Helgoland, is het enige eiland op volle zee in Duitsland en binnen het Friese woongebied. Het ligt zo'n 70 km uit de kust in de Noordzee en is ongeveer 1,7 km² en telt rond de 1300 inwoners, die voornamelijk leven van het toerisme. Het eiland heeft een klein strand, maar is vooral bekend om zijn roodgekleurde rotskust die tot 61 meter hoog uit zee omhoog rijst (zie mijn "Mooi rood") en om de (nu door omvallen bedreigde) rotspunt de Lange Anna. Sinds de storm van 1720/21 bestaat het eigenlijk uit twee eilanden: enerzijds het hoofdeiland (Hauptinsel), met de herkenbare klif van Trias bontzandsteen, dat is onderverdeeld in de niveaus Oberland, en Unterland, en anderzijds het eilandje Düne, een met zand bedekte dagzoom van Jura kalksteen. Men kan vanuit het Unterland een lift naar het Oberland nemen. [Bron: Wikipedia]
In het voorjaar komen er veel vogels broeden, o.a. de Jan van Genten en de Zeekoeten (familie Alken). 's Winters, december toen ik er was, horen deze laatstgenoemden op zee te zitten, maar ik had geluk. Tegen de avondscherming, toen er niet al teveel wind stond, zaten er volop Zeekoeten op de richels van de steile rotsen. Het was dringen geblazen!