Zeilen onder de maan van Marokko
Zeilen onder de maan van Marokko
De maan boven Marokko vannacht, ergens tussen El Jadida en Essaouira. Vol en rond. Glanzend. Onoverwinnelijk. Zoals de wedstrijdbal waarmee Nederland in ’88 het EK won – ik was vier maar zo moet ‘ie eruit hebben gezien. De borsten van Anna Nicole Smith, toen ze nog leefde, ook lang geleden. Het lichtgevende bolletje met kerstlampjes boven mijn kachel, uit de Ikea kerst-uitverkoop, ooit gekregen van mijn moeder toen ze als verrassing mijn huisje inrichtte. Het lampje dat, anders dan de bal en de borsten, nog wel actief is. In mijn huisje… Niet aan denken. Warmte. Knus. Huisje. Bed. Slapen. Thuis. Kachel. Bankje. Vriendinnen. Stop. Niet aan denken. Leon vertelde me net dat je met een telescoop een konijntje kan ontdekken op de maan. Ik kijk maar zie niets. Mijn ogen zijn dan ook geen telescopen.
Hoe laat is het? Uit de stand van de maan kan ik geen wijs worden. Mijn gevoel zegt 03.00 uur, maar het werd om 19.00 uur al donker, dus misschien is het nog maar 00.00 uur? Of 23.00 uur? Zucht. Ik haat nachtzeilen. Haat het. Wat een ellende.
Eigenlijk moet ik naar de wc – NEE Post, dat kun je niet maken. Leon ligt nog maar 5 minuten met zijn ogen dicht en heeft tot nu toe nauwelijks geslapen omdat ik niet 100% functioneer.
In de verte reizen enkele moskeeën van Essaouira op, tegen de oranje gloed van de zon. Eindelijk kan ik mijn aandacht weer focussen op mijn omgeving in plaats van op mezelf. Wow, hier hebben decorbouwers hun best gedaan. Het is alsof ik binnenvaar in een schouwburg waar straks een voorstelling gaat plaatsvinden tegen een sprookjesachtig décor. WEER een prachtig décor. Want na 1,5 week in Marokko weet ik, dit land is ontworpen voor fotocamera’s. Van veraf zijn alle plaatsen waar we binnenvaren vrouwelijk, rond, sierlijk. Gehuld in een laagje mist, alsof iemand is ingehuurd om constant achter een mistkanon toefjes in de lucht te spuiten. Het maakt het extra mystiek. Ik voel me bevoorrecht dat ik een kijkje mag nemen achter de mysterieuze deur met boven de klepel in sierlijke letters het naambordje ‘Marokko’. Die deur leidt ons naar straten vol met eettentjes die constant hun etensgeur verspreiden. Naar mierzoete muntthee en vriendelijke mensen. Naar havens die eigenlijk geen haven blijken te zijn, duizend vliegen die de boot opeisen, een overweldigende vis-stank die in de boot blijft hangen en hele schapenkoppen op de BBQ tijdens het offerfeest.
Marokko doet het beter als ansichtkaart dan als poster. Kijk je snel en sla je de details over, dan is het een land van allesovertreffende pracht. Maar kijk je groter en goed dan word je geraakt door de details die je op posterformaat wel ziet - vanwege de absolute ranzigheid en smerigheid dat het straatleven hier soms in zich heeft. Van veraf gekeken een florerende beauty, in detail vieze smuk. Maar dat vergeven we het land, want wie verstuurt er nou ook een poster? En de straatsmerigheid neem ik graag voor lief. Na zo’n lange nacht op zee kan ik namelijk wel janken van geluk: wat ben ik blij met land onder mijn voeten!