Liften mag weer
Liften mag weer
Ik heb een prima baan, bezit een eigen auto en heb een kortingskaart van de NS in mijn portemonnee. En toch heb ik geen zin om in mijn eentje honderden kilometers door Nederland te rijden. Of eerder naar huis te moeten door de vroege treindienstregeling. Naar een afspraak, een museumbezoek of een verjaardag. Ik zoek een avontuurlijker oplossing. "Een lifter, jij bent een uitstervend ras."
Gezellige koffie
"Moeilijk volk hoor, die Haarlemmers, dat gaat je nooit lukken" krijg ik van een wandelende moeder te horen. Inderdaad, ik sta al een uur te wachten op mijn eerste lift richting snelweg. Of benzinestation. Als ik maar weg kom, maakt niet eens uit waarheen. Het moet mijn eerste rit worden van die dag, of eigenlijk sinds ik twaalf jaar geleden al liftend door Nieuw-Zeeland reisde. "Daar werd ik zo opgepikt, en niet zo aangekeken alsof ik van Mars kom" mijmer ik. Piepende banden van een Mercedes. "Geweldig!" Roept de joviale vijftiger van achter zijn stuur door het openstaande raam, zijn vrouw zwaait uitnodigend het portier open. "Ik dacht: hé, een lifter, dat is een uitstervend ras, die neem ik mee" gaat hij verder. Hij trapt het gaspedaal diep in. Met een "Waar gaat u heen?" probeer ik hem te onderbreken in zijn verhaal over vroeger, toen hij zelf veelvuldig door Europa liftte. "Utrecht" is zijn resolute antwoord. "Eh ja, maar ik moet richting Den Haag, of eigenlijk zelfs naar Middelburg" en ik hou mijn zelf gemaakte kartonnen bordje omhoog. Het blijkt geheel geen probleem, hij is zo in zijn nopjes dat hij wel even wil omrijden en me op de A4 bij een benzinestation afzet. Zijn vrouw haalt zelfs voor iedereen een kop koffie. "Zie je wel, het lukt prima, op naar de volgende rit" spreek ik mezelf moed in.
Geloof
Vijf minuten later rij ik met een ambtenaar van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking mee en er ontstaat een levendige discussie over reizen en het nut van ontwikkelingswerk, niet veel later rijden we Den Haag binnen. Ook daar, aan het begin van de snelweg, gaat het voorspoedig en rij ik 15 minuten later met bouwvakker Joost mee in zijn bestelbusje. Hij blijkt eigenlijk slechts een tijdelijke bouwvakker te zijn en is van origine politieagent. Met mooie maar vooral ook trieste ervaringen. Zo triest dat hij het beroep niet meer zag zitten en het roer heeft omgegooid. Het gesprek krijgt een opmerkelijke wending als hij het geloof aanboort. "Ik ben een happy man, met mijn geloof dat ik nu bijna een jaar aanhang", vertelt Joost. Het is te kenmerken als streng gristelijk, met een harde g. Een cd met christelijke liedjes op het rommelige dashboard lijkt niet op z'n plaats tussen de stof en verfspetters. Maar toch ook weer wel, want de grote bouwvakker in korte broek praat met rustige en zachte stem. Dan zijn we bij het geplande benzinestation.
Openingszin
Ze twijfelt even en spreekt me dan toch aan. "Lift jij?" Ik kijk op mijn bordje en knik lachend. De jongedame bekijkt me van top tot teen en keurt mij als op een eerste afspraakje. "Ik moet naar Middelburg, ga je die kant op?" Vraag ik als een slecht klinkende versierpoging. "Ja, maar..." Ze rent naar binnen om af te rekenen en als ze terugkomt zegt ze: "Oké, ik lijk wel gek maar ik doe het! Je mag mee, ik ga naar Breda toe." Ze kijkt vertwijfelt naar mijn tas. Ik stel mezelf voor en zeg dat ze mijn tas mag controleren op wapens en dat ik mij best wil legitimeren. Het blijkt niet nodig voor deze Mariëlle, makelaar te Breda. Ze vertrouwt me op mijn blauwe ogen zegt ze. Het is voor haar de allereerste keer dat ze een lifter meeneemt, maar na een paar minuten kletsen is het ijs gebroken. Als ze me in Breda afzet is ze tevreden: ze gaat vaker lifters meenemen! Even later wordt ik door vrienden opgehaald die naar dezelfde verjaardag in Middelburg gaan. We hebben onderweg telefonisch contact gehad en omdat het liften erg gezellig is, maar ik ook zeker die verjaardag wil halen, pikken ze mij op bij Breda en brengen ze me ook weer naar huis na afloop.
Boomdokter
Een paar maanden later besluit ik van een afspraak in Nijmegen naar een afspraak in Amsterdam te liften. Alles gaat voorspoedig en de eerste auto die mij oppikt, blijkt zowaar een - onbekende - collega te zijn van het grote bedrijf waar ik werk. Toevallig maar meteen ook vertrouwenwekkend. We kletsen de hele tijd van Arnhem naar Amersfoort over onze verschillende afdelingen en hij zet me af bij een tankstation.
De volgende rit is met een boomkunstenaar. Een hovenier nieuwe stijl is deze twintiger in zijn gloednieuwe en schone busje. "Ben je dan een soort Prinses Irene die met bomen praat?" vraag ik. "Nee hoor, ik maak van oude bomen kunstwerken. Met een kettingzaag!" Gelukkig maar, want een figuurzaagje zou ook niet echt bij zijn imago als stoere hovenier passen. De bomen haalt hij uit tuinen van gefortuneerde klanten die er toch van af wilden omdat de boom ziek is, hij is namelijk ook boomchirurg. Ik kijk hem hierop verbaasd aan. "Echt waar hoor, dat beroep bestaat." Een boomchirurg annex kunstenaar, die ontmoet je niet dagelijks. Wij praten over de laatste trend in hoveniersland, waar de mooiste tuinen staan en hoe je een zieke boom herkent. Bij het binnenrijden van Amsterdam vertelt hij nog dat hij met een motor vliegt, letterlijk. Een soort ultra-light vliegtuigje maar dan een met een fikse motor erachter waar je als het ware op zit. Ik hou het even bij mijn veilige Boeings en Airbussen, dank u.
Sneller dan de trein erover doet en met twee interessante autoritten en gesprekken achter de rug, stap ik uit in Amsterdam. "Is hier goed", vraagt de boomdokter als hij mij bij een metrostation afzet. "Hartstikke bedankt", roep ik hem na. Op weg naar mijn afspraak, keurig op tijd en avontuurlijker dan zelf rijden of met het OV!