Op reis naar school
Op reis naar school
Het meisje dat opgroeide tussen de theetuinen van Mulanje in Malawi werd zo groot dat ze naar school moest. Het prille begin was op een plantage school, samen met andere planterskinderen leerde ze zingen , knutselen, schrijven en tellen. Op een gegeven moment brak de tijd aan dat het meisje verder moest leren. Grootse plannen werden gemaakt, zou ze in Malawi blijven, of naar Rhodesië of toch naar Nederland? Ze was pas acht.
De vader en moeder besloten, eerst naar de grote stad, Blantyre, Malawi. Daar moest nogal wat voor geregeld worden, zo ook een schooluniform. De moeder vond het uniform te duur en bedacht - dat kan goedkoper! Bij de lokale kleermaker werden vier blauwe jurken volgens het voorschriftpatroon in elkaar gezet. De rest van de geüniformeerde garderobe uitrusting werd wel in de grote stad gekocht, tijdens de maandelijkse boodschappendag.
Het eerste semester zou beginnen, het meisje vond het bijzonder spannend, voor het eerst een hele week van huis, allemaal vreemde kinderen. Haar zusje keek vol bewondering naar haar grote zus zo vol ornaat aangekleed. De oude ‘ Humber stationcar’ werd eerst gepoetst en zondagmiddag ingeladen, de hond kreeg een laatste knuffel. De familie was op pad. Ze reden door het theedistrict, langs de plantages van vriendjes en vriendinnetjes. De vader mopperde over de weg – een zandweg aangevreten door de regens die ervoor zorgde dat de auto een wilde oorverdovende dans vervolgde richting stad. De ‘Mdima road’ de hoofdweg naar de stad, kende vele gezichten. De ene keer rul zand wat grote stofpluimen achter de auto en erin creëerde, de familie leek dan op gewentelde roodzand kroketjes op bestemming. Na tropische regenbuien zou de auto zich door een soort chocolademousse ploegen, bij een andere rit schudde de familie als drilpuddinkjes over een golfplatenwegdek. Eenmaal aangekomen in de stad waren auto en familie deze keer stil – het teerwegdek van de stad en de anticipatie op het grote gebeuren de reden. De oude Humber reed door grote hekken met schoolembleem “St Andrews Primary School”, toen ontstond er bij het meisje een gevoel alsof haar hart in haar bips zakte. De moeder, vader en het zusje brachten het meisje naar haar slaapzaal, een meisjesslaapzaal met 30 bedden ieder met en klein kastje naast het bed. Met een dikke traan zwaaide het meisje haar vertrouwde veiligheid dag. Die avond zat ze voor het eerst met zeker tachtig vreemde jongens en meisjes in de grote eetzaal. De week duurde lang, het was een vuurdoop naar zelfredzaamheid. Gelukkig kwam de vader iedere vrijdagmiddag met zijn Humber door de schoolpoorten rijden en vervolgde ze samen de weg terug naar het huis midden in de theetuin.
Het meisje werd elf, een school in Rhodesië was beter. Weer nieuwe uniformen. Ja U leest het goed, uniformen! Zomeruniform, winteruniform, sportuniform, uniformondergoed, een colbert met schoolembleem en nette hoed. De vader en moeder gingen met het meisje naar ‘Sanders’, een chique warenhuis, die in opdracht van verschillende elite scholen zorgde dat het persoonlijke uniform en inventaris voor de leerlingen in orde en compleet gemaakt werd. Het inventaris hield in o.a. een hutkoffer, dekens, handdoeken, tennisracket, zwempak, badmuts en een echte vulpen. Het was gelijk duidelijk het meisje zou naar een school gaan voor jongedames, en zo werd het meisje ook benaderd door de strenge oude taart met gepermanent lichtlila haren en meetlint die haar opmat voor de uniformen. Het is begin jaren zeventig in de oud Engelse kolonie Rhodesië, een land die nog krampachtig vast houdt aan de Engelse gebruiken en protocollen.
Het internaat, ‘Chisipite girls primary and senior school’ was alleen voor meisjes. Daar in de tropen werd het meisje met vele ander meisjes naast kennis ook perfectie, beleefdheid, etiquette, koken en naaien bijgebracht. Slapen werd óók hier op een slaapzaal gedaan. Om acht uur s'avonds gingen de lampen uit, oh wee als er gekletst werd. Vijfhonderd regels "I must not talk after lights out". S'ochtends vroeg om zes uur ging de bel - opstaan. Voor het ontbijt werd het meisje en de andere geïnspecteerd, schoenen gepoetst, haren keurig in de strik en zat de stropdas wel recht. Regels zijn er natuurlijk om te breken en stiekem lol trappen hoorde er bij, maar betrapt bij overtredingen….dan was er onverbiddelijk straf! Etiquette, met enig regelmaat zat het meisje met ‘haar’ tafel van acht jongedames bij de directrice aan de met damast gedekte tafel. Het meisje leerde netjes eten met zilver bestek en kristal , én een onderhoudend gesprek voeren zoals een jongedame betaamt.
De scholen in Rhodesië waren van dusdanig niveau dat kinderen uit de omringende Afrikaanse landen bij de internaten ingeschreven werden, een internationaal erkend Engels ‘Cambridge’ certificaat was cruciaal. Kinderen uit Zambia kwamen met bussen, uit Malawi en Botswana met vliegtuig en uit Rhodesië kwamen ze gewoon met de auto. Het meisje van de theetuinen reisde met vliegtuig. De laatste minuten met de vader en moeder op het vliegveld werden uitgerekt tot het echt niet meer kon. Het meisje en de andere kinderen hadden allemaal groot verdriet, een afscheid voor twaalf weken. In schooluniform zwaaide het meisje nog even stoer van de vliegtuigtrap. Door het vliegtuigraampje zag ze de vader nog heel lang met twee armen zwaaien terwijl het vliegtuig zijn weg steeds verder door de lucht baande. Ze keek verdrietig over het dorre Afrikaanse land langs de propellers van het merk Rolls Royce, in de diepte een klein vliegtuigschaduwtje. In Rhodesië stond op het vliegveld de schoolbus klaar. Aan het slot van het semester was de sfeer van andere aard, het vliegtuig werd zowat afgebroken door vreugde, tranen nu ingewisseld door schatterlach.
Het reizen werd gedurende de jaren zeventig steeds moeilijker. Rhodesië verkeerde in oorlog en had te maken met een internationale boycot. Zuid Afrika steunde Rhodesië nog wel, het meisje vloog via Johannesburg van en naar Malawi. In eerste instantie waren de aansluitingen niet op elkaar afgestemd. Het meisje en de andere schoolkinderen moesten overnachten in een chique Zuid Afrikaans hotel op kosten van de vliegmaatschappij. Zomaar, zonder strengen juffen of ouders…….een hele nacht pyjamafeest, een hele nacht keten, een hele nacht vrijheid! Later was deze feestelijke tussenlanding ingekort tot een geprotocolleerde overstap onder toeziend oog van een stewardess. De oorlog werd grimmiger, er waren vliegtuigen uit de lucht geschoten door hitte-zoekende-raketten. Voor veiligheid werden maatregelen genomen die buiten het snap-vermogen van het meisje ging. Er werd na zonsondergang gevlogen, boven Rhodesiche grondgebied gingen alle vliegtuiglichten uit - tot vlak voor de landing. In het pikkendonker ronkte het vliegtuig voort onderwijl bonkte de hartjes in de borstkastjes, het meisje vond het maar niets.
Inmiddels is het meisje bijna achttien, haar examens gehaald en klaar voor een nieuwe stap. Het schoolreizen achter de rug. Nu begint het reizen voor plezier!