Zuid Sahara en oases

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Zuid Sahara en oases image

Down down

Zuid Sahara en oases
Marokko
Lione Kolsteren

Down down

Erfoud staat er op het bordje langs de kant van de weg. In de voorbereiding van onze rondreis heb ik deze plaats op de landkaart zien liggen als de laatste stad vóór de woestijn. De plaats waar de doorgaande weg ophoudt. Het stelt me gerust het bordje te zien, alsof ik zekerheid wil hebben dat landkaarten niet liegen. We bevinden ons hier zo’n beetje aan het einde van de bewoonde wereld. Die indruk wordt versterkt door de nagenoeg verlaten straten. Het is aan het einde van de middag en hoewel Erfoud geen erg kleine plaats lijkt is er nog niet veel leven op straat. Erg Chebbi is ons reisdoel en de verwachtingen zijn hoog gespannen. Erg Chebbi, twee jaar geleden hadden we er nog nooit van gehoord. Maar inmiddels weten we van veel mensen, dat je deze prachtige rode zandduinen toch echt gezien moet hebben, wil je als reiziger een beetje meetellen. We kijken er naar uit. We zijn er dichterbij dan ooit.

We stappen over in een jeep en we rijden Erfoud uit. We moeten er zo’n 20 kilometer vandaan zitten, en lange tijd zien we slechts een kaal landschap. Geen zand te zien nog, laat staan zandduinen. Maar van een langzame overgang in het landschap is hier geen sprake: de woestijn begint plotseling. Ineens zien we na een bocht de zandduinen opdoemen. Merzouga, een kleine nederzetting. Niet meer dan wat auberges voor de overnachting, wat tenten, en in het blauw geklede locals bij hun dromedarissen. Ze hangen wat rond met hun blik op oneindig. Een andere blik kun je hier ook niet hebben. En er is zand, overal zand. Het waait wat op. Een stoffige lome sfeer. Het is stil. In de verte de immense duinen.

Om zeven uur ’s avonds huren we beide een dromedaris voor een tocht door de woestijn. Het is niet gemakkelijk lopen door het zand en ons aanvankelijke plan om zelf naar boven te lopen laten we snel varen. Je vergist je hier enorm in de afstanden. Het scheelt al een stuk als we het eerste gedeelte kunnen doen op de rug van deze dieren, die er weliswaar geen zin in hebben maar beter door het zand kunnen lopen dan wij. In een kleine groep schommelen we de duinen op, omhoog gaat het. Het is aanvankelijk even balanceren om het juiste evenwicht te vinden, zeker als er geklommen wordt. Maar even later laten we ons meevoeren op de cadans van de logge dieren onder ons.

Na een uur krijgen de dieren rust. We moeten, willen we de top bereiken, vanaf hier vrij steil omhoog klimmen en dat is zelfs voor dromedarissen wat te veel gevraagd. We zullen dus op onze eigen benen moeten vertrouwen. Het valt niet mee: één stap omhoog, twee terug, zo lijkt het wel. Maar we bereiken de top: een smalle richel waar we in de avondzon gaan zitten en 360 graden om ons heen een overweldigend uitzicht hebben. We wachten op de zonsondergang, die de duinen in een mooie gloed moeten zetten. Af en toe wisselen we een woord, maar over het algemeen genieten we in stilte. Het kan nu niet lang meer duren…..

“You’ve got two minutes”, zegt onze begeleider ineens. Meestal zijn wij niet zo goed in cryptische uitspraken, maar dit keer begrijpen we hem onmiddellijk. “Two minutes to go down, fast!”. We hebben het zelf ook al gezien: in de verte komen donkere wolken in allerlei mooie maar onheilspellende kleuren snel naderbij. Ze zitten al bij het volgende duin, een kilometer verderop. Het is zand, heel veel zand in de vorm van dreigende wolkenluchten die alle kanten op draaien. Een zandstorm! We aarzelen geen moment, want we hebben (hoewel we een vermoeden hebben) geen idee wie sneller is: de zandstorm of wij. Springend en buitelend gaan we in een bijna nieuw record tientallen meters de zandheuvel af, naar een diepe kom tussen de heuvels. Beschutting, dat is wat we moeten zoeken. De wind giert en raast al om ons heen. Onze stemgeluiden verwaaien onmiddellijk. “Down down”, lijkt onze begeleider te schreeuwen. We hurken op de grond, hoofd tussen de schouder en krijgen een grote deken over ons heen. Dan wordt alles donker en zwart.

Zandkorrels overal, miljoenen. Geen meter zicht. Vette regendruppels, onweer. Dan na 10 minuten is het ineens stil en we kruipen onder onze deken vandaan. Het is voorbij. Zo vredig en zonnig als we een kwartier geleden op de heuveltop zaten, zo zwart is de lucht nu. De wind is wat geluwd. Het heeft geen zin meer om naar boven te gaan. De dromedarissen kuieren met hun vrachtje in colonne langzaam terug. Ik besluit te gaan lopen. Maar ik houd de dieren en de mannen niet bij, en ik loop in de weg.

Ik krijg een begeleider toegewezen en we lopen een andere route. Donker is het nu. Stil. Ik zie nagenoeg niets, en stap op de tast door. Er zijn hier weinig obstakels lijkt me, dus gewoon voet voor voet in het duistere niets zetten. Zo gaat het door; ik raak oriëntatie en gevoel voor tijd kwijt. We zouden er toch zo langzamerhand moeten zijn, maar nog geen Merzouga te zien, in de verste verte niet. Ik geef me over, zoals we ons overgaven aan het zand onder de deken. Het is doorgaan en ik geniet van de duisternis, de stilte, het idee dat ik hier in het volkomen niets, in een woestijn in Noord-Afrika loop. Na het niets zal het iets komen, zo houd ik mezelf voor. Het wordt iets lichter, een paar sterren zijn boven mij te zien. En dan zie ik ook de contouren van de stoet dromedarissen en even later de lichtjes van Merzouga. Het was even heel klein zijn in een grote woestijn. Overgave. En genieten.

Het avondeten staat al op ons te wachten in een grote tent. Er is eten,drank, muziek, geklets, mensen. En ik ben weer down down, to earth ditmaal. Contrasten kunnen groot zijn……


Foto's

b0e29.jpg
b0e29.jpg
Lione Kolsteren
43d18.jpg
43d18.jpg
Lione Kolsteren
43d18.jpg
43d18.jpg
Lione Kolsteren
81686.jpg
81686.jpg
Lione Kolsteren
81686.jpg
81686.jpg
Lione Kolsteren