Hier zie je twee leden van de Fon stam in Benin. Ze zijn te herkennen aan de kleine kervingen tussen oog en oor. Dit zijn geen tatoeages, maar streepjes in de huid die al op jonge leeftijd met een scherp mesje zijn gemaakt.
Deze jongens zijn aanhanger van het vodungeloof, dat je leert hoe je met de angsten voor de natuur kunt omgaan. Ze hebben een zware rol met rode veren aan de uiteinden op hun rug gehesen en vertegenwoordigt daarmee de kracht van Ogoun, de god van het ijzer en de oorlog.
Om ervoor te zorgen dat Ogoun mensen die met ijzer werken beschermt, wordt vaak een haan met rode veren (bloed) geofferd. Straks zullen de jongens met hun last door de straten lopen en vervoilgens naar de tempel gaan (links achter) waar ze hun rol voor de priester neerleggen. Als ze met hun last door de straten lopen, mag je hen beslist niet aanraken, want Ogoun is nogal opvliegend. De priester maakt Ogoun rustig door hem in de tempel sodabi, een soort rum, aan te bieden..