Kaapverdië

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Kaapverdië image

"Alles en niets" - wandelen op San Antão - deel 2

Kaapverdië
Afrika
Colombo

"Alles en niets" - wandelen op San Antão - deel 2

Op nieuwjaarsdag, wandeldag 3, zijn we gezandstraald en uitgewaaid langs de kust. Nooit eerder was ik op nieuwjaarsochtend om 9:30 uur al zo fris en fruitig klaar voor de wandel. De bijzondere nieuwsjaarsviering ijlde nog na. Zoet was ik weggedroomd bij het heerlijke toetjesbuffet, gracieus dansende stellen op de Kaapverdiaanse muziek en bovenal hoe schattig de mannen het zwembad met roosjes, waaiers van palmbladeren, grootse bloemstukken en romantische poortjes van suikerriet decoreerden. In het dromerige kerkstadje was niemand te bekennen en als er al iemand was, liepen ze of lallend over straat, of wensden ze ons in hun nieuwste feestkleding een gelukkig nieuwjaar. De intimiderende, beukende golven van de oceaan nodigden me niet uit tot een nieuwjaarsduik. Maar de lange wandeling erlangs, op en neer gaand tussen en over bergen die direct hoog uit zee rijzen, was ronduit prachtig!

Op wandeldag 4 zijn we de bergkammen waar we vanuit ons hotel zo'n mooi uitzicht over hadden, overgestoken. Het leuke daaraan was dat het aan de ene kant heel anders was dan aan de andere kant. Zo beleefde je werkelijk de dynamiek van de natuur, gescheiden door een bergwand. Omhoog kwamen we langs ruïnes van huisjes, dorre maiskolven en cactussen met niet te vergeten de puntige bergen en de oceaan daarachter. Omlaag waren de hellingen bebost met agaves.

Onderweg kwamen we geen enkel eng beest tegen. Iedereen wilde vriendjes met ons worden in dit land. Hondjes liepen net als in de Wizard of Oz trouw achter ons aan, poezen rollenbolden voor mijn voeten en nestelden zich zelfs warm op mijn schoot, musjes tjilpten, ezels balkten er blij op los, geiten gaapten ons slechts stil aan en last but not least verraste een zwijn ons bij de lunch. Nietsvermoedend genoten we van onze lunch op een stel stenen. Totdat we ons blikje makreel openden en ineens het snurkende geluid van een nieuwsgierig varkentje hoorden. Er was één uitzondering op al die lieverds: de enige blaffende hond die ergens op de top van een berg verlaten met zijn nukkige baasje woonde, heette heel toepasselijk Bin laden.

Op wandeldag 5 keken we uit over een een bruin met groen boerenlandschap. Genietend van eindeloze vergezichten over verlaten vlaktes met hier en daar een eenzaam hutje boven op de berg. Wie een solitair leven wil leiden, moet hier zijn. Het pad naar beneden werd gelardeerd door een mooi soort glinsterend rood pluimgras, vetplantjes en wegspringende hagedisjes. In de dorpjes genoot ik wederom van de ontmoetingen. Met een 'vriendje van 14 jaar oud' deelde ik de plaatjes op mijn camera. Sneeuw, van begin december in de Zeister bossen, had hij nog nooit gezien. Hij vroeg zich af of het bevroren vennetje een zwembad was. Zo op het oog plaatselijke herders bleken in Rotterdam gewoond te hebben en hun pensioen thuis te genieten. Heel gek dat ik ineens Nederlands kon praten.

Op wandeldag 6 tartten we enigszins het lot door vanuit Chã de morte, het stadje van de ronddolende dode geesten, te gaan wandelen. Avontuurlijk en inmiddels met het nodige zelfvertrouwen liepen we hier temidden van een uitgestorven maanlandschap waar we in een afgelegen dorp aangekeken werden alsof wij een stel buitenaardse wezens zijn die zojuist op hun planeet geland waren. Droog, maar kleurrijk deed het vulkanische gebergte rondom aan. Vernuftige irrigatiesystemen bewaterden de schaarse akkertjes. Zelfs de kloof waar we doorheen liepen, was totaal opgedroogd. Desondanks wandelden we zo een kleine groene oase in.

Op wandeldag 7 stond iets speciaals op het programma. Het bloed kroop waar het niet gaan kon, en vastberaden gingen we de hoogste berg van het eiland, Coroa (bijna 2000 m.) op. Vanaf de noordelijke hoogvlakte liepen we een weidsheid in, niet normaal meer. Eindeloze woestijn, bergen, honderden geiten, maar geen toerist te bekennen. Volgens de plaatselijke bevolking waren we de eerste Nederlanders die deze berg beklommen. We waren de enige in alle verlatenheid. Het leven was hier schaars. Geen wonder als je uren moet lopen op zoek naar water. Relatief snel 'deden we deze top even' (in 4 uur retour). Klimmen was echter geen peulenschil: iedere stap omhoog, zakte je weer een halve stap omlaag het zand in. Afdalen was het summum: al skieënd over het grintachtige zand waren we in slechts 10 minuten beneden. Op de top met 360 graden weids uitzicht boven de wolken uit over de uitgestrekte hoogvlakte en alle pieken van het eiland heen, waanden we ons in de hemel. En we zagen dat het goed was om hier te zijn.......

Foto's

dad86.jpg
dad86.jpg
Colombo
4a670.jpg
4a670.jpg
Colombo
0c4ee.jpg
0c4ee.jpg
Colombo