Lombardije en de meren

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Lombardije en de meren image

Wijnproeven in de Oltrepo Pavese

Lombardije en de meren
Italië
Stef7sa

Wijnproeven in de Oltrepo Pavese

De ingang van de hoeve was indrukwekkend met haar poort, het grote familiewapen en de mythologische beelden erboven. Zoveel indruk maakte het dat we er al die keren dat we er langsgereden waren nog niet naar binnen hadden durven gaan. 'Azienda Agricola Travaglino, dal 1868 grande vini dell’Oltrepò Pavese' stond er op een groot bord boven de ingang. Dat klonk aanlokkelijk genoeg voor niet-geheelonthouders zoals wij. Wat voor alcoholische schatten zou deze wijnhoeve in haar binnenste verborgen houden? Maar ja, we durfden dus niet naar binnen uit angst dat gladde verkopers ons gelijk zouden bespringen om ons een paar dozen superdure wijn aan te smeren. We zijn nu eenmaal wantrouwige Hollanders die de hand altijd op de knip houden: karaktertrekken die ze in Italië vooral de inwoners van Genua toedichten.

Gelukkig kwam de wijnproducent ons tegemoet door een open dag te organiseren. Dat betekende dat er ongetwijfeld een grote groep wijnliefhebbers op de wijnboerderij zou komen proeven en dat wij er in relatieve anonimiteit zouden kunnen rondneuzen. Deze kans moesten we grijpen, het was nu of nooit. Bovendien was er in de loop van de middag ook nog een 'cheese rolling', een traditionele kaasrolwedstrijd en dat wilden we wel eens meemaken. Op de bewuste zondag van het open huis gingen we op pad en parkeerden onze auto boven aan de weg om nog wat door de wijngaarden van de producent te lopen. Bij elk perceel stond een bord met daarop afgebeeld een fles van de soort wijn die men van de druiven uit die wijngaard maakte. Verschillende soorten wijn met fraaie fantasienamen als Campo della Fojada (Riesling), Poggio della Buttinera (Pinot Nero) en meer van dat fraais.

De ligging van de hoeve, op een heuvel met direct eromheen een klein bos waarin, zo hoorden we later, zelfs herten leefden, was erg fraai. Toen we de binnenhoeve betraden zagen we dat we ons niet vergist hadden: het was er gezellig druk. Mooi, zo konden we ongezien en ongedwongen onze nieuwsgierigheid de vrije loop laten. We snuffelden dus een tijdje ongegeneerd rond op het terrein waar machines en voorraden opgesteld stonden, voor we de enoteca van de wijnboer binnengingen. We neusden nog wat rond tussen de fraaie flessen en geschenkdozen om ten slotte in de proefruimte terecht te komen. Daar namen we plaats op de krukjes aan een van de vele grote wijntonnen. Ook hier waren we gelukkig niet eenzaam en alleen. Bijna alle tonnen waren bezet en er liepen een paar mensen van Travaglino met geopende flessen tussendoor om iedereen van een slokje te voorzien of om wat brood en brokjes Parmezaanse kaas te serveren. Want alcohol op een lege maag daar kwamen maar ongelukken van. Op elke tafel stond een soort kwispedoortje maar we waren niet van plan om daarvan gebruik te maken! Dure wijn uitspugen dat is zonde, dachten de Hollandse Genovezen.

Na een tijdje kwam er een vrouwelijke sommelier op ons af. Of we wat wilden proeven, was de overbodige vraag. Wij knikten gretig (en dorstig). Maar omdat wij wat wijn betreft van toeten noch blazen weten, lieten we ons graag adviseren over de te proeven soorten, zo vertelden we haar in ons nu al onsamenhangend klinkende Italiaans. Dat was onvoorzichtig, beseften we, want misschien zouden de wijnverkopers ons nu alsnog 'flessen'. Onze wijndame adviseerde ons over de juiste volgorde van de te proeven heerlijkheden (uiteindelijk proefden we vijf soorten) en was zo slim om de lekkerste en duurste wijn als laatste aan te bieden. Dat was de rode Buttinera Pinot Nero die een paar jaar in een eikenhouten vat van de druivenpluk had mogen bijkomen en die dientengevolge aardig aan de prijs was. Vonden wij tenminste, die in Nederland nooit iets anders dronken dan wijn van de C1000 (vier euro de fles) en ons hier in Italië tot nu toe alleen te buiten waren gegaan aan de wijn van de Cantina Sociale (tweeënhalve euro de fles). Aan het slot van de proeverij konden we nog mee voor een rondleiding in het wijnbedrijf zelf. Afgezien van de indrukwekkende hoeveelheid en grootte van de aluminium ketels waarin de wijn opgeslagen werd, maakte vooral de historische gewelfde bakstenen kelder uit het jaar 1111(!) met de onafzienbare rijen barriques, eikenhouten vaten, grote indruk.

We kwamen er niet onderuit: er moest wel een doosje van die heerlijke Buttinera mee (dertien euro de fles) en ook van de kruidige Riesling (negen euro de fles), wilden we thuis op de bank nog wel eens nippen. Toch wel leuk, dat proeven en na een paar probeerglazen voel je de pijn in je portemonnee al minder. We gingen de auto halen om hem in te laden en dan met onze alcoholische schatten te vertrekken. Maar wacht … we gingen nog ‘kaasrollen’. En inderdaad, buiten de hoeve, op de openbare weg, stonden de gladiatoren al klaar. Het bleek het nationaal kampioenschap kaasrollen te zijn. Ja, dit was serieuze sport en dat kon je goed zien aan het 'afgetrainde' postuur van sommige atleten. Kennelijk aten ze alle kazen na afloop zelf op? Het was leuk om naar te kijken en was een variant van het klootschieten zoals men dat in het oosten van Nederland wel beoefent. Elke deelnemer probeerde zijn kaas zover mogelijk te laten rollen en zo de af te leggen afstand in zo min mogelijk beurten te voltooien. Sommige kazen sprongen onderweg uit elkaar en daar deed Saar dan weer haar voordeel mee want die stortte zich tot hilariteit van deelnemers en toeschouwers in volle vaart op de smakelijke brokken.

Onze eerste wijnproeverij in de Oltrepò zat erop. Nog een honderdtal cantina's te gaan. Salute, Cin Cin of Cent'anni, zoals de Italianen zeggen!


Foto's

dd68f.jpg
dd68f.jpg
Stef7sa