Reizen met de camper door de Baltische staten, is een belevenis. De mensen willen dolgraag een camper passeren en zelfs op een tweebaansweg persen ze zich er langs. Verder is het relaxt omdat er maar weinig toeristen zijn in juni. We gaan naar het Lahemaa NP, daar zouden veel bevers voorkomen en ook ander groot wild. Er loopt een prachtig pad door het NP, met houten vlonders over de moerassige gedeelten en er staan bordjes met aanwijzingen. Volgens de info zou ik ook nog andere dieren tegen kunnen komen, waaronder de lynx. Jammer genoeg geen dieren gezien, ook geen bevers. Maar wel een beverdam en veel sporen van deze dieren. Bij het info centrum krijgen we een routebeschrijving van de verschillende routes die gelopen kunnen worden. Wij mogen met de camper ook overnachten bij dit centrum en vlak voor de avond viel had ik een prachtige zonsondergang. Het bouwsel op de foto doet denken aan een tent, maar dat was het niet.

Het Nationaal Park Lahemaa is het oudste en grootste nationale park in Estland. Het werd in 1971 opgericht en was daarmee het eerste nationale park in de Sovjet-Unie, waartoe Estland destijds behoorde. Lahemaa omvat een gebied van 72.500 ha, waarvan 47.410 ha op het vasteland en 25.090 in zee. Het gebied omvat een aantal schiereilanden met tussenliggende baaien, waaraan het zijn naam te danken heeft: Oorspronkelijk werd met de naam Lahemaa alleen dit kustgebied aangeduid. Ook omvat het delen van de kalksteenplateaus van Harju en Viru ten zuiden daarvan. Het NP is dicht bebost en omvat ook hoogveengebieden, brakke meren en alvars, niet-beboste terreinen met een kalksteenondergrond. (met dank aan Baltic Info Estland)