen gaan hetzelfde. “Ajabasamalawaba”, op één en dezelfde toon, waarbij met een interval van drie seconden hard op een trom wordt geslagen. Bij lied nr. 3 denken we nog dat het nu wel snel voorbij zal zijn, bij lied nr. 7 beginnen we maar wat onhandig mee te klappen en bij lied nr. 15 ben ik de tel kwijt. Na 2 uur houden ze het voor gezien en kunnen we naar onze tent.
Opgelucht ga ik liggen. Mijn gedachten gaan naar de afgelopen dagen. Tempels hebben we gezien, optochten, feesten, monniken, bergen. We hebben olifanten gewassen in de rivier nabij een slaperig plattelandsdorpje, veel vogels gezien, apen. Ja, zelfs tijgers hebben we gezien. Moe maar voldaan bedenk ik me dat ik nu wil slapen. O ja, nog één ding. Morgen gaan we weer terug met de trein. Tevreden draai ik op mijn andere zij. WE KNOW WHAT TO DO! Drie tellen later ben ik weg.