In Geneve is genoeg te zien en te beleven voor een paar dagen. In het oude centrum op de heuvel met al zijn smalle straatjes en kleine pleintjes doet het wat Italiaans aan vond ik. In dat oude centrum vind je ook de Sint-Pieter kathedraal. Je kan het niet missen. De torens steken hoog boven de rest van de bebouwing uit. De eerste steen voor deze kerk werd gelegd in 1160. De kerk in aanbouw werd enkele keren getroffen door brand, waarna het ontwerp telkens werd aangepast.

In de 16e eeuw werd het interieur van de kerk grondig versoberd, onder invloed van de Reformatie. Alle beelden en andere versieringen werden verwijderd, alleen de gebrandschilderde ramen bleven gespaard. Calvijn zelf nam zijn intrek in deze kerk en zijn houten stoel staat er nog steeds tentoongesteld.

Later, in de 18e eeuw, werd de façade aangepast. Het oorspronkelijke gotische front werd vervangen door een front in neoklassieke stijl. Vanbuiten vind ik het hierdoor een vreemde kathedraal om te zien. Het is een allegaartje van stijlen.

De noordelijke toren biedt een fantastisch uitzicht over de oude stad. Je moet er wel flink trappen voor beklimmen maar het is de moeite zeker waard.

Wat je bijna over het hoofd ziet in deze kathedraal is de toegang tot de Kapel van de Maccabees. Die zit weggestopt in het hoekje vlakbij de entree/uitgang. Je moet weten dat deze er zit, anders loop je er voorbij. Ik vond dit juist het mooiste deel van de kathedraal! Hier zie je rijke versieringen in prachtige kleuren. De kathedraal en de kapel zijn gratis toegankelijk. Alleen het beklimmen van de torens kost een paar Francs.

Exif: Nikon D7000; Sigma 24-70 bij 24mm; ISO 400; f2,8; 1/15s