De Wadden...rust, ruimte & ritme
De Wadden...rust, ruimte & ritme
Rust, ruimte en ritme
De Wadden....Mijn lief wil bijna niet anders meer. Dit geeft zo'n gevoel van “die goeie oude tijd”, zoals onze grootouders over de jaren '50 spraken. Hier heeft iedereen tenminste nog een echt beroep. Je bent duidelijk wat: of het nou timmerman, visser, schipper, strandjutter, kok, ober, bakker of cranberryplukker is, je draagt bij aan een zelfvoorzienend eiland. Weg van 'chefs lege dozen' en nietszeggende beroepen uit de randstad. Fantaserend over waar wij dan ons brood mee zouden willen verdienen, als we hier schipbreuk zouden lijden, kwamen we uit op boekhandelaar/schrijfster en kelner/wandelgids. Geen verkeersdrukte, criminaliteit, schreeuwende stadsreclame of haast. Nee, hier heerst rust, ruimte en ritme!
Tussen het seinpaalduin en de Brandaris in nestelden we ons in ons 'Kraaienest'. Met fenomenaal uitzicht vanuit onze bungalow keken we uit over het dorp, de scheepsmasten in de haven en de waddenzee waar vissersbootjes, zeilschepen en ferry's kwamen en gingen. Mijn 'sunshinebringer' was achtergebleven in Australische dromen, maar maakte het eilandgevoel compleet. Door de dichte bewolking en zeemist hadden we tot het einde van de week geen enkel vast land in zicht.
Eerst maar eens het eiland globaal van een afstand bekeken op de fiets. Een windstille dag leende zich hier bij uitstek voor. Langs de waddendijk, tuurden we over het wad en de zee die naadloos overgingen in een evenzo grijsblauwe lucht. Zonder enig kleurverschil was de einder ver te zoeken.
Daarna van dichtbij met een strandwandeling, zoals je die alleen op de Wadden kunt maken. Breed, verlaten en eindeloos. Mijn lief vroeg me vooraf nog: 'wat doe je dan tijdens zo'n wandeling. Het is toch heel eentonig en saai?' Ik:'genieten van het uitzicht, de luchten, de zee, vogels, en als een jutter je geluk zoeken. Kortom, ultieme vrijheid'. Ok, ergens had hij wel gelijk, er valt weinig te beleven (hoewel ik dat ook in het bos vind), maar juist die leegheid om me heen, maakte mij schoon van alle zorgen, dingen die moesten en voorbije teleurstellingen. Hier stelden mijn zintuigen zich geheel en al open. Anders zo overprikkeld hoorde, zag, rook en voelde ik iedere nuance. Luchten die in een mum van tijd van saai grijs, naar dreigend zwart en openbrekend zilverlicht veranderden. Zand onder mijn voeten varieerde van spiegelglad tot mul of ribbelvormig en van moddergrijs tot spierwit. Een zachte bries aaide mijn oren en een zilte zeelucht vloog mijn neusvleugels in. Ik hoefde alleen maar te zijn, hier en nu op een eindeloos breed strand. Niemand om me heen, zelfs geen voetstappen in het zand. Enkel hordes zeemeeuwen en een paar strandlopertjes die razendsnel voor je voeten door de branding trippelden. Op de achtergrond het continue geruis van de onophoudende, ritmische branding van de zee. En ineens, zo gespitst op alles om me heen, zag ik daar zo'n lief koppie van een zeehondje boven de golven uitkomen. Echt waar!! Mijn lief speerde met grote zevenmijlslaarzen al snel ver voor me uit. Als stipje op de horizon gaf hij me nog enig perspectief. Totdat hij even later ook voorbij de horizon gelopen was. Rondturend bij paal 3 dacht ik hem eerst nog boven op het steile duin te zien zwaaien naar me. Maar deze hallucinatie eindigde in een nog ongelooflijker beeld. Mijn lief, die zand zo haat, lag prinsheerlijk in een natuurlijk gevormde strandstoel (een golvend duin) te zonnen!
Terug over het hoge duin, wist ik al dat overal waar je moet klimmen, je een mooi uitzicht wacht. Zo was het nu ook: 360 graden rondom over de westpunt van het eiland uitkijkend met alles wat ons hartje begeerde: zee, wad, heide, een vennetje, bos en duin. Op ons gevoel namen we de snelste en avontuurlijkste weg terug naar ons kraaienest met de Brandaris als rotsvast ijkpunt. Eventjes maar werden we afgeleid door een oud hekje en fotogenieke boom...vol blind vertrouwen, stampten we binnen drie stappen door de kwelder, één groot moeras. Mijn lief heeft daar sinds Schier nog nachtmerries van en ik kon alleen maar denken aan dat bord dat we de eerste dag bij de 'dodemanskisten' (zoals ze heel toepasselijk een bosvennetje hier noemen) zagen. Pas op! Afgekaderd met rood politielint werden we gewaarschuwd voor drijfzand. En je zult zien dat wij net nu hier nieuw drijfzand ontdekken...Bang was ik even wel, maar het liep met een sisser af: met ietwat sompige voeten en bemodderde broek waren we omgedoopt tot echte eilanders :-)
Dat ene lieve zeehondenkoppie smaakte naar meer...Met een gezellig bootje, waar je gelukkig ook binnen met warme chocolade voor het raam je handen kon warmen, koersten we af op een zandbank tussen Terschelling en Vlieland. Zoals het echte kuddedieren betaamt, lagen ze tegen elkaar aan gebonkt als een stelletje luie, lieve klunsen op een kluitje. De actievelingen onder hen gingen uit vissen, of konden hun lol op door tegen de golfslag van onze boot in te zwemmen. Meer dan water, vis en een droogje leken ze niet nodig te hebben om zich gelukkig te voelen.