Dagboekfragmenten #2
Dagboekfragmenten #2
Dagboekfragment
#2
Gambia
Zondag 14 augustus 00:30
Het is heel benauwd en broeierig. ‘…’ Zodra ik wakker word zoek ik een weg door de klamboe naar buiten en pak een briesje wind van zee. Van de Atlantische Oceaan, een kracht van rust. De security guy vraagt of ik een goede nachtrust heb gehad en heeft een pen nodig. Hij schrijft even later onder een drietal palmbomen wat namen in het gastenboek van de lodge en brengt de pen terug. Met een heel pak nieuwe pennen liep hij vervolgens dankbaar weer terug. In ruil voor een kokosnoot. Jammer genoeg was hij niet helemaal rijp. Morgen krijg ik een nieuwe. ‘…’
Onze nieuwe vriend, security guy Ibrahim, ontmoeten we voor onze deur. Vriendelijk. Niet opdringerig. Geïnteresseerd. Hij is per heden onze chauffeur.
Terwijl wij nog onze monden staan te roggelen in de badkamer van Leybato Lodge staat Ibrahim al ready to go voor de deur. Wij pikten eerst nog even een ochtendwandeling over het strand mee; Ibrahim bleef wachten. Even rustig ontbijten, Ibrahim wacht. Eenmaal klaar om te gaan was Ibrahim dat ook. Ik neem plaats in zijn oude Jeep. Rijdend over geasfalteerde, rode en zanderige wegen op weg naar unieke stukjes wereld. ‘…’
Op de markt lopen voluptueuze, prachtige vrouwen met een gave huid en een brede glimlach. Vrouwen die op hun hoofd schalen vol fruit dragen en kinderen gewikkeld in doeken op hun buik én rug. Drukke steegjes, zoiets als de Bazaar in Beverwijk met dezelfde hoeveelheid koopwaar, alleen dan samengepropt op een oppervlakte van één voetbalveld. De kooplui willen het liefst de hele inhoud van hun winkel aan elke ‘rijke’ toerist verkopen die eens in de zoveel tijd voorbij loopt. Ik zou wel willen, maar zo rijk ben ik niet. De garageboxen met gekleurde doeken maken me hebberig en de stalletjes met Afrikaanse grote sieraden nog veel meer. Deze Nederlandse ‘bosslady’ wil alles mee naar Nederland meenemen. ‘…’