Als je op safari gaat, zijn er afspraken om aan te geven waar bepaald wild zich bevindt. Men gebruikt hiervoor de klokuren. Dit voorkomt vragen als "Waar precies? Bij dat bosje? Welk bosje, er zijn overal bosjes!" Op zee is het helemaal lastig om je te oriënteren, vandaar de aanduiding stuurboord, bakboord en de klokuren.
Hier zie je een kegelrobmannetje of grijze zeehond op elf uur en een in het water op vijf uur. Achter de kegelrob ligt een gewone zeehond. De gewone zeehonden hebben een rondere kop en zijn kleiner dan de grijze.

De zeehonden heb ik gespot op de Vondelingsplaat in de Oosterschelde, mijn tweede safari als ambassadeur van Columbus.