Filipijnen
Een tocht door de Filipijnen
Toeterende taxi’s en auto’s, jeepney’s in plaats van tuk tuks, brommers, voetgangers, files, neonlichten, fastfood, chaos en herrie. Geen monniken maar voornamelijk christendom.
Denk je gewend te zijn aan een grote stad als Bangkok, kom je in Manila. Hele andere koek dus.
Armoe, de straat van ons hotel in Ermita (wat overigens een best hotel is) naar het centrum van de wijk Ermita is omgeven met armoe. Bedelaars, kinderen met een smotsig lief gezicht in vieze kleding, families die hun plek op straat hebben gevonden tekenen het straatbeeld. Een keiharde confronterende waarheid.
We vliegen naar Tagbilaran op Bohol eiland waar we een tricycle (das ook zo’n raar ding… soort tuk tuk) nemen naar Alona beach op een tropisch eiland. Tropisch is het zeker want het komt met bakken uit de donkergrijze hemel.
Maar na regen komt zonneschijn en de volgende ochtend haasten we ons om onze voeten in het witte poederzand te laten zakken en brengen de dag door aan zee.
Er leeft ook een allerschattigst monstertje in de bossen van Bohol met hele grote ogen en is maar liefst 10 cm groot (of klein). Het tarsier aapje is het kleinste primaatje ter wereld. In Corella is het onderzoekcentrum en aangezien het zeer onwaarschijnlijk is om deze miniatuurtjes in het wild te zien kachelen we op de brommer naar Corella. Ze leven in een groot stuk bos en de medewerkers zijn iedere ochtend uren bezig met het zoeken. Vandaag vonden ze er 6 en als we bij het aapje aan komen snappen we waarom Zo klein! Baby’s zijn zelfs zo klein als een pink. Grote uitpuilende ogen, kleine oortjes en plakhandjes. Wonderbaarlijk.
Van Bohol nemen we de boot naar Cebu.
In Moalboal ontmoeten we een 9 jarig wijs jochie. Hij is Filippino maar woont al jaren in Engeland. We raken aan de praat als hij vissen aan het zoeken is over de rand van de balustrade en hij schuift gezellig aan tafel. Het water is hier kraakhelder en je kunt meters diep kijken. Hij raakt niet uitgepraat over de onderwaterwereld en duikt zelfs.
De volgende avond zitten we in hetzelfde restaurant al kijkend over de balustrade als mijn vriend zegt, he een vis! Waarop ik antwoord, nee joh dat is zeewier met mooie waaiers. Als de vis na een half uur nog niet bewogen heeft geeft hij toe dat het bewegen loze ding zeewier is. Tot ons vriendje eraan komt, kijkt over de balustrade en zegt, he een lionfish! You are very lucky to see one. Lucky? Die dingen waren toch giftig?
Omdat we toch willen snorkelen staan we klaar in vol ornaat! Met al die enge beesten hier besluiten we te snorkelen met een wetsuit. Al gauw komen we in een onderwaterwereld vol kleuren en zien we de nemo’s stoer uit hun anemoon naar boven komen zwemmen als we de camera op ze richten. We flipperen richting de drop off en komen onderweg nog een blowfish tegen. De drop off is een muur van kleurrijk koraal en daarna totaal donker en diep. We komen ons duikende vriendje met zijn instructeur tegen en zwaaien vrolijk naar elkaar waarna de instructeur op iets wijst wat onder ons ligt. Zij duiken er naartoe als wij blijven kijken en een prachtige grote schildpad maakt zich los van de grond en zwemt elegant langs de koraal muur. We volgen de schildpad onder ons totdat hij zich weer neerzet tussen het koraal.
Een hilarische busrit brengt ons naar Cebu stad. Met een studentenpas krijg je korting, zo ook in de bus. Een oud vrouwtje zonder tanden en grote oren komt de bus binnen gestrompeld. Als ze moet betalen rommelt ze in haar tas en laat ze vol trots haar studentenpas zien waarop iedereen die om haar heen zit begint te schateren van het lachen. De vriendelijke man achter ons vertaald naar het Engels, studentenpas! Zeker van Zweinstein! Goblin! Als ze de man even later een appel aanbiedt moet hij nog harder lachen, dat is zeker die vergiftigde voor sneeuwwitje! Gelukkig kan ze er zelf ook om lachen.
Van Cebu vliegen we naar Puerto Princessa op Palawan. Puerto Princessa is de schoonste stad die we in de Filipijnen hebben gezien, voor het op straat gooien van vuil staat een boete.
We nemen de bus naar El Nido, een dorpje aan de voet van reusachtig karstgebergte en belanden op aanraden op Corong Corong strand, 10 minuten van El Nido. We hebben ons eigen houten hutje op het strand, een huisspin, kuikentjes onder ons huisje, een kitten op de veranda en een hondje. S’avonds eten we aan het strand kijkend naar de ondergaande zon als er uit de grote wolk boven het gebergte aan de overkant van het water verschillende tuitjes komen die langer en langer worden totdat het zeewater op spat. Is dat niet het begin van een tyfoon? Gelukkig blijft het bij een windhoos als de tuitjes langzaamaan verdwijnen en wij het droog houden terwijl we het aan de overkant zien regenen.
Naar El Nido kom je voor de Bacuit Archipel, karstgebergte op zee met verborgen helderwitte strandjes en fonkel blauwe lagoons met kraakhelder water. Op onze eerste tocht zien we ze vliegen, een vis dan, die over het water scheert met wapperende vleugels. Om op ‘secret beach’uit te komen moeten we door een gat in de rotsen zwemmen, maar de inspanning wordt beloond! We lunchen op het strand en snorkelen tussen kleurrijke vissen. Koraal is er niet of nauwelijks door het dynamiet vissen wat inmiddels verboden is.
Op de 2e tocht klimmen we weer over de rotsen wat ons brengt naar een mintgroene lagoon. De andere lagoons die we zien bestaan uit verschillende kleuren blauw en groen, fel afstekend tegen het grijs van het puntige graniet.
Op ons strandje genieten we van de allermooiste zonsondergang. De lucht kleurt van oranje naar goud naar felroze en het strand is roze verlicht met op de achtergrond de vissersbootjes.