Centraal Namibie
Bosjesmannen, wat rest van een prachtige cultuur...
Na drie dagen dieren kijken in Etosha met als afsluiting een luxe nacht met heerlijk eten in de Aoba lodge wordt het nu weer back to basics. We zakken zo’n 400 km. af naar het zuiden en komen terecht in een gebied zo groot als Nederland dat geheel in Farms is opgedeeld. Wij overnachten in Omandumba een farm van een slordige 10.000 hectare.
Dat opdelen in farms vond plaats in een tijd dat Namibië nog Zuidwest Afrika heette en de blanken vonden dat zij het alleenrecht over dit gebied hadden. De oorspronkelijke bewoners, de San oftewel de Bosjesmannen, werden verjaagd, tot slaven gemaakt of gewoonweg vermoord. Van de oorspronkelijke bewoners van dit enorme gebied zijn er nog maar zo’n 33.000 overgebleven.|
De farm waar wij verblijven heeft een project opgestart om mensen met de cultuur van de Bosjesmannen kennis te laten maken zodat deze niet verloren gaat. Harald en Deike Rust zijn 4e generatie Afrikaners en proberen zelf ook nog de tradities van hun voorouders in ere te houden. Zelf hebben ze geen elektriciteit en moeten we het ’s avonds doen met een paar kaarsen op de kamer. Wel heel knus overigens. En het diner, oryx-goulash, gekookte aardappelen, wortels en salade was heerlijk!
De volgende dag bezoeken we het mede door Harald en Deike opgezette ´Living Museum of the San´. Als we aankomen worden we verwelkomd door Thomas. Niet echt een naam die je bij een Bosjesman zou verwachten. De Bosjesmannen hebben een soort kliktaal waar echt geen touw aan vast te knopen is, dus hebben ze allemaal maar een Duitse of Engelse bijnaam gekregen.
De omgeving waarin we zitten is fantastisch mooi. We zitten in het Erongo gebergte, grote vlaktes geel gras met daarin massieve granieten rotsblokken. In een paar uurtjes worden we ingewijd in San tradities, zo leren we vuur maken met behulp van een zacht houten ligstok met inkeping en hardhouten wrijfstok, raken we thuis in verschillende pijlsoorten en gebruik van gif, en het zetten van vallen. Dat we zelf actief meedoen zorgt voor veel hilariteit. De vrouwen laten zien hoe van de schaal van struisvogeleieren op minutieuze wijze sieraden worden gemaakt. Dan is het tijd voor het dansen. Vol overgave worden onder andere de regendans, giraffe en olifantsdans uitgevoerd. De mannen bewegen als in trance terwijl de vrouwen met gezang en klappen van handen het tempo en ritme aangeven. Alle dansen hebben een bepaalde betekenis, veelal om onheil of ziektes te weren. Waarschijnlijk hebben ze het al heel vaak gedaan, maar het plezier is van hun gezicht af te lezen. Even overwegen we nog om als tegenprestatie de Vogeltjesdans te doen, maar daar zien we toch maar van af als we de serieuze blikken zien.
Als slotstuk krijgen we nog een opvoering van hoe de Bosjesmannen in vroeger tijden op jacht gingen. Als volleerde toneelspelers laten ze zien hoe eerst de windrichting wordt bepaald, daarna het dier wordt beslopen en daarna met een in gif gedoopte pijl wordt beschoten. Ze moeten dan echter het geraakte dier nog tien tot twaalf uur blijven volgend tot het gif zijn verlammende werk doet. Anders zouden leeuwen, luipaarden, of andere jagers er met de buit vandoor kunnen gaan. Echt heel boeiend om te zien.
Nadat we afscheid hebben genomen van Thomas, Guenther, Erna en alle anderen beklimmen we in inmiddels tropische temperaturen de granieten koppies om van bovenaf de schitterende omgeving nog even te bekijken.
Omandumba, oftewel het huis waar het Bitterbossie groeit, zal ons nog lang in het geheugen bijblijven.