Roemenië: land van de gemengde gevoelens -Deel IV
Roemenië: land van de gemengde gevoelens -Deel IV
Aangekomen op het station kon ik helaas geen stempel krijgen voor de reis rechtstreeks naar Bulgarije via Russe; mijn interrailpas werd slechts gefiatteerd tot Bucurest. Daar zou ik de verdere reis moeten regelen.
In de kolossale hal van het GaradeNord van Bucurest vond ik na enig heen-en-weergestuur uiteindelijk het juiste loket. Het eerste loket waar ik in de rij was aangesloten en waarboven toch duidelijk “internationaal” had gestaan was uitsluitend voor derde klas reizigers en “dus” verboden voor mij als “rijke” westerling. Nu stond ik dan bij de 1e en 2e klasbalie, waar ik wel kon inchecken.
Behalve het feit dat ik hier – een overigens vrij gering bedrag- moest bijbetalen voor de “luxe”, bleek al snel dat er nog een ander nadeel aan mijn elitaire positie was verbonden.
Voor buitenlandse reizen kon ik als 2e klassepassagier uitsluitend gebruik maken van de doorgaande internationale treinen en daar viel die via Russe niet onder.
Ik zou dus helemaal terug moeten naar Timisoara en dan de grens over naar Beograd. Vandaaruit kon ik mijn reis naar Bulgarije dan vervolgen. Varna had nog nooit zover weg geleken….
Toen ik eindelijk de felbegeerde stempels en plaatsreservering op zak had, kon ik eens ruim de tijd nemen om het station aan een nadere inspectie te onderwerpen. De eerstvolgende “internationale” naar Timisoara ging pas over ruim anderhalf uur.
Na een kleine versnapering bij éen van de venters in de centrale hal begon de vermoeidheid door de grotendeels doorwaakte nacht (zie deel III) me toch op te breken en besloot ik maar een plekje te zoeken om even lekker onderuit te zakken.
Nu bleek het voordeel van m’n luxestatus: de derdeklaswachtruimte was bomvol met Roemeense gezinnen en hun veelal uitgebreide bagage, bovendien waren de banken daar van oncomfortabel hout. In de gecombineerde 1e- en 2eklaswachtruimte kon ik me echter neervlijen op blauwpluche en was het bovendien een stuk rustiger.
Al snel dreigde ik in slaapte zakken, niet handig, want als ik daardoor mijn trein miste zou er pas eind van de middag weer eentje gaan en zou ik nooit meer op tijd Roemenië uit kunnen komen: m’n visum verliep vandaag. Bovendien had ik het hier na mijn afgelopen ervaringen ook wel gehad, ik wilde het land maar al te graag weer uit.
Dus toch maar een plekje gezocht in de derde klas, bovenop m’n rugzak kon ik ook best comfortabel zitten. Hier geen gevaar voor indutten, want ik had onmiddellijk contact en kreeg worst en biscuitjes aangeboden van medewachtenden. Met handen en voeten voerden we een soort conversatie.
En zo kwam al snel het moment van vertrek in zicht.
Vreemd genoeg leek het enige verschil met de derde klas te zijn, dat mìjn plek gereserveerd was en die van de derdeklassers niet. Ik zat dus gewoon tussen de Roemeense gezinnen waarmee ik zojuist de wachtruimte had gedeeld. Wel zo gezellig natuurlijk….
Het eerste deel van de reis verliep voorspoedig, hoewel ik me wel afvroeg wat de status “internationaal” en “rapide” eigenlijk inhielden, want de trein was noch snel, noch sloeg hij enig station van maar iets meer betekenis dan een simpele “Haltá” over. Waar dan steeds weer een aantal passagiers de coupé verlieten om plaats te maken voor een nieuwe lichting, met weer andere lekkernijen die ze met me deelden. Meer dan wat biscuitjes en zuurtjes had ik zelf niet aan te bieden, maar het gebaar werd toch gewaardeerd.
Bij DobretaTr.Severin kwam de klad er echter in. We reden nu vlak langs de Donau en slechts deze scheidde ons van voormalig Joegoslavië aan de overkant. De trein stond nu om de haverklap stil , soms leek er niets dat zelfs maar in de verste verte op een station of perron leek aanwezig. Maar toch werd de trein dan bestormd door hordes arbeiders die over de grens aan het werk waren geweest. Velen van hen bleken afkomstig uit Albanië, een destijds volledig voor de Westerse wereld afgesloten land. Machtig interessant dus, dat wel. Maar we schoten echt letterlijk geen meter op. Op sommige plaatsen stonden we wel een kwartier of langer stil, voordat alle grensformaliteiten van de nieuwaangekomenen vervuld waren.
Aan de overkant lonkte Joegoslavië, zou ik…?
Maar ja, geen flauw idee of ik van daaruit verder zou kunnen en mijn medepassagiers raadden het mij met klem af, ik zou hier als westerling nooit de grens overkomen…
Dus toch maar door naar Timisoara. Ik begon me wel angstig af te vragen of ik mijn aansluiting naar Beograd wel zou halen en besloot het de conducteur maar eens te vragen.
Na uitgebreid raadplegen van zijn tijdtabel en het nodige rekenwerk kwam deze tot de conclusie dat het krap-an zou worden, maar het moest toch wel lukken.
Jaja, dat had je natuurlijk gedacht. Nadat het na Orsova even leek dat we weer vlotter gingen, doemde al snel het volgende oponthoudspook op. We doken de Karpaten in en dus ook de nodige tunnels. Helaas moesten we diverse malen wachten voor het sein eindelijk op veilig stond en we erdoor konden.
Inmiddels begon het al te schemeren en was mijn hoop vervlogen nog diezelfde avond het land te kunnen verlaten.
Hoe moest dat nou? Morgen was mijn visum niet meer geldig en bovendien had ik op een paar lei na al mijn Roemeense geld toch nog op weten te maken. Naast een donatie -onder protest- aan mijn gastgezin in Neptunus, had ik nog een paar prachtig geborduurde bloesjes aangeschaft, zodat ik aan mijn verplichte uitgave had voldaan.
Iets anders dan dollars om nog een overnachting te betalen had ik niet. En dat ze hier niet zo happig waren op die dollars had ik inmiddels al ervaren. Moest ik het erop wagen, er maar het beste van hopen, wellicht zou er nog een lokaaltje de grens overgaan later die avond…
Ik legde mijn probleem voor aan de conducteur, die in tegenstelling tot die bij aankomst in Roemenië (zie deel I) bijzonder vriendelijk en behulpzaam was. Hij raadde me aan om direct bij aankomst in Timisoara naar de grenspolitie te gaan, er zou dan vast wel een oplossing gevonden worden….
Slot volgt.....