Toscana 2: Florence en Siena
Toscana 2: Florence en Siena
Toeristenbussen mogen Florence niet in. Om de passagiers uit te laten stappen aan de Arnokade, moet aan de rand van de stad eerst een vergunning gehaald worden. Op een bankje bij het checkpoint zit een Italiaanse kleuter met zijn oma-oppas zich te vergapen aan al die bussen met buitenlanders. Mijn doel in Florence is dit keer het MNAF, het Museo Nazionale Alinari della fotografia. De fratelli Alinari waren pioniers van de fotografie in Italia, en bouwden een groot archief op van foto’s van de kunst in Italië. Het museum aan het Piazza Santa Maria Novella, recht tegenover de kerk, laat in zeven vaste tentoonstellingen verschillende aspecten van de fotografie zien: de oorsprong van de fotografie met onder andere oude daguerrotypen, de bloei van de fotografie, maar ook fotoalbums, fototoestellen en reclamemateriaal. Sommige beelden zijn behoorlijk indringend, zoals een oude foto van een straatarme vissersfamilie in Napels. Via de chique winkelstraat Via degli Strozzi, met onder andere een Ferrari-store, en het Piazza della Republica, op naar het Piazza della Signoria, het hart van de stad, met zijn robuuste Palazzo Vecchio, sinds de middeleeuwen zetel van het Florentijnse bestuur. Hoewel geen echte ijsliefhebber, bezwijk ik op weg naar de dom toch voor een Italiaans ijsje. Er is nog tijd voor de kapel van de Medici, met in de sacristie de beelden van Michelangelo: Dag en Nacht, Dageraad en Zonsondergang. Rugzak door de scanner, en oh jee, een mes op zak. Bij het verlaten van de kapel krijg ik het wel terug.
Dan langs het Ospedale degli Innocenti, het weeshuis waar baby’s in een luik te vondeling werden gelegd, en langs de Santa Croce terug naar de Arno.
Na Florence nog een dagje San Gimignano en Siena. De reis voert door golvende heuvels, met wijnstokken, olijfbomen en plukjes schapen, en met hellingen vol paarse klaver. De heuvels worden bekroond door van oorsprong Etruskische stadjes.
San Gimignano is bekend om zijn hoge torens, van waaruit middeleeuwse families/clans elkaar bestookten. Het is een leuk stadje om zo maar wat rond te lopen en te snuffelen in de winkeltjes met streekproducten, maar een bezoek aan de Collegiatakerk of Duomo (dom) is ook een aanrader. Van buiten ziet de kerk er saai uit, maar binnen zijn alle muren bedekt met fresco’s, taferelen in naïeve stijl uit het Oude Testament, en het leven van Christus. Boven de ingang de verschrikkingen van de hel. Er zijn ook twee fresco’s van de hand van Ghirlandaio over het leven van Santa Fina, beschermheilige van de stad.
Tot slot het grotere en drukkere Siena, met zijn prachtige plein, de Campo, bekend van de palio, de paardenraces. Ook in Siena concentreer ik me op de dom. Buiten straatmuzikanten, binnen de vloer met in marmer ingelegde taferelen. Helaas is een groot deel van de vloer bedekt, ter bescherming, maar er blijft genoeg te zien. Hoog vanuit het schip van de kerk kijken (bustes van) alle pausen tot midden 16e eeuw neer op de kerkgangers. Interessant vind ik vooral ook de bibliotheek, de Libreria Piccolomini, die je bereikt vanuit de dom. Hier staan opengeslagen de boeken van Aeneas Silvius Piccolomini, Paus Pius II, met hun met miniaturen versierde letters. Boven de boeken is in tien taferelen door Pinturicchio het leven van de paus in beeld gebracht.