Turijn

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Turijn image

Turijn

Turijn
Italië
Maarten92

'You don't believe me?'

‘ You don’t believe me?’


Blauwe lichten knipperend langs de gordijnen, auto’s razen voorbij, een jongeman gooit zijn vuilnis weg; dat is het uitzicht dat ik nu geniet. Lang geen onaangenaam uitzicht, ik ben waar ik zijn wil en dat is al heel wat na zo’n dag als vandaag. Nu heb ik rust. Geen rennen naar treinen meer. Geen onzekerheid of het de goede trein is, nee, dat is voorbij. Op moment van schrijven geniet ik van de lichten van de stad. Televisies die knipperen achter de gordijnen, werknemers die terugkomen van een lange dag werken. Eindelijk ik ben er. Ik ben in Turijn.

Kwart voor elf vanmorgen, ik was een uur geleden opgestaan. Een rustige ochtend zou het worden, zo goed als alles was ingepakt en er hoefde nog maar weinig te gebeuren. Het zou een warme, benauwde, zomerse dag worden in Nederland en dat wilde ik wel eens voelen. Ik deed de voordeur open en stapte op ons dakterras. De hoog bejaarde buren aan de linkerkant waren al druk in de weer; de groene kist dat zij als opslag gebruiken moest een nieuwe verflaag krijgen.
Terwijl ik aan de 80-jarige buurvrouw vertelde hoe mijn reis zou gaan verlopen, schilderde zij vrolijk door met haar inmiddels groene kwastje. Ze stopte op het moment dat een lieveheersbeestje over haar pas geverfde stukje heen liep. Dat was het moment voor mij een einde te breien aan het gesprek. De boterhammetjes moesten immers nog gesmeerd worden.

Voeten in de lucht, leunend op de balustrade van het balkon. Reiscompagnon Tim zit aan mijn rechterzijde, gescheiden door een gevlochten tafeltje met een kaarsje erop. Ellen en Sergio, mijn gastvrouw en gastheer voor de komende negen dagen, pompen het luchtbed op. Een luchtbed waar ik goed op slapen zal. Ik denk terug aan vanmiddag.

Na een zeer goede vlucht kwamen we om 15.45 aan in Bergamo, een vliegveld nabij Milaan. Vanuit het thuisfront was ons verteld dat we het beste met de touringcar naar Milano Centrale Stazione konden gaan. So we did. Na een kaartje gekocht te hebben aan het loket in de stationshal liepen we naar de bus, waar eerst wat twijfel over ontstond waar we zijn moesten. De chauffeur, een vijftiger die op het eerste gezicht op een bandiet uit een willekeurige James Bond film leek te komen, bracht ons heelhuids naar Milaan. Daar aangekomen moesten de treintickets gekocht worden bij een kiosk. Kiosk gevonden. Na wat op de ‘ time-table’ gekeken te hebben gingen we in de rij staan. Een behoorlijk lange rij, die na 20 minuten wachten in no-time verdween. De twee andere collega’s waren terug van hun koffiepauze…

Rho was de eindbestemming. Althans, eindbestemming, daar werden we opgepikt door Sergio, die daar een werkbespreking had gehad.
We liepen de grote trappen van het immense station op, richting de sporen waar alle treinen naar binnen- en buitenland zich verzameld hadden.
18.15 zou de trein vertrekken naar dit wonderbaarlijke dorpje. Mooi niet, na een telefoontje naar Ellen en wat gepuzzel werd het duidelijk dat we nog een half uurtje moesten wachten. We liepen naar de ‘Bar’ waar we een flesje cola kochten. €2,50 voor één flesje moest er betaald worden, maar goed, we hadden dorst. Ik liep naar de bar om af te rekenen en sprak de man aan met ´Hallo´, waarop de man omdraaide en met een big-smile zei; ‘ Wie geht’s?!’. Het deed me er plotseling bij stilstaan dat ik toch echt in Italië stond en woord ‘hallo’ wordt geassocieerd met Duitser. Ik rekende af bij zijn chagrijnige collega die het drukker had met muntgeld uit de kassa te tellen dan met mij, maar dat nam ik maar voor lief. Op naar perron 2, waar de trein om 18.48 zou vertrekken. Hij stond er al wel, maar was nog gesloten. Aangezien we nog een dik half uur moesten wachten besloten we op de trappen van de ondergronds-gaande uitgang te gaan zitten.
De tijd tikte door, de colaflesjes raakten leeg en we besloten samen met onze koffertjes richting coupé te gaan. Daar zaten we dan. De trein stroomde vol zakenlui en ander Italiaans volk en we vertrokken.
Inmiddels was er een Italiaanse jongeman naast Tim gaan zitten die uit het niets vroeg waar we vandaan kwamen. Na een kort babbeltje stapten we op Rho Fiera Milano uit.

De luchtbedden zijn bijna opgepompt, de straten worden rustiger. Echt rustig zullen ze nooit worden, het is immers een miljoenenstad en miljoenensteden slapen nooit.

We liepen de trap af, niet wetend waar we uit zouden komen. Naast de lift stond een tafeltje met een laptop erop waar 3 mannen uitermate geïnteresseerd naar stonden te kijken. Ik stopte en één van de heren keek me vragend aan. Ik vroeg hem of dit ‘Rho main station’ was, de plaats waar we zijn moesten. Vol overtuiging zei hij ‘ Yes, thís is Rho station’. Ik keek hem vol ongeloof aan. ‘You don’t believe me?’, ‘ Yes, I believe you’ zei ik en we liepen door. Tim zei vol verbazing ‘ We zijn er!’ en we liepen naar boven, richting uitgang. Toch kon ik het niet laten nogmaals naar een ‘time-table’ te kijken en was het niet zo, ‘Rho’ was 15 minuutjes van ons verwijderd. We wachtten op de trein en kwamen aan op het juiste station van Rho. We belden Sergio op. Geen gehoor. We liepen naar een uitgang. Geen Sergio. Vast verkeerde uitgang. Wij naar andere uitgang. Geen Sergio. Nogmaals bellen. Na wat heen en weer geloop zagen we het kleine mannetje in pak staan. ‘ We can see you’ zei Tim en Sergio draaide zich om.
Na een leuk gesprek kwamen we na anderhalf uur auto aan. We zijn er. Er staan ons 8 leuke, erg leuke dagen te wachten. We hebben er zin in!


Deze laatste zin werd op 21 juli 2009 om 11 over 11 ’s avonds op papier gezet.