München

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

München image

The day after...

München
Duitsland
Annettoz

The day after...

Na een hele korte nacht, op een gammele oude bank worden Kisse en ik wakker gemaakt door een drietal sportief aangeklede Munchenaren. “Wakker worden”, zegt Jens die het dichtstebij staat. “We gaan vandaag lekker een flink stuk berg beklimmen en we gaan over een uur weg. Zorg dus dat je klaar staat!” Terwijl ik half overeind kom om te zien wie me zo bruut heeft wakker geschud draait mijn maag zich om. Altijd als ik heel erg moe ben, dan gaat mijn maag flink protesteren. Uit de open deur komen zoete geuren van Duitse broodjes en verse koffie de kamer binnen en meteen duik ik met mijn hoofd onder het kussen om ver weg te blijven van die lucht.

Dankzij dat gare Oktoberfest lagen we veel te laat onder de wol en ik had daarom niet gepland om al om acht uur 's ochtends naast mijn bed te staan. Ik had geen flauw idee dat onze gastheren zulke sportievelingen waren, maar wanneer ik de slaapkamer van Jens zie weet ik dat er geen ontkomen aan is. Zijn hele slaapkamer is omgebouwd tot een klimwand, naast zijn bed staat zijn surfplank die blijkbaar veel gebruikt wordt, ook al woont hij midden in de stad, en elke ochtend staat hij om zes uur al naast zijn bed om te gaan hardlopen voor hij aan het werk gaat. Zijn beste remedie voor een brakke ochtend; bewegen! Ik kreeg natuurlijk wel de keuze voorgelegd; of meegaan, of tot vanavond wachten tot ze weer thuiskomen. In een vlaag van verstandverbijstering kies ik ervoor om mee te gaan.

Een uur later heb ik enorme spijt van deze beslissing. Mijn maag accepteerde na veel dwang een klein stukje brood en een kopje thee, maar nu we in de overvolle auto zitten en flink door de bochten zeilen wil ik niets liever dan weer onder mijn warme deken kruipen en slapen. Ik ken duidelijk nog steeds mijn eigen grenzen niet. Het is geen goed idee om een berg te gaan beklimmen wanneer je pfeiffer hebt en de avond ervoor op het Oktoberfest hebt doorgebracht! Dichtbij de grens met Oostenrijk, bij het plaatsje Miesbach in de buurt, parkeren we de auto's bij een berghut. Het is behoorlijk mistig en fris en terwijl iedereen op zijn professionele wandelschoenen de eerste stappen van de tocht zet, sjokken Kisse en ik erachteraan op onze gympen.

Het wandelpad bestaat uit losse stenen, net iets groter dan grind en loopt behoorlijk steil de berg op. Hierdoor is het lastig om grip te vinden. Het eerste uur gebruik ik om degene die dit bedacht heeft inwendig uit te schelden. Ik maak de grote fout om even stil te gaan staan. De moeheid gebruikt deze kans om in alle hevigheid te kop op te steken en maakt het wel heel aantrekkelijk om gewoon in het zachte gras te gaan zitten wachten tot de dag zomaar opeens voorbij is. Op de een of andere manier weet ik toch weer mijn voet voor de andere te zetten. Ik wil me ook niet laten kennen natuurlijk, nu iedereen als een bikkel doorstapt. Na nog een half uur flink geklommen te hebben slaat de moeheid plotseling om en voel ik me fitter dan ooit. De omgeving is opeens een stuk mooier en de klim leuker. Terwijl we dik ingepakt door de koele dauw lopen, worden we ingehaald door een stokoud mannetje met zijn hond, die over de weg lijkt te vliegen op zijn blote voeten en korte broek. Zonder shirt en met een baard tot op zijn tepels rent hij de berg op en is al snel weer uit het zicht. Vast iemand die ergens in een verlaten berghut woont en zijn ochtendritueel uitvoert.

Tegen lunchtijd bereiken we de herberg die vlak bij de top van de berg staat. We trekken er een uur voor uit om onze kleding te laten drogen en onze magen te vullen met een goede maaltijd. Als we weer op weg gaan begrijpen we de uitspraak “de laatste loodjes wegen het zwaarste” meer dan genoeg. In dit gedeelte lopen veel koeien vrij rond en overal liggen grote dampende vlaaien op de weg. De dieren zijn ware bergbeklimmers en lopen moeiteloos voor ons uit met de rinkelende bel om hun nek. Ook wordt het pad steeds onbegaanbaarder en steiler. Met dikke spleten in de grond is het gewoon vragen om gescheurde enkelbanden, maar gelukkig blijft dat deze keer uit. Hoe dichter we bij de top komen, hoe minder begroeiing er om ons heen is. Het laatste stuk bestaat zelfs alleen maar uit gras. Vanuit de mist dampt een groot zwart kruis op en juicht Jens dat we de top bereikt hebben. Jammergenoeg is het erg mistig en kunnen we dus niet van het beroemde uitzicht genieten. Daarom blijven we niet te lang hangen en beginnen meteen weer aan onze terugweg! Kisse heb ik de hele wandeltocht eigenlijk niet gezien. Terwijl hij weet hoe moe ik nog ben in deze laatste fase van de pfeiffer, laat hij me zonder omkijken gerust achterop raken en praat continu geanimeerd met een meisje dat openlijk met hem loopt te flirten. Ik heb geen zin om hem daarop aan te spreken en loop stevig door, terwijl ik mezelf steeds geisoleerder voel worden van de groep. Gelukkig gaat de terugweg een stuk sneller en komen we tegen de schemering weer aan bij onze auto's.

Terwijl we terugrijden naar Munchen stoppen we onderweg bij een schnitzelrestaurant om wat te eten. Kisse zit wel naast me, maar doet nog steeds alsof ik er niet ben. Nu valt me op dat hij ook Holle ontwijkt, de enige andere persoon van de groep die hij goed kent. Soms vraag ik me af wat er door zijn hoofd spookt op zulke momenten en wat er weer gebeurd is om zo'n bui te activeren. Ik hoor steeds meer verhalen van zijn vrienden over zijn “schaduwkant” en betwijfel of hij daar ooit vanaf kan komen. Is het wel mogelijk om een lang en gelukkig leven met hem te leiden?