Wakker worden in Fataga
Wakker worden in Fataga
Waar we erg aan moeten wennen in Fataga, een klein bergdorpje op Gran Canaria, is het vele lawaai. Je zou waarschijnlijk verwachten dat zo’n pittoresk klein dorpje met ongeveer 400 inwoners erg rustig en stil zou zijn. Maar Fataga ligt in de palmbomenvallei, omsloten door ruige roodbruine bergwanden. Hierdoor hoor je de geluiden van een paar kilometer in de omtrek alsof het in je achtertuin afspeelt. Vanaf een uur of 5 in de ochtend wordt het dorp wakker. Het begint met de vuilophaaldienst die dagelijks de gezamelijke afvalcontainers aan de hoofdstraat leegt. Een nog wat slaperige maar waakzame hond begint te blaffen. Hierdoor worden alle honden in het dorp gealarmeerd en ontstaat er een heel blafconcert wat regelmatig overgaat in een gezamenlijk gehuil. Ook de haan van de buren begint aan zijn ochtendritueel en kraait een half uur aan een stuk. Ondertussen zijn ook de vrachtwagenchauffeurs al op pad en toeteren er lustig op los bij elke onoverzichtelijke bocht in de weg, zodat eventuele tegenliggers gewaarschuwd worden dat zij eraan komen. De mensen die werk hebben halen bij de 3 cafés die het dorp rijk is, hun ontbijt en kletsen vrolijk met hun buurman op het net aangeveegde terras. Elke langsrijdende autorijder die bekenden ziet zitten, drukt even kort op zijn claxon ter begroeting. Daarnaast luidt natuurlijk ook de kerk zijn klok op het hele en halve uur. En 5 minuten na het hele uur herhaalt de klok nog even het aantal slagen, zodat je zeker weet hoe laat het nou precies is. Tenminste, dat zou het zijn als de klok was verzet naar de zomertijd, want hij slaat iedere keer één keer te weinig.
Zo ook deze ochtend. Rond een uur of 7, terwijl iedereen nog slaapt, ga ik stilletjes het huis uit en zwem een paar baantjes in ons zwembad. Het water is nog heerlijk warm (ong. 30 graden), op deze eerste koele dag na de vele warme dagen van de calima, zoals ze hier de hittegolf noemen. Langzaam aan wordt iedereen in huis wakker en gaan we ontbijten met de broodjes die de plaatselijke bakker elke ochtend bij ons aan de voordeurklink hangt. Als je vroeg genoeg door het dorp zou lopen, dan zie je de zakken met broodjes overal aan de deuren hangen, best een grappig gezicht. Na ons ontbijt stappen we in Ben, zoals we ons Opel Corsaatje hebben genoemd. Ben brengt ons naar San Bartolomé de Tirajana, het eerstvolgende dorp 7 kilometer verder de berg op. De weg loopt slingerend omhoog en brengt ons mooie vergezichten over Fataga en San Bartolomé de Tirajana. De palmbomen worden tijdens de rit steeds meer vervangen door pijnbomen, want San Bartolomé de Tirajanaligt aan de noordzijde van Gran Canaria. De noordzijde krijgt meer regen dan de zuidzijde en is dus meer geschikt voor de pijnbomen. In enkele pijnboombossen heb je ook grote BBQ-plaatsen waar alle stadse Canario’s uit Las Palmas regelmatig komen picknicken op de zonnige weekenddagen. We rijden een halve dag rond om de omgeving te ontdekken en vinden het een prachtig eiland waar wij de komende tijd zullen verblijven.