Djenne ligt op een eiland in de Bani rivier. Het is een geweldige leuk stad. Er is veel te zien. De huizen zijn veelal gebouwd in de speciale (lemen) styl die men daar Maison Marocains noemt. Je herkent ze gelijk, die huizen met de mooie facade aan de voorzijde die ons doet denken aan de kantelen van een kasteel. Er wordt ook veel handwerk gemaakt zoals stoffen, kleden, wat zilverwerk (juwelen) en degelijke. Er is in de avond weinig te beleven, maar je kan wel heerlijk rustig door de straten wandelen.Overnachtingen in Djenné vinden in het algemeen plaats in het campement Chez Baba. Hier vind je comfortabele en minder comfortabele kamers. Er is een restaurant bij. Om Djenné te bereiken moet je de eerste maanden na de regentijd oversteken met een pont, in de droge tijd staat er zo weinig water in de rivier dat je met de auto door het water kunt oversteken.Al van verre zie je de torens van de Grande Mosquée boven de stad uitsteken.De moskee kan door toeristen alleen aan de buitenkant bezichtigd worden. Vanwege zijn middeleeuws karakter en de grote, uit klei opgetrokken, Moskee behoort Djenné tot het werelderfgoed van de Unesco. Alle gebouwen in Djenné zijn van leem, men onderscheidt twee bouwstijlen Marrocain en Toucouleur. Het beroemdste Toucouleur huis is het Maison Maïga. Achter de moskee bevindt zich de tombe van Tapama Djenepo. Iedere maandag vindt in Djenné de grote weekmarkt plaats. In de vroege ochtend stromen mensen van heinde en ver de stad binnen met hun koopwaaren tegen 11 uur komt de markt op gang. Bezoekers dragen hun mooiste kleren aan, ze zien er prachtig uit. Deze markt is bij uitstek de plek om de geuren en kleuren van Mali op je in te laten werken, een plaats waar al je zintuigen worden geprikkeld. In Djenné vind je veel kleine koranscholen.