Waar bedoeïenen op kamelen eeuwenoude paden volgen..
Waar bedoeïenen op kamelen eeuwenoude paden volgen..
De woestijn. Een bedoeïenen jongen met een paar geiten. Achter hem strijkt het vroege ochtendlicht langs de imposante bergen. De combinatie van kleuren en vormen is zo mooi dat ik het gevoel heb in een film te lopen. De woestijn doet iets met je.
De magische wereld van de Sinaï betreden betekent een wereld binnengaan van zand en ruige rotsen. Je wordt bevangen door de schoonheid, eenzaamheid en intense stilte. Een tocht door de Sinaï kun je als een uitstapje zien waarbij je van het natuurschoon geniet, maar ook als een pelgrimage waarbij je je indenkt dat je in de voetsporen van het volk Israël trekt. Onze woestijntocht brengt me bij het St. Catharinaklooster waar bedoeïenen op kamelen eeuwenoude paden volgen.
Dit volledig ommuurde klooster is gebouwd aan de voet van de twee hoogste bergen van Egypte: de Djebel Moesa (Mozesberg) en de Catharinaberg. Het is de plek waar Mozes volgens Bijbelse verhalen, toegesproken werd door God vanuit een brandende braamstruik. De ronde toren in de machtige ringmuur en het ochtendlicht verzachten het strenge bouwwerk.
Vanaf de top van de 2285 m hoge berg, waar Mozes de tien geboden ontving heb je een prachtige zonsopgang met een waanzinnig uitzicht over de omliggende bergketen en woestijn.
Het klooster is nog intact. De bescherming werd door de eeuwen heen gewaarborgd door de profeet Mohammed, de Arabische en Turkse leiders en Napoleon Bonaparte. Tegenwoordig houden de bedoeïenen van de Sinaï die op hun kamelen rondlopen de wacht. Wereldberoemd zijn de zeer kostbare verzamelingen oudchristelijke manuscripten en de iconen.
Mijn eerste indruk als ik door de poort ga is die van een middeleeuws dorp. Het is een wirwar van trappen, stegen en hoekjes. De klokkentoren en een minaret staan gebroederlijk naast elkaar. Er hangt een sfeer van harmonie en vroomheid. Ronddwalend zie ik oeroude olijfbomen, waar misschien Mozes zelf nog onder heeft gezeten. Een klokkentoren en een minaret staan gebroederlijk naast elkaar. Er hangt een sfeer van harmonie en vroomheid.
Ik ga zitten op een houten kerkbank in de basiliek. De geur van wierook dwarrelt om me heen. Schuifelende voeten. Aan het bewerkte plafond hangen tientallen lampen. De meeste beschildert met een struisvogelei. De symboliek erachter: een struisvogel kijkt altijd naar haar ei, totdat er iets moois uit komt. Zo kijkt de Schepper ook naar ons, totdat er iets moois uit ons komt. Het kerkje dat al zo oud is heeft een fluisterende geschiedenis. Wie oren heeft om te horen, die hore.
Verderop in het knekelhuis zit een monnik (althans het skelet) in een kast, met pij aan. Een bizar gezicht! Achter hem liggen de schedels en andere botten van zijn broeders die hier woonden, mediteerden en stierven. De begraafplaats ligt in de boomgaard maar na verloop van tijd worden de beenderen en schedels overgebracht naar het knekelhuis naast de kapel van St. Triphonius.
De zon staat hoog aan de hemel. De woestijn kleurt helemaal warm oranje. Ik voel het niet als een roeping in de voetsporen van Mozes de berg op te gaan toch loop ik een stuk de stenen trap op genaamd 'de Treden van Berouw'. Niet zozeer om mijn vele zonden te overpeinzen maar voor het prachtige uitzicht op het klooster.
Wie zeker wil weten of Mozes echt bij deze berg is geweest, zal in onzekerheid blijven steken, maar als ik op het pad even stilsta geniet ik intens van deze prachtige omgeving met haar voelbare, bijzondere geschiedenis.