Friesland
De start van een camperavontuur 5.
De camper deel 5.
'Je ziet er niet uit, Menno,’ zegt zijn vrouw..
'Kom even hier ..'
Mijn rots in de branding oogt wat bedremmeld als hij naast zijn eigen keukentafel door de knieën gaat. Ik heb heel even met hem te doen.
'Zo dat is beter .' Ze plukt met de doortastendheid, een plattelandse eigen, de hooislierten van zijn kalende schedel.
‘Ach, hooi is mooi.’ Het floept er weer uit voor ik er erg in heb.
Mevrouw Oenema wendt haar massieve gestalte in mijn richting en kijkt me aan alsof ze zeggen wil; ' Nu heb ik je te pakken, wijsneus. ’
En op een toon waarin doorklinkt dat ik zojuist voor altijd gezakt ben voor de basiscursus ‘Wat vind ik op de boerderij ‘, bijt ze me toe;
‘Dat is geen hooi, dat is strooi..’
Oenema maakt van de gelegenheid gebruik om zich aan haar greep te ontworstelen en zegt opgewekt,,
‘Kom maar eens even kijken.’
Buiten staat de Globetrotter 401 in volle glorie met zijn neus naar de oprit.
Zo op het eerste gezicht heeft de verhuurder wonderen verricht.
De wagen is schoon, het wit overheerst en op plaatsen waar roest de velgen nog niet heeft aangetast glimt het aluminium in de middagzon.
Nou.? ‘’
‘Hmmm, ‘beaam ik.
Oenema wijst op de motorkap.
‘Nieuwe pitten, olie ververst, de hele santekraam is nagekeken.’
Ik kijk naar mijn gade die, licht ontdooid, de zijkant inspecteert.
‘En nu naar binnen”, beveelt Oenema jolig..
‘Dames gaan voor.' Met een gemaakt elegant duwtje dirigeert hij Mevrouw Nurks het trapje naar de cabine op.
Dit laat zij zich wonderwel aanleunen en ik beschouw dat als een gunstig voorteken..
Vol angstige voorgevoelens neem ik het interieur in me op.
Natuurlijk, de inrichting is gedateerd, de bekleding van de kussens in het gezellige zitje is hier en daar tot zijn essentie teruggebracht en de gordijntjes met het fleurige flower powerpatroon hebben de jaren ’70 nog volop gevierd.
Maar ondanks dat op de vloer enkele flarden donkerbruin linoleum ontbreken , valt het mee.
Ik kijk verwachtingsvol naar mevrouw Nurks. Ze knikt en tuit haar lippen.
WE HAVE A GO.! De wereld wacht..
Mijn enthousiasme om Oenema het goede nieuws te melden word abrupt gesmoord door het oeroude gebaar van duim en wijsvinger, waarmee mevrouw Nurks me weer wreed met de realiteit confronteert. Oh ja.
Drie treedjes en daar staat het echtpaar als uit steen gehouwen in het grasveld.
‘Meneer Oenema’, piep ik.
‘Heel even over de financiën .’