Friesland
De Start van een campertocht deel 2.
De Camper 2.
Op de afgesproken dag bereiken we met volle bepakking een oude boerderij in Pjongsterratsumadeel, dat we vanwege de gemiste afslag Wypwappelawier eerst drie keer voorbij zijn gereden.
Voordat ik de auto op het erf van Graengriepe 3 tot stilstand heb gebracht komt een man in overall met uitgestoken handen vanuit het voorhuis op ons afgelopen.
'Ha.. daar bent u..'
Een constatering die we niet kunnen ontkennen..
'Welkom in onze stulp '
Verhuurder Oenema lijkt in het geheel niet op de voorstelling die ik me van een professionele camperman heb gemaakt. Een onregelmatige baardgroei ontsiert zijn spitse gelaat dat wordt gedomineerd door kleine slimme oogjes en een forse neus met daarop de gehele route van de Elfstedentocht in kleine blauwe adertjes. Iets in zijn enthousiasme doet in mijn achterhoofd een vonkje achterdocht opflakkeren.
En terecht.
‘We hebben een klein probleempje meneer Nurks. De Matsumi 3000 is nog niet teruggebracht door de vorige huurders’.
De gezamenlijkheid van het probleem ontgaat me, totdat ik me realiseer dat ik op zijn verzoek inmiddels de helft van de huursom en de borg á totaal 900 Euri naar zijn girorekening heb overgemaakt.
De huurders, onbetrouwbare types, waar Oenema overigens nog een hartig woordje mee zal wisselen, hadden drie dagen geleden al terug moeten keren van een reisje naar de Vogezen.
Oenema had dan ruim de tijd gehad voor schoonmaak en het verversen van diverse vloeistoffen, maar nu ..
Ik probeer een wanhopige blik met mevrouw te wisselen, maar zij staat met een strak gezicht de omgeving in zich op te nemen. Die lichaamshouding ken ik, dat betekent een hoop gedonder straks. Haar achterdocht, die al gewekt was bij het zien van de wazige foto op internet en de ruime vooruitbetaling, resulteert tijdens de terugreis ongetwijfeld in een ijzig;
‘Zie je wel’, waar mee zij onze uitgebreide nabespreking zal openen.
‘ Gelukkig denken wij niet in problemen maar in oplossingen, meneer Nurks’
Oenema slaat me kameraadschappelijk op de schouder. Mijn hart springt op en ik stel onmiddellijk mijn oordeel bij.
Deze man met de doelgerichtheid van de echte plattelander, die hartverwarmende mentaliteit van niet lullen maar poetsen, gaat onze queeste redden.
‘Komt u maar even mee’
Hij wenkt me naar een openstaande schuurdeur en gaat me voor naar binnen.
In het halfduister, zie ik achter een oude tractor en een stapel hooiblokken de onmiskenbare contouren van een camper.
‘Kijkt u eens, De Globetrotter 401, een beetje op leeftijd maar een degelijk campertje meneer,
die heeft al heel wat van de wereld gezien en nog nooit een akkefietje mee gehad..’