India
Ahmedabad: bezoek aan het Calico museum
1-1-2009
Eindelijk was ik in Ahmebedad aangekomen. Mijn hoofddoel was het bezoek aan het beroemde Calico museum, aangeraden door textielspecialisten. Men had mij met klem gewaarschuwd om vroeg te gaan. Er worden maar 25 mensen toegelaten. Alleen in de ochtend. Om 10.30 uur ging het open en om 9.00 uur had ik een tuc tuc mannetje geregeld die me bij het hotel kwam oppikken. Zo vroeg op pad gaan was heerlijk. De ochtend was koel en de drukte nog te behappen.
Toen we bij het museum aankwamen stonden er 4 mensen te wachten. Ik raakte met een Finse aan de praat. Ze vertelde me dat je in 2 uur, in een razend tempo, door het museum gejaagd werd. Het kon me niet schelen, ik was verzekerd van toegang en van dat tempo kon ik me geen voorstelling maken!
Om tien voor tien kwam er een hele dikke Indische bewaker naar buiten. (Zo dik zie je mannen niet vaak in India) Yes! Ik kreeg een nummer 5 in mijn handen geduwd. Hij gebaarde op een bijzonder barse manier dat we onze tassen en fototoestellen moesten inleveren. Hier kregen we een nummertje voor. Er lagen een paar boeken van het museum aan een touwtje. De Finse vertelde me dat je ze kon bekijken, maar dat ze hier niet te koop waren. Er lag een prachtige tuin om het museum, je liep onder de palmbladeren, bamboe en tussen waterpartijen. Er liepen pauwen en er vlogen valparkieten. Bij de receptie moesten we ons toegangsnummertje afgeven en in een boek onze naam, adres en beroep opschrijven. De gids was een Indische dame met een hoofddoekje omgeknoopt en een zwarte bandhami sjaal om haar hals. Onder haar oksel had ze een crème, zacht leren tasje, model jaren 60, geklemd.
Na een verplichte videopresentatie werden we bij elkaar gedreven richting ingang. De rij werd gesloten door een "bewaker" die in het wit gekleed was. Dat was de bezemwagen bleek achteraf. Verder werden we vergezeld door een 6-tal Indische dames in sari die ons overal de pas afsneden waar we niet mochten lopen. Je moest met de gids een verplichte route volgen. De uitleg ging over 1 pronkstuk van de zaal. Terwijl er soms wel 20 hingen! Je had geen tijd de anderen grondig te bekijken. Ik had mijn notitieboekje in de aanslag en een potlood om te tekenen.
Het was ongelooflijk wat daar aan textiel verzameld was en dat het bewaard is gebleven! Sommige stukken werden met hele fijne draadjes geweven en geborduurd. De grondkleuren waren vooral rood, crème en zwart.
Ik tekende wat ik kon, maar moest het al snel opgeven vanwege het hoge tempo. Ik maakte nog wat
aantekeningen van wat de gids vertelde vertelde. Dat vond ik ook wel waardevol. Ze benadrukte vooral om toch zeker voldoende te betalen voor het handwerk in de dorpen. Het was de enige manier om de eeuwenoude technieken te bewaren. Ook vertelde ze dat de meest ingewikkelde patronen uit het hoofd op het doek werden overgebracht. Ik heb de symmetrie gezien en de ingewikkelde patronen. Niet te geloven. Verder hing er een kleed van 1 m breed en 25 m lang. “Dit was vroeger de film” zei ze. Er werd een verhaal op afgebeeld, men ging ermee naar de dorpen en het verhaal ontvouwde zich voor het publiek.
We kwamen bij een afdeling waar een tempeltje van Krishna was uitgebeeld. Alle schoenen moesten uit en buiten achtergelaten. De vrouwen in sari opende deuren, deden lichten aan en zetten muziek op. Als we klaar waren (als de bezemwagen in zicht was) hoorden we de zware deuren achter ons in het slot vallen, lichten uitknippen en de muziek uitgezet. De collectie moesten we veelal in het schemerdonker bekijken om ze te beschermen tegen licht. We “pletsten” op onze blote voeten over de verschillende structuren van de marmeren vloeren. Een aparte maar fijne gewaarwording. Op blote voeten word je onderdeel van het gebouw.
Plotseling schoof de strenge gids naar me toe met een blauw kaartje in haar hand. Met haar pittige, bruine oogjes keek ze me aan en fluisterde: “Ssst, niks zeggen, ik vertel het je zo.” Stiekem keek ik op het kaartje. Het was het adres van een kunstboekhandel. Alleen gespecialiseerd in boeken over textiel, architectuur en schilderkunst. Ik wachtte opgewonden af. In de “museumwinkel” fluisterde ze me toe dat de kunstboekhandel prachtige boeken had en dat ze deze naar huis stuurden. Ik moest het even op me in laten werken. We kregen een wit briefje om naar de uitgang te gaan. Dat moesten we aan de dikke portier geven. O help. Toen ik in het hotel kwam had ik het nog vast. Ik had de neiging om om me heen te kijken of er 6 dames gehuld in sari in de buurt waren om het alsnog vriendelijk op te eisen...