Een veld vol gebroken harten
Een veld vol gebroken harten
Als ik reis, dan hoeft het voor mij niet altijd mooi en leuk te zijn. Ik reis ook om te leren over de geschiedenis, en over de menselijke geest. De kathedralen en paleizen laten me zien tot welke grootsheid we als mens in staat zijn. Maar de vele restanten van oorlogen waarschuwen me voor de donkere kant die in ieder mens schuilt. Het een geeft betekenis aan het ander.
Wie door Europa rondreist komt al snel tot de conclusie dat oorlogen alleen maar verliezers kennen. Dat is althans de indruk die ik krijg als ik, een paar kilometer van elkaar verwijderd, een Amerikaans en een Duits ereveld bezoek. Witte kruisen bij de één, zwarte kruisen bij de ander. Maar in wezen allemaal velden vol namen van dode jongens, die stierven in een vreemd land. En waarvoor... De futiliteit ervan grijpt me altijd weer naar de keel.
Dat geldt nog wel meer voor de monumenten en slagvelden, die na de Eerste Wereldoorlog zijn opgericht. Rond Ieper, maar ook langs de Somme, de Marne en bij Verdun tref je ze aan, tientallen. Soms een klein begraafplaatsje aan de rand van een dorp, of in een korenveld. Soms een immense dodentuin rondom een reusachtig monument.
Wat weten we in Nederland eigenlijk weinig van die Eerste Wereldoorlog. Alleen maar omdat onze neutraliteit gerespecteerd werd, is de periode 1914-1918 een collectieve witte vlek in ons toch al magere historisch besef. Daar denken ze in Belgie, Frankrijk en Engeland heel anders over. Daar praat men nog steeds over 'The Great War', of 'La Grande Guerre'.
Bezoek eens een begraafplaats, zou ik willen zeggen. Bij Passchendaele, of verderop in Picardie. Het zijn vaak prachtige plekken, waar bloemen bloeien in aangeharkte perken, en waar rollende gazons en statige bomen elkaar afwisselen. Serene plekken vooral, die nergens doen vermoeden dat het hier, bijna een eeuw geleden, een kapotgeschoten niemandsland was, vol bomkraters, prikkeldraad en lichamen die niemand durfde te bergen.
Nu vliegen zwaluwen krijsend door het zwerk, terwijl je langs de grafzerken wandelt. En laten de soms echt prachtige monumenten zich bewonderen alsof het kunstwerken in een museum zijn. Zoals bijvoorbeeld het Canadese monument bij Vimy, een gespleten berg van marmer. Je vergeet bijna waarom die beelden er eigenlijk staan.
Eerlijk is eerlijk, ik begrijp sowieso niets van oorlogen, en ook niet van het etiketje 'held' dat op iedere gesneuvelde wordt geplakt. Ik vind elke dode die er valt, of dat nou in Verdun is of in Afghanistan, een verspild mensenleven. Daar is niets heroisch of patriottistisch aan. En als ik dan over zo'n oorlogskerkhof dwaal en stilsta bij het verscheurde verleden van mijn continent Europa, dan zie ik geen helden. Dan zie ik alleen maar jonge mannen wiens leven ze is ontnomen, en zie ik in elk kruis en elke zerk een kring van treurende ouders, familieleden en vrienden.
Bij de Australische begraafplaats in Villers-Bretonneux kreeg ik het te kwaad toen ik een graf zag, met daarop een hele persoonlijke boodschap van de ouders van de omgekomen soldaat. Een scherp contrast met alle brave wanhopige platitudes waaraan de meeste treurende ouders zich vastklampten; dat hun kind voor een beter en groter doel was gestorven, zo heel ver van huis. Al begrepen ze niet wat dat doel dan wel moest zijn. Deze ene ouder kon zichzelf niet voor de gek houden, en zichzelf niet troosten met geloof in God of in verbale heroïek. "Another life lost; hearts broken for what?" Het was alsof de vraag rechtstreeks aan mij gesteld werd. Daar stond ik dan, het antwoord schuldig, met tranen in de ogen om het verdriet van een onbekende vader of moeder, zestienduizend kilometer en bijna honderd jaar bij mij vandaan. En om me heen zag ik een veld met duizenden gebroken harten.