Centraal Namibie
Een Europees avontuur in een Namibisch paradijs
Aangekomen in ons guesthouse voor deze nacht “De Rooiklip”, krijgen we een sprankelende sekt aangeboden. Onze gastheer Frans vindt dat we eerst alle stress van ons af moeten laten glijden, alvorens aan de maaltijd te beginnen.
Ruim een uur later, met veel interessante levensverhalen, vind hij ons nog niet ontstrest genoeg, maar Hannelore wijst hem op het eten dat koud wordt en we gaan met de familie aan tafel.
Fransi, de zoon van Frans heeft een heerlijke zebragoulash gemaakt die vergezeld gaat van lekkere spinaziesalade (uit eigen tuin), butternot, een inheemse aardappelkleurige pompoensoort, pasta en spruitjes. En ik maar bang zijn om niet aan mijn groentetrekken te komen…Ik word nog aangemaand om vooral de spruitjes op te maken, want de Namibische keukenmeisjes eten dat niet en gooien het onherroepelijk in de vuilnisbak.
We sluiten de maaltijd af met heerlijk zoete, zojuist geplukte Papaja, verser dan vers kan niet.
Frans laat de meisjes voor mij speciaal bushmans thee maken. Deze wordt getrokken van een inheems struikje dat hartstikke dood lijkt, maar dat na jaren droogte door een beetje regen in slechts drie uurtjes, van een dood bossie in een groene florissante struik verandert.
De natuur is hier wonderlijk, de Namib Naukluft woestijn lijkt gortdroog, maar diep onder de bodem liggen waterreservoirs. De Oryx en de bergzebra’s graven met hun sterk groeiende hoeven net zo lang tot ze water vinden. Zo overleven ze in de deze droge wintermaanden en andere dieren hier profiteren mee.
Frans is geboren en getogen op een naburige farm. Hij werd voornamelijk grootgebracht door een op de farm werkend bushman echtpaar. Eigenlijk is hij zelf half bushman. Hij kan zelfs aan autosporen zien hoe lang het geleden is dat deze hier reed en wat voor merk auto het is.
Hannelore is echter geboren in Ludwigshafen en woont hier pas sinds 2000. Zij heeft 35 jaar bij BASF gewerkt en besloot toen om het drukke Europese leven te verruilen voor dit harde leven in Namibië.
Zij is de drijvende kracht achter deze guestfarm, Frans de enorm kundige klusjes- en vakman.
Ik heb ontzettende bewondering voor een vrouw die op late leeftijd nog een dergelijk avontuur aangaat. De zwarte Namibiërs zijn hartelijk, maar hun leefwijze staat lijnrecht tegenover de onze. Plannen kunnen zij niet. En ook met geld gaan ze anders om dan wij. Ze kijken niet vooruit. Als er geld is geven ze het gul uit. Als het op is, moeten ze weer aan werk en eten zien te komen.
Hannelore heeft dan ook een kindergarten gebouwd waar ze de kinderen van hun werknemers onderwijs en eten geeft. Ze leert de werknemers ook met geld om te gaan. Heeft een klein winkeltje waar de werknemers een deel van hun loon naar believen kunnen uitgeven.
Ze heeft géén heimwee naar Duitsland, mist haar familie ook niet, vrienden en familie komen regelmatig langs en bovendien heeft ze hier een nieuwe familie gevonden in haar “kinderen” en geniet ze van het gezelschap van de gasten.
Het is hard werken, het werk is nooit af, maar terug naar Duitsland, daar is ze heel duidelijk in: NEE!!!
Ze hebben verderop op de farm onder een miljoenenjaren oude overhangende rots, drie windvrije campingplaatsen gemaakt met geweldige openlucht toiletten en douches. Op deze toiletten wil je geen krantje lezen, maar genieten van het fantastische uitzicht. En een warme douche onder de sterrenhemel is een droom die werkelijkheid wordt. Bij hun huis hebben ze een aantal gastenverblijven gebouwd rondom een heerlijk zwembad natuurlijk ook met een magistraal uitzicht. Desgewenst kun je met Frans op gamedrive of een jeeptocht door de schitterende natuur maken.
De volgende ochtend maken we kennis met de guestfarm. Hannelore en Frans hebben hier een verweesde bergzebra groot gebracht. Zijn naam is Linus, het is een prachtig dier. De bergzebra onderscheidt zich van de gewone zebra door de prachtige tekening rond zijn staart (soort ritssluiting patroon). De gewone zebra heeft daar brede strepen, bovendien zijn de benen van een gewone zebra, in tegenstelling tot de bergzebra, ongestreept.
Maar niet alleen Linus is hier groot gebracht. Het lijkt hier wel een kleine dierentuin. Frans en Hannelore hebben hier schildpadden, waaronder zo’n 25 één jaar oude exemplaren, twee stekelvarkens, waarvan de oudste net een paar weken geleden bevallen is van een kleine.
Dan heb je nog een pauw, een stokstaartje, een ezel, een struisvogel, een oryx, paarden, 3 honden en een paar duizend schapen.
Linus de zebra heeft zijn grote liefde gevonden in nr. 7: de ezel. Ze zijn onafscheidelijk. Bergzebra’s kunnen echter pas een baby dragen of verwekken als ze minstens vijf jaar oud zijn. Dus nr.7 zal nog even moeten wachten tot ze kan bevallen van kleine zebrezeljtes.
In het grote omheinde terrein (zo groot dat het een paar heuvels omvat) lopen ook nog Willie de Struisvogel en Solo de Oryx. De vier zijn dikke maatjes, waar de één gaat, gaat de ander. Je zult nooit één van de dieren alleen tegenkomen. Solo de Oryx blijft echter altijd op gepaste afstand en Linus is duidelijk de initiatiefnemer.
Alle vier houden ze van aandacht. Als Hannelore ze roept komen ze onmiddellijk, Linus voorop.
Hij is een ontzettende knuffelkont en wil graag gestreeld worden. Zo ook nu, maar ook nr. 7 is niet vies van een knuffel. Willie wil gewoon graag in de buurt zijn en Solo blijft wat achterdochtig op gepaste afstand, dat is maar goed ook, want je moet er niet aan denken om aan zijn machtige spiesen geregen te worden.
Maar ook al zijn de vier dikke maatjes, één ding is duidelijk, Linus krijgt de meeste knuffels en aandacht. Daar zorgt hij wel voor. Hij is en blijft de baas, duwt de rest gewoon opzij en duwt zijn neus onder je hand als het wat te lang duurt. En als hij je erg aardig vindt bijt hij je speels in je hand. Een knuffel voor een knuffel.
Het is moeilijk om afscheid te nemen van dit paradijs en deze heerlijk gastvrije mensen, maar we moeten echt verder. Eén avond in het pikkedonker rijden is genoeg!