De grote moskee van Djenné is het grootste van leem gebouw ter wereld. Het nadeel is dat de klei veel onderhoud vergt. Na het regenseizoen moet de moskee weer van een nieuwe laag klei worden voorzien. Met ezelskarren of rieten manden wordt de klei vanaf de rivier aangevoerd, onder het ritme van de djembés. Het werk begint vroeg in de ochtend en moet klaar zijn vóór 9 uur voordat de opkomende zon de klei uitdroogt. De naam van het kleimengsel is Banco en bestaat uit zaadhuizen van rijst en koeienmest. De jongens hebben als taak de Banco met water te mengen tot een soort papje dat de mannen op de muren van de moskee kunnen smeren. De taak van de meisjes is te zorgen dat er genoeg water wordt aangevoerd. De mannen klimmen op houten ladders meters omhoog, vertrouwend op hun gris-gris (magische amuletten met koran teksten) die hun voor een ongeluk moet behoeden. De moskee wordt gezien als het hart van het dorp.

Sinds 1988 staat Djenné op de lijst werelderfgoedlijst van Unesco.

UN-news: sinds 1916 op de lijst van bedreigd werelderfgoed vanwege de onveiligheid
die het gebied aantast.

Ik had het geluk om in de vroege ochtend onder begeleiding naar boven te gaan om deze foto in het ochtendgloren te maken.