Noord Kaap
Van criminelen in Kaapstad naar de rust in het Cedergebergte
Zuid-Afrika is het land van de bijzondere en adembenemende uitzichten. Achter iedere bocht wordt je getrakteerd op een nog mooier stukje Afrika.
Vanmorgen vertrokken we uit Kaapstad nadat we eerst kennis hadden gemaakt met, naar we denken, criminelen die op mijn pincode uit waren. Volgens hen moest ik echt nog een keer mijn kaart en pincode invoeren. Zij zouden wel even meekijken. Jammer voor hen dat ik geen domme toerist was en kwaad bij ze ben weggelopen.
Maar goed, Kaapstad moeten we nu achter ons laten. Kaapstad, wat toch voelde als thuiskomen. Het Kaapstad dat we nu ook van bovenaf hebben gezien, namelijk eindelijk vanaf de Tafelberg.
De eerste ruim 100 kilometer onderweg naar Clanwilliam zijn niet heel boeiend. Er waren wat heuvels, er was wat gras dat afgewisseld werd door wat boompjes of struiken. Verder was er niet veel meer dan asfalt. Dorpen zagen we eigenlijk nauwelijks.
Eenmaal aangekomen in het Cedergebergte wordt het landschap boeiender. De bergen zien eruit alsof iemand gewoon in het wilde weg rotsen aan het gooien is geweest. Bij de grotere rotsblokken vraag je je af hoe het kan dat ze niet naar beneden kletteren.
We overnachten in Clanwilliam. Een plaats waar we qua rust en ligging nog best een extra nacht door zouden kunnen brengen, maar we hebben de grensovergang met Namibie op ons menu staan. Op zich ook geen verkeerd vooruitzicht. Iedereen die je verteld onderweg te zijn naar Namibie reageert blij verrast. Alsof ze er zelf ook heen zouden willen en nog nooit van toeristen gehoord hebben die er heen gaan.