Centraal

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Centraal image

Rambo en de muskusos

Centraal
Noorwegen
Hillebrand

Rambo en de muskusos

Vandaag is echt het midden van de week. Ik besluit maar even rustig aan te doen want ik merk dat ik moe ben van al het reizen en de indrukken van de eerste dagen in Noorwegen. Eerst maar uitgebreid koffiedrinken. Buiten is het licht prachtig. Was ik maar…Nee, het is goed zo. Tegen 09:30 uur stap ik in de auto om naar Dovrefjell te rijden. Onderweg verandert het weer. De lucht trekt dicht en het wordt kouder. Blijkbaar is ook in Noorwegen niets veranderlijker dan het weer.

Na drie kwartier rijden ben ik bij de ingang van het park. Voor de slagboom die de toegang naar het park geeft ben ik even het spoor bijster. Hoe kom hier door? Ik zie alleen maar militairen in gevechtstenue. Niet de juiste types om het daar aan te vragen. Ik rij even rond en herinner me dan dat je een toegangsbewijs bij het spoorwegstation van Hjerkinn kunt krijgen. Blijkbaar ben ik er voorbij gereden want nadat ik terugrij zie ik het liggen. Het ziet er verlaten uit, maar ik loop toch maar naar binnen. Een man weet me te vertellen dat er verder niemand is en dat ik toch in het militaire kamp moet zijn. Terugrijden dus maar. Nadat ik alle moed verzameld heb loop ik langs een groep gevaarlijk uitziende Noorse Rambo’s, die me overigens aardig groeten. In het kazernegebouw wordt iemand opgetrommeld, die me kan helpen. Het blijkt geen probleem te zijn. Hij zal de slagboom voor me openen, maar ik moet vooral aan de rechterkant van het park blijven want ze hebben een schietoefening. Ik rij achter zijn Jeep aan. Blijkbaar heeft hij een afstandsbediening want de slagboom gaat zomaar omhoog. Ik ben binnen.

Rustig rij ik de weg richting Snoheim. Het is een onverhard pad, maar goed te rijden. Ik hoop Muskusossen te zien en liever nog te fotograferen. Er staat een stier midden op de weg! Wat een prachtig beest. Mijn adrenaline gehalte schiet omhoog en ik probeer haastig alles voor te bereiden om hem te fotograferen. Terwijl ik bezig ben mijn lens en camera te pakken raast een of ander militair voertuig op rupsbanden voorbij. De stier schrik er zo van dat hij de benen neemt en pas weer stopt als hij uit het zicht is verdwenen. Jammer, maar ik heb er in ieder geval een gezien.

Het landschap is kaal en onherbergzaam. Ik zie Snohetta op de achtergrond. De hoogste berg van Dovrefjell is omringd door een wolkendek. Terwijl ik verder naar boven rij wordt het steeds kouder. Het kwik zakt tot 2C. Er staat ook een harde wind, die het onaangenaam koud maakt. Geen weer om eens even lekker wat plaatjes te maken. Wie zei dat fotograferen een leuke hobby is? Je moet wel gek zijn om in dit weer je camera op statief te zetten en weer op zoek te gaan naar een fraaie compositie. Maar goed deze gek heeft z’n spullen alweer gepakt.

Nadat ik een paar foto’s van het landschapgemaakt heb, rij ik verder naar boven. Op 1464 meter hoogte staat een hek. Hier kun je niet met de auto verder, maar moet je lopend je weg vervolgen. Deze weg leidt naar Snohetta. Het lijkt me een mooie tocht, maar ik heb er nu geen zin in. Muskusossen wil ik en wel snel! Ondanks dat er 135 van die oerbeesten in het gebied moeten rondlopen heb ik er tot nu toe nog maar een gezien. En die ging er als een angsthaas vandoor.

Langzaam rij ik terug naar beneden. In de verte zie ik wat bewegen. Met het blote oog zijn het zwarte stipjes, maar door mijn verrekijker zie ik een groepje van vijf Muskusossen. Het is nu of nooit denk ik. Jas en handschoenen aan, muts op en er op af. Met in mijn ene hand de camera en in de andere hand mijn statief sjouw ik 1,5 km door de Noorse swamp een berg op. Fotograferen blijkt ook nog enige conditie te vergen. Misschien moet ik toch eens naar de sportschool om wat kilos kwijt te raken. Tot overmaat van ramp begint het ook nog te sneeuwen. Stuifsneeuw weliswaar, maar het was al koud. Hijgend en puffend nader ik die rotkoeien en gelukkig blijven ze rustig staan grazen van de vegetatie waar een Nederlandse koe haar neus voor op zou halen.

Nu ik dichterbij kom zie ik dat het drie koeien, een stier en een kalf zijn. De kou ben ik snel vergeten. Voorzichtig probeer ik hoe dichtbij ik kan komen. Stapje voor stapje nader ik ze. Als er eentje opstaat, weet ik dat dat de grens is. Verder ga ik niet want een ding weet ik zeker; deze beesten kunnen harder rennen dan ik.

Gelukkig ben ik in al mijn enthousiasme niet vergeten om reservebatterijen en voldoende geheugenkaartjes mee te nemen. Ik heb ze nodig want deze beesten zijn wel fotogeniek. Althans voor een koe, die al sinds de laatste ijstijd op deze wereld rondloopt. 200 Opnamen later hou ik het voor gezien en loop tevreden weer terug naar de auto. Onder het genot van een bak koffie kijk ik de opnamen nog even terug.

Terwijl ik naar het dal rij, breekt de lucht een klein beetje, maar de zon komt er niet echt door. Om deze dag af te sluiten maak ik nog wel een aantal landschapsopnamen van dit prachtige nationale park.