Corbières Tides of Life
Corbières Tides of Life
‘I’m sorry, is it okay when I sit here?’
-‘No no, don’t mind darling, off course you can sit here’.
‘Thank you’.
Ik moet even met de krent op een bankje.
Zojuist met de huurfiets om een of andere kaap gestuiterd en daarvoor heuveltje op en heuveltje af door het binnenland van Jersey. Dan worden de beentjes moe en dat laatste stuk over de hobbelweg, of eigenlijk was het meer een wandelpad, maakt ook nog een beurse bips.
Effe zitten.
Naast de dame die ik eigenlijk niet wilde storen op haar bankje.
Maar met het enige bankje in de buurt had ik niet veel keus bovendien staat dit bankje hier niet voor niets.
Dit bankje staat hier namelijk voor het uitzicht.
Dat uitzicht kent de dame vermoedelijk al lang want ze duikt weer in haar boek na alle beleefdheden rond mijn aankomst.
Ik ga er eens goed voor zitten.
‘Wonderful isn’t it?’, klinkt het bedachtzaam van achter het boek.
Ik lach en wend het hoofd traag, nog op zoek naar een rustige adem.
-‘It’s great’.
‘If you want to walk it, you better don’t wait to long’, knipoogt ze langs haar boek.
-‘Okay’, zucht ik, ik zit net lekker.
‘The tides will rise within an hour’, voegt ze toe met een kleine waarschuwing in haar stem.
-‘Okay’, antwoord ik weinig origineel.
En dan mag het even stil zijn, aan die stilte ben ik toe.
Mijn blik gaat over de rotsen die roze en bruin voor me als een rommelige taartpunt richting zee gaan. De stapels zeewier en de heldere poeltjes vertellen dat het hier bij vloed heel anders uitziet.
Een strakke lijn doorsnijdt het rotsplateau en biedt wandelaars bij eb de mogelijkheid dicht bij zee te komen. Alleen is de zee niet het doel maar de kleine vuurtoren die trots op de hooggelegen eindpunt van de taart staan.
The Corbière Lighthouse promoot Jersey in menig tijdschrift.
Zo vreedzaam als ze er nu bij ligt, zo vol geweld is haar robuuste leven bij storm en springtij.
Dan komt ze op haar eilandje nog maar net boven het water uit, hard werkend om met haar licht de zeelieden te blijven waarschuwen.
Ik voel plotseling een sterke binding met het witte torentje daar in de verte. Beiden genieten we even van de rust maar ik weet dat ik straks weer heuveltje op en heuveltje af ga. En voor Corbière ligt nu de vloed en later vast weer een stevige storm in het verschiet.
‘How long is it?’, vraag ik met enige twijfel of ik de dame wel mag storen.
Ik vermoed dat ze de zestig gepasseerd is en accentueert onbedoeld haar rimpels met een overmaat aan mascara en poedertjes.
Haar lach en glimmende ogen maken haar jonger al kraakt haar stem zachtjes bij de zorgvuldig gearticuleerde woorden.
‘The path is a little more than half a mile, my darling’.
‘You will make it just don’t wait to long’.
Met haar rijk geringde hand pakt ze mijn onderarm vast.
‘Just wait five minutes’, knipoogt ze wederom.
‘I sit here allmost every day’, ‘glimlacht ze.
‘Mostly I sit alone so I’d like you to accompane me for just five more minutes’.
Haar vraag is van een onverwachte intensiteit.
Het verzoek lief en meelijwekkend tegelijk.
Ik duw mijn rug weer tegen de bank en knik geruststellend.
Ongemakkelijk wordt ik er niet van, ik zit wel goed zo.
Ze gaat weer verder in haar boek.
Mijn ogen gaan weer verder over de opengereten kleurenkust van zuidwest Jersey.
‘Holland or Belgium?’, vraagt de dame even later.
Ze kijkt niet op al begin ik me af te vragen of ze het boek wel leest.
Misschien heeft ze de kaft wel nodig om achter te schuilen, zijn het niet de verhalen van het boek waar ze in wil duiken maar is dat verlangen er naar het echte leven.
‘Holland’, antwoord ik.
‘I thought so…’.
We glimlachen beide in de stilte.
‘You have to go darling’.
Ze legt het boek op haar schoot er waarschuwt me dat ik over 50 minuten terug moet zijn anders kan ik vannacht onder de vuurtoren blijven slapen.
Een dergelijk nachtlampje staat me wel aan maar een zacht bed nog meer.
De dame kent de eb en vloed tijden bij de minuut, ik zie hoe haar ogen snel de horizon scannen om te controleren of ze zich niet in de tijden vergist.
‘Well, let’s meet Corbière’, grap ik terwijl ik opsta.
Ik zwaai nog even en zie een onhoorbaar ‘thank you’ van haar lippen.
Corbière staat twee keer per dag op een eilandje. Nu kan ik snel wandelend nog even naar haar toe over de betonplaten die tussen de rotsen een pad vormen. Ik ben sneller bij de vuurtoren dan ik dacht. Ze is mooi van dichtbij, sneeuwwit en bijna fragiel al is haar ongekende stevigheid mij bekend.
Al meer dan een eeuw waarschuwt ze voor de onvoorspelbare stromingen en onzichtbare rotspartijen langs de westkust van Jersey. Niet iedereen neemt haar werk serieus leert de bijna scheepramp van 1995 waarbij meer dan 300 passagiers net op tijd gered werden op enkele honderden meters van Corbières waarschuwingslichten.
Achter me hoor ik het zachte klotsen van de eerste vloedgolven die over de rotsen komen. Het zeewater spoelt van poel naar poel als een estafetterace richting het betonnen pad.
Als daar het eerste water komt is het tijd om terug te gaan. Straks staat het water hier drie meter hoog en wil je geen speelbal van de rotsen en de golven zijn.
Wanneer ik bijna bij mijn huurfiets ben draai ik me om en kijk nog even terug naar Corbière. Het pad naar haar toe staat onder een dun laagje water. Dan gaat mijn blik naar de dame op het bankje. Ze lijkt geconcentreerd in haar boek.
Ik besef dat zij veel meer overeenkomsten heeft met Corbière dan ik.
Ik laat ze achter.
Beide op hun eilandje…