We reizen na 14 jaar weer naar Madagaskar om mijn vriendje Onja en zijn familie, die we jarenlang ondersteund hebben met het studiegeld voor de kinderen, weer te zien . Onja, die nu een goede gids is geworden, woont in Fianarantsoa, zo’n 14 uur rijden vanaf de hoofdstad Antananarivo.
Fianarantsoa is de hoofdstad van de Betsileostam en betekent ‘plaats van het goede leren’. Er zijn diverse universiteiten, waar ook Onja zijn opleiding toerisme heeft gevolgd.
Fianar is net als de hoofdstad Antananarivo op heuvels gebouwd en bestaat uit een ‘boven’ en ‘beneden’ stad. Het mooiste en oudste deel is ‘boven’: Unesco werelderfgoed, waar Onja's familie woont.
We gaan op eigen houtje naar de benedenstad, waar op zaterdag een grote markt plaatsvindt, vooral voor de plaatselijke bevolking. We genieten van de standwerkers die goedkope pantalons aan de vrouw brengen, de kalkoenen en kippen die rondscharrelen, de kinderen die van alles van ons willen weten. Het bijzondere is, dat er niet gebedeld wordt. De mensen zijn straatarm, maar ze doen liever iets voor hun geld. We gaan daarom regelmatig iets drinken, of kopen wat lekkers, zoals gefrituurde bollen (soort loempia)
Hier brengen drie sterke mannen de goederen naar de marktkramen boven. Let ook eens op de zelfgemaakte kar met versierde wielen en het strohoedje, dat veel door de Merina bevolkingsgroep wordt gedragen..
Het roze gebouw is de bank van lening, waar je goederen kunt belenen.
Als je geld leent is de rente torenhoog (49% in 2019). We hebben Onja dan ook altijd geadviseerd om daarvan weg te blijven.