On the move!
On the move!
It’s simple! Left is left and right is right. The brake is the board on the back of the sledge.
Dat waren de instucties van Matti vlak voordat we met de husky’s de Zweedse wildernis in trokken. Simpel! Geen tijd om te oefenen, gewoon gaan. En we gingen en hard ook. Wat kunnen die husky’s rennen. De eerste paar honderd meter had ik het hart in de keel en de glazen van mijn bril waren bevroren door mijn adem. Een sjaal voor je mond is niet handig! Ik zie dus niets meer, maar we denderen vooruit en de honden blaffen van plezier. Dit is wat ze het liefste doen! Rennen, rennen en rennen.
Na wat onhandige pogingen om met mijn dikke wanten mijn bril ijsvrij te maken lukt het me uiteindelijk om wat kijkgaatjes te krijgen. Wat is het hier mooi! Waanzinnig zo’n uitgestrektheid van ijs en sneeuw. Geen mensen, geen auto’s. Alleen het geluid van de slee die over de sneeuw glijdt en de honden die rennen. Ze zijn wat rustiger geworden en ik krijg er plezier in. Ik heb ook het gevoel dat ik wat handigheid in het sturen krijg. Voor mijn gevoel doen de honden wat ik wil. Een hele geruststelling. Matti ben ik echter kwijt. Hij is al vooruit. Op een gegeven moment zie ik hem staan. Een paar honderd meter verder heeft hij zijn slee geparkeerd. Mooi denk ik. Tijd voor koffie. Ik zie Matti in de verte wat om zijn slee heen schuifelen en als ik tot ongeveer honderd meter genaderd ben dan zie ik dat Matti op zijn hurken gaat zitten. En daar ga ik! De eerste echte bocht en ik ga vlieg er uit. Nog net kan ik de slee beethouden en langzaam komen we tot stilstand. Ik zie er uit als de Yeti zelf. Onder de sneeuw en een gedeukt ego. Matti begint te hard te lachen en houdt zijn filmcamera omhoog. “Got you!” Die gek wist dat dit zou gebeuren en heeft alles gefilmd. “Coffee?” Ja, daar ben ik wel aan toe. Heerlijk zo’n bak koffie midden in de wildernis.
De koffie is op en we gaan verder. Het landschap veranderd. De sneeuwvlakte wordt bos. Wat is het mooi. Al die besneeuwde bomen. Ongemerkt maken we km’s en vliegt de tijd voorbij. Zodra we het bos door zijn gaan we omhoog de bergen in. En ondanks dat de honden beresterk zijn en willen rennen lukt het ze niet altijd om slee en berijder omhoog te krijgen. Dit betekent dat ik soms mee moet steppen en als het wat steiler omhoog gaat mee moet lopen met de slee. “It’s not a walk in the park”. Na een halfuurtje zijn we boven en hebben hiervandaan zicht op Tarrekaisen Valley. Geweldig wat een uitzicht. “There is no second hand air over here”, zegt Matti. Nee, alleen frisse lucht. Aan het eind van de middag bereiken we Tarrekaisen Cabin. Een eenvoudige hut zonder voorzieningen, maar nadat we een vuurtje gemaakt hebben en verse koffie hebben gezet van water uit een put van heel diep onder de grond is het er erg comfortabel en gezellig. Mijn rendierbiefstuk smaakt uitstekend. Ik ga vroeg mijn bunkbedje in en slaap vrijwel onmiddellijk.
“Laponia is a dangerous place. Once you’ve been there, you leave a piece of your heart there”. En zo is het!