Basiliek aan de rand van de jungle
Basiliek aan de rand van de jungle
In het donkere en mysterieuze Afrika, ten zuiden van de grote meren van Ivoorkust, steekt een enorme koepel uit boven de groene wouden. Het is die van de grootste basiliek ter wereld. Het contrast met de omgeving oogt onnatuurlijk. Deze basiliek met de naam Notre-Dame-de-la-Paix is een stuk groter dan de Sint-Pieter in Rome die daar hemelsbreed meer dan 4.000 kilometer vandaan ligt. De vijfhonderd meter lange toegangsweg naar de ingang is geheel geplaveid met marmer terwijl de perfect symmetrische tuinen eromheen geïnspireerd zijn door die van Versailles. Als bezoeker besef je meteen dat dit indrukwekkende bouwwerk hier eigenlijk niet hoort te staan. Het domein van 130 hectare past op geen enkele wijze bij de wereld die eromheen ligt. De benutting van elke vierkante meter is te doordacht en te rationeel.
De wereld buiten de gezegende grond wordt deels begrensd door vijvers vol met krokodillen. De dieren bewaken de basiliek. Achter het water ligt de stad, Yamoussoukro, sinds tientallen jaren de hoofdstad van Ivoorkust. Vroeger was het niet meer dan een dorpje en de eerste Ivoriaanse president Félix Houphouët-Boigny is er dorpshoofd geweest. Tijdens zijn regeringsperiode vanaf het einde van de koloniale tijd tot aan zijn dood in 1993, zorgde de alom geliefde en gerespecteerde president ervoor dat zijn geboorteplaats de hoofdstad werd van het land en zich verder ontwikkelde. Tot op heden is zijn ambitie nog niet helemaal van de grond gekomen want de ministeries en de ambassades bevinden zich nog steeds in de havenstad Abidjan, tevens de grootste stad van het land. Maar het is voor lokale begrippen zonder meer een belangrijke en volwaardige stad met ruim 200.000 inwoners. In de jaren ‘80 van de vorige eeuw liet Houphouët-Boigny hier de 158 meter hoge kerk oprichten en financierde de kostbare bouw daarvan zelf.
De basiliek is in 1990 gewijd door paus Johannes Paulus de tweede. 18.000 mensen kunnen in het bouwwerk plaats nemen waarvan 7.000 zittend. De grootste kerk die er bestaat op deze aarde is gewoonweg prachtig. Maar ik herken als ik door dit meesterwerk heen loop niet wat ik in de oude kerken van Europa zie. De basiliek is te nieuw, ze is te groot en te leeg. De glimmende vloeren van Italiaans marmer durf ik amper te betreden. Achter mijn luid klinkende voetstappen worden ze meteen weer aangeveegd door mannen en vrouwen die hier de hele dag door mee bezig zijn. Het lukt mij niet om geschiedenis in te ademen. Ik mis de uitstraling en de sfeer alhoewel er heel veel aan de decoratie is gedaan. Maar ook de mensen mis ik. Het lijkt wel alsof dit gebouw niet voor gewone stervelingen is bestemd.
Een toonbeeld van fenomenale decoratie wordt gevormd door de meer dan 7.000 vierkante meter aan glas-in-lood ramen. Het is het grootste oppervlak ter wereld. De ramen zijn in Frankrijk gemaakt en geven hoofdzakelijk het thema van de vrede weer. Daarnaast herken ik afbeeldingen van apostelen en van belangrijke momenten uit het christendom. Op een van de ramen is Houphouët-Boigny zelf te zien. In het gekleurde glas begeleidt hij Jezus tijdens zijn intocht in Jeruzalem.
Bij het verlaten van de basiliek draai ik me nog een keer om en kijk ik naar het kruis bovenop de koepel. Het is van massief goud en lijkt de zonnestralen te vangen. Elders in Ivoorkust hebben veel mensen het moeilijk en lijden ze honger. De strijd tussen godsdiensten of stammen mondt regelmatig weer uit in geweldsexplosies en het stabiele land lijkt af en toe wat te wankelen. Hier is daar echter niets van te merken.
Niet ver van de basiliek is het leven nog dorps. Zogenaamde maquis zijn traditionele restaurants waar je naast een prima Franse maaltijd ook egel, mangoest of aap kunt bestellen. In de stad leven de mensen in stenen gebouwen maar niet veel verder vinden velen hun onderkomen in hutten van leem en riet. Ze hebben wel de beschikking over moderne middelen en comfort maar houden tevens vast aan hun eigen manier van leven. Ik merk het wanneer ik voor een jaar in het land woon en veel contact heb met fijne en gastvrije mensen van verschillende etnische groeperingen. Ik word geconfronteerd met rituelen als voodoo, zwarte toverkunst, bijgeloof en zelfs kannibalisme. Dat laatste is dan wel verboden maar het is zeker nog niet helemaal uitgebannen. Tradities en gewoonten zijn sterker dan een gebouw dat wordt ontworpen en neergezet. Zo dompelen sommige krijgers hun pijlen liever in de giftige gal van een krokodil dan dat ze een vuurwapen hebben. En zo zijn het de ouderen in de dorpen die volgens geheime technieken hangbruggen in elkaar knopen met behulp van lianen om ze in een nacht tijd over een rivier te spannen.
Ivoorkust is een modern land dat altijd heeft kunnen rekenen op de steun van Frankrijk. De stad Abidjan en de basiliek in Yamoussoukro zijn slechts een paar voorbeelden van de vergevorderde ontwikkeling van de republiek. Maar naarmate je verder het land in gaat, de bergen of de wouden in, of naar de honderden kilometers zandstrand met talloze vissersdorpjes, vind je het oorspronkelijke, traditionele en eerlijke Afrika terug met al zijn natuur en wild. De grote koepel van de Notre-Dame-de-la-Paix torent dan wel boven het land uit en de architectuur ervan is meesterlijk te noemen, maar Ivoorkust heeft veel meer en veel mooiers te bieden dan dat alleen.