Mopti

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Mopti image

Naar Timboektoe - deel 2

Mopti
Mali
Papillonreizen

Naar Timboektoe - deel 2

De motor mindert vaart en voor ik er goed en wel erg in heb, stuurt Moussa naar rechts en dalen we de steile dijk af in een omgeving die het midden houdt tussen een buitenwijk van Mopti en een autokerkhof. Wrakken in alle soorten en maten baden in het zonlicht. Op een rij staan terreinwagens in verschillende gradaties van verval geparkeerd voor een rieten overkapping, waaronder wat mannen rondom een houtskoolvuurtje met een potje thee hangen.
De kaartjesverkoper zal zo wel komen, wordt ons meegedeeld. Dus we gaan zitten en doen wat de anderen doen: wachten!


Een half uurtje later is de man er. Tegen een geringe meerprijs koop ik een kaartje voor een comfortabele plek, een luxe, die ik me graag veroorloof. Ik neem afscheid van Moussa en wacht op het op handen zijnde vertrek. Een wagen vertrekt en keert terug met een lading mensen en bagage, andere reizigers arriveren en iedereen sluit zich aan bij de wachtenden.
Eindelijk wordt tegen elf uur het sein voor vertrek gegeven. Bagage wordt op het dak van een wagen geladen. Het is weliswaar niet de beste uit het rijtje, maar hij ziet er redelijk betrouwbaar uit.

‘Monica, wil je hier of daar zitten’, vraagt de kaartjesverkoper, die tevens de eigenaar van het transportbedrijf is. Op de bank zitten al drie mensen en een baby. Voorin op het 1,5zits bankje, besluit ik. Ik heb tenslotte betaald voor wat comfort.
‘Even wachten nog,’ deelt de man me mee en terwijl hij me met zijn arm opzij duwt, schommelt een flink uitgedijde Toeareg-dame voor me langs en neemt plaats op het bankje.
‘Jij mag ernaast, bij de deur’, deelt de man me tevreden mee, wijzend naar de overgebleven 20 centimeter. Bij het instappen treuzel ik, in de hoop dat de dame een stukje zal inschikken. Het is ijdele hoop, ze zit al tegen de versnellingspook aan. Mijn getreuzel levert me slechts een zetje in de rug op en voor ik er erg in heb, knalt de deur in het slot, mij achterlatend met een pijnlijk been.

De chauffeur krijgt nog wat niet mis te verstane instructies mee van de eigenaar, gaat steeds ongelukkiger kijken en wordt gedwongen te beamen dat hij alles goed begrepen heeft. En dan is het echt zo ver, de motor komt tot leven en we draaien de weg op.
Timboektoe here I come!

Ik wilde graag naast een deur of een te openen raam zitten. Je weet het tenslotte maar nooit met dergelijke vervoermiddelen en als er iets gebeurt, wil ik eigenhandig en onmiddellijk de wagen kunnen verlaten. De bijkomstigheid is een pijnlijk en bezweet lijf van het ingeklemd zitten tussen de deur en mijn buurvrouw, regelmatige duwtjes in mijn rug van de achterbuurvrouw, omdat de bank zijn beste tijd gehad heeft en achterover helt, de brandende zon op mijn rechterkant en heel veel stof. Het raam dicht doen is geen optie; de airco is er waarschijnlijk al jaren geleden mee opgehouden.

Hoewel we al met z’n zevenen + chauffeur en bijrijder in de auto zitten, wordt er gestopt om nog een lijvige dame toe te voegen aan de bank met het drietal en de baby. Ook daar zitten ze inmiddels bil aan bil ingeklemd tussen de wanden, die geen millimeter meegeven.
Eindelijk zijn we echt op weg. Aan weerszijden van het asfalt liggen akkers, waarop gewassen staan te verdorren op de droge rode aarde. Er is weinig regen gevallen dit jaar, te weinig en op menige plek zullen de voorraadschuren niet of onvoldoende bijgevuld worden. Ik wil liever nog niet denken aan de gevolgen, die dit voor de bevolking zal hebben.

Er wordt luid getoeterd. Peul-herders staan verwoed met hun stokken te zwaaien in een poging hun schapen aan de kant te krijgen. Een deel schiet links van de weg af, een deel rechts en één schaap rent in paniek voor de auto uit. Het loopt goed af voor zowel het schaap als de auto met inzittenden. Het dier heeft nog even respijt gekregen tot het offerfeest begin november. Even verderop sturen we om een ezel heen, die in alle rust ligt te slapen op het warme asfalt.
Mijn ogen dwalen met enige regelmaat naar de snelheidsmeter, die heen en weer beweegt tussen de 20 en 50 kilometer per uur met af en toe een uitschietertje naar 60. De snelheid lijkt mede afhankelijk te zijn van de muziek, die uit de luidsprekers schalt en de vele te beantwoorden telefoontjes. De illusie dat de meter niet goed werkt, heb ik losgelaten, de uren tikken voorbij en we schieten geen donder op.

Als we eindelijk in Douentza stoppen is iedereen ruimschoots toe aan een lunch.
Na ruim een half uur kijk ik eens om me heen. Iedereen lijkt wel weer klaar voor vertrek, maar onze chauffeur is in geen velden of wegen te bekennen. Zijn hulpje weet van niets, de motorkap staat open en twee mannen morrelen aan de diverse stukken metaal eronder.
‘We wachten op een andere auto, deze kan niet verder’, vertelt mijn buurvrouw, die net zo aardig als omvangrijk is.
Beter om in Douentza te zitten dan te stranden in de woestijn concluderen we. Een typisch gevalletje van overmacht en schik me in het onvermijdelijke lot: wachten!

De werkzaamheden aan de auto zijn reeds lang geleden gestaakt, vervangend vervoer is niet gearriveerd en de chauffeur gaat elke vorm van contact met zijn klanten overduidelijk uit de weg. De uren verstrijken, het daglicht neemt af en de stemming wordt ongeduldiger...

Foto's

0f614.jpg
0f614.jpg
Papillonreizen