Timboektoe

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Timboektoe image

Naar Timboektoe - deel 3

Timboektoe
Mali
Papillonreizen

Naar Timboektoe - deel 3

‘Ja?’, vraagt de chauffeur met een wat-moet-je-blik als ik hem tegen zessen ergens achteraf heb opgespoord.
‘Wat de mensen, die je gestuurd hebben, zeggen is niet waar!’, deelt hij me ongevraagd mede.
Ik laat me niet sturen, maar wil na het horen van vijf verschillende verhalen graag van hem horen wat er aan de hand is.
‘De auto is bestemd voor 14, jullie zijn maar met z’n negenen en we gaan niet verder, voordat we vol zijn, anders kan het niet uit. Om zeven uur arriveert de bus uit Bamako en daar wachten we op. Timboektoe halen we vandaag toch niet, dat had je vanochtend al moeten begrijpen!’
Zijn gezichtsuitdrukking is afwerend en geïrriteerd. Dat hij negen ontevreden klanten heeft – die allemaal in de veronderstelling verkeerden vandaag in Timboektoe aan te komen - interesseert hem geen zier. En dat het beter was geweest ons vooraf te informeren vindt hij onzin, dit is Mali.

De getallen schieten razendsnel door mijn hoofd: autohuur, brandstof, tol, veerpont, aantal passagiers x tarief. Conclusie: kan uit bij 8 personen.
Ik bel zijn baas, die me op gegeneerde toon te woord staat:
‘Ja, mevrouw. U heeft gelijk, ik zal de chauffeur gelijk bellen.’
Huichelaar!

Zeven uur gaat voorbij zonder enige activiteit.
‘Monique, ga zitten’, zegt de chauffeur met een van stroop doordrenkte stem nadat Ibrahim, die hem goed blijkt te kennen hem aan de telefoon gehad heeft.
‘Waarom heb je me niet verteld wie je bent, dan was dit natuurlijk niet nodig geweest.’
Ik kijk hem aan en weet niet zeker of ik moet lachen of walgen van zijn gedrag.
‘Luister’, leg ik uit ‘het moet niet uitmaken wie ik ben of wat ik doe. Doe gewoon je werk en houdt je klanten tevreden. Communiceer! Open en helder. Al vóór vertrek!’
Hij knikt en vertelt dat we om middernacht gaan rijden, het heeft geen zin meer om te haasten, de pont over de Niger gaat toch pas morgenochtend weer.
‘Om zes uur ben je beslist in Timboektoe’, verzekert hij me met een brede lach.

Het is net tien uur als er leven in de brouwerij komt op het terras waar we op stoelen in slaap gevallen zijn; we gaan vertrekken! In de achterruimte van de wagen worden nog wat mensen naar binnen geduwd en we gaan de zandpiste op; een heeeeeeeeel lang wasbord. We schudden en rammelen dat het een lieve lust is en in de bochten maak ik me ernstig zorgen over de stabiliteit van de zwaarbeladen auto. Elk kwartier wordt er gestopt om de wielbouten te controleren en zonodig aan te draaien. Tegelijkertijd wordt er water in het gezicht van de chauffeur geplenst.

De weg is zo slecht dat we off piste gaan. Er loopt een vaag spoor en ik hoop maar dat de chauffeur de route kent. Uilen vliegen verschrikt op en af en toe doemt het silhouet van een acaciaboom, kameel of ezel in het licht van de koplampen op. Twee wasbeertjes sterven een stille dood als de chauffeur weigert ze de tijd te geven uit de rijgeul te klimmen.
Lichtpuntje is dat hij zijn onhebbelijke gewoonte om links van de weg te rijden – wat menig maal tot heftig getoeter en seinende koplampen van tegenliggers leidde, alsmede tot rechts inhalend ‘snelverkeer’ – noodgedwongen heeft losgelaten.

Met een flinke slinger naar links en een dito slinger naar rechts, waarbij de wagen vervaarlijk overhelt, belanden we weer op de wasbordpiste, waar de snelheid steeds lager wordt, totdat we stilstaan. De chauffeur hangt slapend over het stuur en krijgt door de bijrijder nog maar eens een verkwikkende plens water toegediend.

Tien minuten later stopt hij resoluut.
‘Hier gaan we slapen’, bericht hij en stapt uit ‘de pont gaat pas morgenochtend.’
Terwijl de vrouwen naar rechts richting de zandduinen bewegen, lijken de mannen even automatisch naar links te gaan.
Heel even schieten er gedachten aan ontvoerders, terroristen, bandieten en goed op mijn spullen letten door mijn hoofd en dan val ik in het zachte zand in een diepe droomloze slaap, die veel te snel verstoord wordt; de chauffeur wil vooraan bij de pont staan.

Het daglicht dient zich aan, het dorpje aan de waterkant ontwaakt. Vrouwen verkopen brood, uit de rivier wordt water gehaald en slaperige winkeliers openen hun deuren.
Ik waag me aan een thee, in de hoop dat het water lang genoeg gekookt heeft.
Het tijdstip waarop we zeker in Timboektoe zouden zijn is allang voorbij als in de verte de veerpont aankomt. Aan weerszijden bungelt een houten praam. Brandstof uitgespaard, gratis meegelift, denk ik, totdat ik gewuif en geschreeuw vanaf de pont naar de schippers op de boten opmerk. De motoren van de pont hebben het begeven. Onderdelen of financiën voor de reparatie zijn er blijkbaar niet.
In Mali is dat geen problemen. Er is altijd een oplossing! Ook hiervoor: buitenboordmotoren...

De chauffeur grijpt de overtocht aan om me te verzekeren dat hij uitstekend rijdt en dat zijn auto in perfecte staat is. Voor een leuk dagtarief kan ik hem inhuren voor mijn reizen.
Ik heb zo mijn eigen gedachten over de kwaliteit van zijn auto en zijn rijstijl.
‘Voor dat geld huur ik een hele goede wagen met airco’, proest ik het uit.
Voor tweederde van de prijs mag het bij nader inzien ook wel. Hoeveel reizen ik hem ga geven in het komende jaar is zijn afsluitende vraag.
‘Reken maar nergens op. Je weet hoe het toerisme ervoor staat’, red ik me geheel in Malinese stijl met een sociaal acceptabel antwoord uit de situatie.
Hij knikt begrijpend.

Uiteraard geef ik mijn ogen en oren altijd goed de kost en de mannen en vrouwen, die boven het maaiveld uitsteken, komen met stip op mijn samenwerkingslijst.
Hij staat ook genoteerd. Op een andere lijst...

‘Monique, welkom in Timboektoe!’
Met een brede lach en een uitgestoken hand word ik begroet door Ali, die me voorstelt aan zijn familie, bij wie ik de komende dagen te gast ben.


(voor informatie over transport van en naar Timboektoe, zie mijn tip: Naar Timboektoe)

Foto's

e36c9.jpg
e36c9.jpg
Papillonreizen
3dccf.jpg
3dccf.jpg
Papillonreizen