Versailles, de droom van Louis XIV
Versailles, de droom van Louis XIV
In de tweede helft van de 17e eeuw had de Franse koning, Lodewijk de veertiende, een ambitie, een droom: het grootste en mooiste paleis op aarde laten bouwen. Het moest mooier worden dan het kasteel van Saint-Germain-en-Laye waar hij was geboren en grootser dan het Louvre dat één van zijn residenties was. Als plaats hiervoor koos hij Versailles. Daar stond een jachtslot in een moerasgebied waar hij zich graag afzonderde. In totaal duurden de werkzaamheden wel vijftig jaar. Desondanks betrok de Zonnekoning zijn nieuwe woning al twintig jaar na het begin van de bouw met zijn hele hofhouding. Het paleis telde 700 kamers en het park eromheen had een oppervlakte van maar liefst 800 hectare.
Tijdens de Franse revolutie en na het uitroepen van de republiek werd geopperd om het paleis met de grond gelijk te maken. Het gebouw stond symbool voor de absolute monarchie en het volk schreeuwde om vergelding. Een deel van het meubilair werd geroofd of verkocht, terwijl veel metalen voorwerpen werden omgesmolten om wapens van te maken. Frankrijk was bijna voortdurend in oorlog en had kanonnen nodig. Maar het gebouw zelf bleef gespaard.
Eeuwen nadat de eerste steen werd gelegd staat het paleis er nog, op korte afstand van Parijs. Lodewijk XIV had een voorliefde voor goud en marmer en dat zie je nog steeds terug. Bij het naderen van het château vallen de gouden hekken en de gouden daken als eerste op. Na al die jaren straalt het nog steeds koningschap uit. Een grote binnenplaats met aan weerszijden statige gebouwen eindigt bij weer een hek en een kleinere binnenplaats, waarachter zich de toegang tot het paleis bevindt. Een groot deel van het gebouw is ingericht als museum en geopend voor het publiek.
Je kunt vanuit Parijs met de metro een dagje op en neer naar Versailles. Maar je kunt ook in één van de hotels in de buurt van het paleis overnachten en er een heel weekend van maken. Dan is het vooral leuk om niet de grote hotelketens te kiezen, maar eerder de kleine familiehotels die op loopafstand van de toegangspoort liggen. De krakende trappen, de piepende deuren en het uitzicht op historische gebouwen doen je even terugkeren in de tijd dat ruiters door de straten paradeerden en rapieren langzaamaan werden vervangen door pistolen en musketten.
In het hoogseizoen moet je soms heel lang wachten om het paleis te betreden. Een handige tip is om via internet niet gewoon een entreekaartje te bestellen, maar een rondleiding te boeken. Het is een beetje duurder maar het levert een dubbel voordeel op. Het eerste is dat je via een speciale ingang naar binnen mag zonder wachttijden. Het tweede is dat je in delen van het château komt waar de reguliere bezoeker niet mag komen. Zo kun je een rondleiding boeken door de appartementen van de koning en zien hoe hij zijn dagen en nachten doorbracht. De kapel is ook een optie, alsmede de opera die in het paleis is gebouwd. Het is moeilijk om je voor te stellen dat die opera in vroegere tijden moest worden verlicht door duizenden kaarsen.
De grootsheid van het paleis is net als weleer. Meubels worden nog steeds teruggekocht van particulieren, kunstwerken worden gerestaureerd, voorwerpen die ooit zijn ontvreemd worden weer teruggeschonken. De parketvloeren glimmen nog als toen, de schilderijen vertellen het verhaal van Frankrijk en het is soms alsof de Zonnekoning zelf op ieder moment zijn intrede kan doen in de Spiegelzaal.
De Spiegelzaal is een van de prestige objecten binnen het paleis. De lange galerij aan de kant van het park telt 350 grote spiegels. De koning wilde vanuit elke plek in die zaal het park kunnen zien, hoe hij ook zou staan. De rest van de galerij werd opgevuld met kunst, goud, marmer en prachtige plafondschilderingen. Elk gekroond hoofd dat de zaal betrad was jaloers en in het toenmalige Europa ontstonden 28 bouwprojecten om het château te evenaren, waaronder dat van het Russische paleis van Peterhof.
Het park werd ontworpen door de geniale Le Nôtre en ligt er nog net zo bij als toen. Het bestaat uit veel waterpartijen, fonteinen, planten, bomen en heesters die allemaal met een magische symmetrie zijn opgesteld en gesnoeid. Na urenlang binnen de muren te hebben doorgebracht is dit park de volgende schoonheid die ontdekt kan worden. Achterin de tuinen bevindt zich nog een kleiner paleis, de Grand Trianon, dat de koning liet bouwen om af en toe wat privacy te hebben. Ook werd in de 18e eeuw de Petit Trianon gebouwd, een paleisje voor koningin Marie-Antoinette, een plaats waar ze af en toe aan het protocol kon ontsnappen.
Parijs is een prachtige wereldstad maar Versailles, waar ooit meer macht lag dan in Parijs, is een tweedaags bezoek zeker ook waard. Helemaal als er in de zomermaanden “Sons et Lumières” voorstellingen worden georganiseerd, grote lichtspektakels in het park die de koningsdroom van toen in een surreële sfeer weer levend maken.