Trektocht langs gîtes over La Réunion
Trektocht langs gîtes over La Réunion
Avontuur op de vierkante kilometer
Twee boogschutters schoten hun pijlen enigszins lukraak op het piepkleine, Franse eiland La Réunion in de Indische oceaan. Twee weken doorbrengen op een eiland zo groot als Drenthe, zou dat ons niet gaan vervelen? Wat bezielde ons in hemelsnaam om hier helemaal naartoe te vliegen? We hebben het ontdekt! Afwisseling alom. Eén grote groene oase van jungle, kloven, snelstromende rivieren, vulkanisch gebergte en een mengelmoes aan culturele invloeden.
Torenhoge bamboe, lianen en gekrulde varens in alle soorten en maten gaven een bijzonder avontuurlijk gevoel in de jungle. Gelukkig geen enge slangen om te trotseren, maar wel continu levensgrote spinnen langs ons pad. Met hun dikke harde, inktzwarte karkassen en lang gestreepte fluorescerende gele of oranje poten, nodigden ze me niet erg uit om vriendjes te worden.
Zo veelzijdig als het planten -en bloemenrijk hier is, zo schaars is het dierenrijk. Zou het naastgelegen Madagaskar alle bijzondere diersoorten ingepikt hebben? Buiten een verdwaalde veldmuis, of pad, kwamen we uitsluitend talrijke huismussen, spinnen en muggen tegen. Ah muggen! In een mum van tijd was mijn kuit veranderd in een soort paddenstoelenhuid: melkfleswit met ontelbare rode stippen. Iedere blote seconde profiteerden ze van mijn kennelijk zeldzaam overheerlijke Hollandse bloed. Noch onder de douche, noch op de wc-pot kon ik rustig bivakkeren, zonder gepakt te worden. God, wat kan een mens gek van jeuk worden...
Geloof het of niet, het regent hier vele malen meer dan in ons kikkerlandje. Geen wonder dat het zo groen was dus. De boomgrens zit hier ook rijkelijk hoog op zo'n 2500 m. Tot daar wordt je wandeling gelardeerd met lichtgroene baardmossen, die precies zo aanvoelen als het mos dat menig modelbouwer van spoortreintjes gebruikt. Maar bofkonten als we zijn, viel al die neerslag niet op ons dak. Slechts één dag liepen we in een mistig, mysterieus bos naar het plaatsje Hellbourgh waar het maar liefst 300 dagen per jaar regent. Dit is zo'n vochtig oord dat je meubilair er binnen no time wegschimmelt. Nu begrijp ik waarom ze al die schattige Creoolse huisjes daar een kleurtje gegeven hebben.
Onze trektocht voerde door drie 'cirques', heel grote kratersystemen die niet op foto of papier zijn vast te leggen. Een onwaarschijnlijk mooi gevoel om in het middelpunt van zo'n grote cirkel met tientallen kilometers groen oppervlak te staan, ommuurd door een hoog, gekartelde kraterrand. Daar tussenin liggen dorpjes verscholen en uit het niets verschijnen soms Maria-altaartjes in de rotsen. Geen auto's. Naast een af en toe overvliegende helikopter, het lichte gekraak van mijn rugzak, het zachte tikken van wandelstokken en het eindeloze getjilp, restte stilte. Heerlijk! Eén van de letterlijke en figuurlijke hoogtepunten was de beklimming van de Piton de Neiges, de hoogste berg van het eiland. Voor dag en dauw vertrok ik in het donker. Nou moet ik eerlijk zeggen dat de weg omhoog en omlaag nogal saai was. In het donker zocht ik mijn weg tussen de rotsblokken door over de inmiddels versteende lava en tussen een horde 'mijnwerkers': andere toeristen die met hun hoofdlamp op dit als leuk beschouwen. Anderhalf uur later bijna bij de top, gloeide de horizon al vuurrood. Onder me werden de sprookjesachtig verlichte stadjes van het eiland steeds zichtbaarder. Boven de wolken uit, stond ik daar weer als een gelukkig mens op een scherp gekartelde top.
Tussen onze trekkingsdagen door wilden we onszelf verwennen met de thermen van Cilaos. Wij stelden ons een heerlijk warm (buiten)zwembad voor. Maar nee, het was heel apart, we moesten een programma kiezen. Geen moeilijke keuze als daar het relaxte tussen zit: een sauna, hydromassage en shiatsustoel. We waren de sauna nog niet binnen of we werden door één van de vrouwtjes in witte pakken al met een gebiedend vingertje de les gelezen: 'you must stay in there for 15 min., then you must take a cold shower. You must do that and don't come out until I come and get you'. Terwijl Roos net van haar 'one flew over een cuckoo's nest'-associatie (van het gekkenhuis) bekomen was, begaf ik me naar de hydromassage. In een ruimte met eindeloos veel waterleidingen, geel geworden ranzige muren (door het mineraalwater) werd ik onder de douche gezet. Een soort sprinklerinstallatie bespoot me van alle kanten. Daar zo in mijn uppie staand, kreeg ik heel nare beelden, oh God al weer een film 'escape from sobibor'....Gek genoeg voelden onze lijven naderhand toch als herboren.
Cultureel gezien is het één grote mengelmoes. Niemand is hier vreemdeling en tegelijkertijd toch ook iedereen. Réunion heeft geen inheemse bevolking. Fransen, Afrikaners, Indiërs en Chinezen zijn ernaartoe geëmigreerd. Veel gemengde huwelijken en overduidelijk geen etnische groepsvorming of discriminatie. In één gîte raakten we verzeild in een groep mensen van de plaatselijke kringloopwinkel. Mijn ogen bleven maar getrokken naar het gemêleerde gezelschap van Fransen, Afrikaners en een stel macho gidsen. Hoe verzin je het bij elkaar? Hier kan het. De mensen zijn hier ontzettend gastvrij, open en vriendelijk. Speciaal voor ons houden ze een pianissimo tempo Frans aan, zodat ik met enig geluk gemiddeld één woord per zin verstond. De verscheidenheid aan culturele achtergrond komt ook tot uiting in de ietwat Jamaicaanse reggae muziek en het eten. De Fransen overheersen met hun eeuwige stokbrood met president als ontbijt en de euro. Maar in de gîtes moesten we eten wat de creoolse pot schafte: rijst, met linzen of bonen, sambal en pittige worstjes. Best lekker en met de rum die daar in alle smaken rijkelijk over tafel vloeit, had ik het tenminste niet koud in de bergen. Helaas, vormt deze bijna gratis rum ook een groot alcoholprobleem onder de bevolking, waarvan 30% werkloos is. Tot slot is het een ongelooflijk sportief volk. Als een stelletje hardlopende gekken, sjezen ze op hun gympies als elastische gemzen over de grand randonnée. Daarbij voelden wij ons toch een stel lompe Hollandse toeristen met logge bergschoenen en een ietwat onhandige wendbaarheid over de rotsachtige ondergrond. We zijn en blijven ongetraind met ons vlakke kikkerlandje. Misschien verlang ik daarom wel altijd zo naar de bergen..